De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoe sturen weersomstandigheden en teeltbeslissingen de groei en ontwikkeling van uien 7 maart 2012, Chris de Visser.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoe sturen weersomstandigheden en teeltbeslissingen de groei en ontwikkeling van uien 7 maart 2012, Chris de Visser."— Transcript van de presentatie:

1 Hoe sturen weersomstandigheden en teeltbeslissingen de groei en ontwikkeling van uien
7 maart 2012, Chris de Visser

2 Inhoud Groei en ontwikkeling Stikstof en fosfaat Sortering
Groei en ontwikkeling zijn verschillende dingen. Dat is bij planten zo en ook bij mensen. Er zijn mensen waar de groei stopt en de ontwikkeling doorgaat en mensen waarbij de ontwikkeling stopt maar de groei doorgaat. Planten moeten een bepaalde ontwikkeling doormaken omdat het van belang is voor de overlevingsstrategie van de soort. Groei is daarbij nodig om de kansen voor de soort te vergroten. Met alleen groei zal een plantensoort echter niet kunnen overleven. Eigenlijk is dat bij mensen ook zo.

3 Groeipatroon van uien t ds/ha dagnummer
Bladmassa piekt ongeveer half juli (afhankelijk van het ras). Trage begingroei. Na strijken nog 20% toename bolmassa. dagnummer

4 Groei van uien Zonlicht is van belang voor fotosynthese.
Temperatuur is vooral van belang tijdens de begingroei. De jeugdfase wordt door hoge temperatuur het best bevorderd. Verschijning van nieuwe bladeren is ook temperatuur bepaald. Voeding is uiteraard van belang, maar juist in de fase dat uien dat nodig hebben. Watertekort en –overlast (lage zuurstofspanning) zijn van belang voor groei Uiteraard geen plagen en ziekten en ander leed.

5 Ontwikkeling van uien Daglengte: hoe langer de dag hoe sterker de impuls tot bolvorming. Beneden een bepaalde daglengte vindt géén bolvorming plaats. De bol kan wel groeien, maar is niet in rust en zal niet afrijpen. Temperatuur heeft een stimulerende invloed op bolvorming maar de invloed is beperkt tot de jeugdfase van de groei. Rood-verrood verhouding: bladeren absorberen rood licht (geen groen licht) en geen verrood licth. De verhouding rood/verrood verandert. Dit signaal stimuleert bolvorming. Een uienplant alleen zal niet in bolvorming gaan. Wel grote bol, maar geen afrijping. De plant blijft blad vormen. Dus onderlinge beschaduwing is van belang. Kan overigens ook andere beschaduwing van planten zijn (bijv onkruid!!).

6 Daglengte 51 NB: Rotterdam 40 NB: Madrid-Valencia
Maximale daglengte in midden Spanje is ongeveer onze daglengte in april. Nederlands uienras naar Helsinki: snelle impuls tot bolvorming, minder blad en dus lage opbrengst. Nederlands ras naar Spanje: langzame impuls tot bolvorming, veel blad, hoge drogestofproductie maar veel dikhalzen. Vroege zaai extreem belangrijk. Voorjaarstemperatuur is belangrijk ivm bladmassa! Spaans ras naar Nederland: snelle bolvorming, weinig kilo’s, snelle afrijping. Compenseren met lage plantdichtheid.

7 Bolvorming

8 Bolvorming Als plant in bolvorming gaan komt er geen nieuw blad meer bij. Ook de wortelvorming stopt. Wortels komen overigens uit bladknoppen. Echte wortels sterven snel af. Kiemrust is het grootst op dit moment.

9 Groei van uien Vlotte begingroei
Veel bladmassa op moment van bolvorming Goede conditie van het loof bij strijken Lange levensduur blad ná strijken Genoeg vocht tijdens de groeiperiode Goede structuur van de grond Strijken loof ongeveer een maand na bolvorming.

10 Ontwikkeling uien Later zaaien: Latere bolvorming en strijken
Grote kans op dikhalzen Lagere opbrengst Meer planten: Snellere bolvorming Minder blad per plant Lager gemiddeld bolgewicht Hoge plantdichtheid: zie eerstejaars plantuien

11 Ontwikkeling uien Rassen:
Alle rassen: snellere bolvorming bij langer licht Vroege rassen: minder daglengte nodig om tot bolvorming te komen Vroeg ras: Geschikter voor lagere breedtegraden Bij late zaai: Vroege rassen grotere kans op geslaagd gewas. Korte dag uien bestaan niet. Alle uien zijn lange dagplanten. Ook uien dicht bij de tropen in zuidelijke (of noordelijke!) streken.

12 Relatie N-gift - opbrengst
Ngift+Nmin Opbrengst (%) Ngift+Nmin+miner. Ngift alleen weinig correlatie: op begingroei geen enkel effect. Mineralisatie belangrijk voor stikstofvoorziening van de uien. Maar wel op het juiste tijdstip. N (kg/ha)

13 N opname Kg/ha Kg/ha,dag Dag na opkomst Rond 1 juni half juli
82% N in 50 dagen Als wortelmassa afneemt moet de meeste stikstof opgenomen zijn. Stikstof is van belang voor bladapparaat dat in korte tijd aangelegd wordt. Weinig N nodig in eerste maand na opkomst. Dag na opkomst

14 N en P opname Kg/ha Kg/ha,dag Dag na opkomst Rond 1 juni half juli
73% P2O5 in 50 dagen Dag na opkomst

15 Sortering uien Factie (-) Gemiddeld gewicht (g) >30 mm >40 mm
Sterke relatie tussen gemiddeld gewicht en sortering van uien. Grote uien: uiteraard lage plantdichtheid maar wel op tijd zaaien voor goede afrijping. Gemiddeld gewicht (g)

16 Vragen


Download ppt "Hoe sturen weersomstandigheden en teeltbeslissingen de groei en ontwikkeling van uien 7 maart 2012, Chris de Visser."

Verwante presentaties


Ads door Google