Dienen in de gemeente.

Presentatie over: "Dienen in de gemeente."— Transcript van de presentatie:

1 Dienen in de gemeente

2 Stellingen, mee eens of oneens?
1. In onze kerk is er weinig bereidheid om te dienen. Ieder is druk met zich­zelf. 2. Ik zou niet weten hoe IK in de kerkelijke gemeente dienstbaar kan zijn. 3. Van avonden over dienen krijg ik een schuldgevoel. 5. Het zijn altijd dezelfde mensen die dienen. 6. Ik zou niet weten wat ‘diaconaat’ inhoudt. 

3 Marcus 2:1-12 Vier vrienden: Jezus ziet hun geloof/trouw. Wat deden ze: Ingaan op een verzoek/zelf het initiatief nemen Elkaar optrommelen, delen van de last De man dragen voor zijn redding; eigen belang op tweede plan Hem bij Jezus brengen (kern motivatie!) Creatieve oplossingen bedenken, zich niet voor een gat laten vangen Dienen en samenwerken komen hier bijeen.

4 Er gebeurt al veel Omzien naar elkaar – wij zijn elkaars leden – is ook dienen in de gemeente. Wat gebeurt er al in uw gemeente? Noem kleine en grote voorbeelden. Noem al vast wat nog niet gebeurt…

5 Heidenen De heidenen (Grieken) hadden een hekel aan dienen. Gedwongen dienen wilden ze al helemaal niet. Slaaf = dier. Vrijwillig dienen is eigenlijk nog vreemder. Plato zei: 'Hoe kan een mens gelukkig zijn als hij een ander dienen moet?'

6 Oude Testament Dienen is in het O.T. belangrijk. De Heere zelf is een dienend God. Ps Omdat Hij zo is, moeten wij ook zo zijn. De Israelieten in Egypte worden bevrijd om te dienen. Er is geen tegenstelling in de dienst aan God en de naaste in de tien geboden die volgen.

7 Nieuwe Testament Diakoneo is een eer! Vrijwillig dienen (niet als slaaf): 1. aan tafel dienen. Joh. 12:2, Hand. 6:2 (bij het avondmaal!) 2. de dienst van het Woord (Hand. 6:4). Paulus noemt zijn eigen zendingswerk ook dienst. 3. het dienen van een medemens die hulp nodig heeft. Luc. 22:26,27. Wij moeten de minste zijn. In 1 Petr. 4:10 heet het dienstbaar zijn voor anderen m.b.v. Gods genadegaven. In 2 Cor. 8 gaat het over het geven van giften voor Jeruzalem.

8 Dienen is breed Dienen is dus breed. Het raakt het hele samen optrekken van de gemeente. Het is meer dan aan armen geld geven, al hoort dat er bij. Dienen is jezelf inzetten voor de anderen in de brede zin van het woord. De een doet dat door een zichtbare taak in de gemeente te vervullen en een ander door, zonder dat iemand dat opmerkt, trouw een zieke te bezoeken.

9 Jezus Christus Mensen denken in macht en tronen. Jezus niet. Hij is niet gekomen om te heersen, maar om te dienen en zijn leven te geven. Hij die zo machtig is! (Joh. 13). Jezus neemt niet, maar geeft, voor anderen. Denk ook aan Phil. 2:5-11. Hieruit ontspringt onze dienstbaarheid: Christus is de reden en het voorbeeld. Hij is onze werkelijkheid: Hij dient nog, door ons, zijn gemeente. Er is ook in het N.T. geen tegenstelling tussen God en de naaste dienen. Ef 5:2. Onze liefde tot de naaste is een bewust offer aan God; liefde tot Christus.

10 Dubbele uitstraling Dienen in de gemeente heeft een aanvulling nodig in dienen buiten de gemeente. Diaconaat en missionair werk hebben met elkaar te maken. Hoe ziet u dat in uw eigen leven? Hoe als kerk in uw dorp? Hoe als gemeente ten opzicht van de nood ver weg?

11 Gaven God roept niet alleen bekwame mensen, Hij kan ook mensen bekwaam maken. Verschuil u niet achter: ‘daarvoor heb ik geen gave gekregen’. Laat ruimte voor het ontplooien van gaven. Houd het dienen niet in eigen handen! Zo boor je gaven aan en deel je verantwoordelijkheid. Dat verhoogt de persoonlijke betrokkenheid van ieder.

12 Wat gaat er soms mis? We komen niet aan dienen toe, vanwege onze eigen drukte of problemen. We wachten tot de ander als eerste ons dient, met ons meeleeft. Daarvan worden we klagerig. We dienen en helpen uit een soort plichtsbesef. Dan verdwijnt vreugde. We dienen om op die manier belangrijk te zijn.

13 We dienen om waardering te ontvangen
We dienen maar worden niet gelijkwaardig aan de ander (slaan ook af als anderen ons willen dienen)

14 De minste zijn De minste zijn is voor velen: zich uitschakelen. Het is echter jezelf laten inschake­len. Het is actief zijn. Ieder heeft de gave om te dienen, om iets te betekenen voor een ander.

15 Beleid Breng de witte plekken van (onderling) diakonaat (en pastoraat) in kaart. Wie worden er verwaarloosd in de gemeente (Hand. 6)? Denk aan diaconaal-missionaire activiteiten naar buiten toe. Wat kan beter?  Het is teveel om op te noemen. Kijk daarom uit voor over-activisme. Kies voor bewuste dienst, als uitdrukking van Gods liefde.