Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAnita Koster Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Maatschappelijk partnerschap in kwaliteit
Sturen op outcome Tom van Yperen, Nji / Universiteit Groningen Tiel, 23 januari 2017
2
Vraagstukken nieuwe stelsel
Onder meer: Gebrekkig zicht op kwaliteit* Tevreden cliënten, maar niet over resultaat*/** Tevreden over vriendelijkheid hulpverlener 89% De jeugdhulp die ik krijg helpt me goed 60% Vraagstuk van sturing op kwaliteit en kosten *Bron: Rapport Kinderombudsman, april 2015; ** Van Yperen, 2003
3
Wat moet er gebeuren? Visie op kwaliteit sociaal beleid (incl. jeugdhulp en onderwijs) Verzameling sturingsinfo volume en kwaliteit, ihb ‘outcome’ Leren sturen op kwaliteit en kosten: naar een meet-, spreek- en verbeterbeweging
4
1. Visie op kwaliteit gemeentelijk sociaal beleid
1. Staat van de bewoners: Hoe gaat het met ze? (Zie oa ‘Waar staat je gemeente’) Ambities beleid: Bv. jeugd groeit gezond&veilig op 2. Maatschappelijk resultaat Monitor: In 3 jaren zijn er 10% meer burgers beweegnorm 15% minder eenzamen 10% minder probleemgezinnen 20% minder jeugdigen afhankelijk van speciale zorg
5
1. Visie op kwaliteit gemeentelijk sociaal beleid
Monitoring en ambities sociaal beleid 2. Maatschappelijk resultaat +10% voldoet aan beweegnorm -15% eenzamen -10% probleemgezinnen -20% jeugdigen speciale zorg 3. Activiteiten burgers en voorzieningen Scholen, opvang Welzijnswerk Wijkteams Speciale jeugdhulp Etc
6
1. Visie op kwaliteit gemeentelijk sociaal beleid
Monitoring en ambities sociaal beleid 2. Maatschappelijk resultaat +10% voldoet aan beweegnorm -15% eenzamen -10% probleemgezinnen -20% jeugdigen speciale zorg 5. Outcome voorzieningen o.a. > Tevredenheid > Afhakers > Doelrealisatie > Afname problemen 4. Kwaliteit input: pro-gramma’s en werkers 3. Activiteiten burgers en voorzieningen o.a. wijkteams
7
1. Visie op kwaliteit gemeentelijk sociaal beleid
Monitoring en ambities sociaal beleid 2. Maatschappelijk resultaat +10% voldoet aan beweegnorm -15% eenzamen -10% probleemgezinnen -20% jeugdigen speciale zorg 2. Maatschappelijke resultaten 5. Outcome voorzieningen o.a. -Tevredenheid -Uitval -Afname problemen 4. Kwaliteit input o.a. werkers 3. Activiteiten burgers en voorzieningen o.a. wijkteams 6. Verbeteracties in een meet-, spreek en verbeterbeweging
8
Een wijkgerichte aanpak preventie jeugdcriminaliteit
Het is al geprobeerd Een wijkgerichte aanpak preventie jeugdcriminaliteit Monitor: Staat van de jeugd op wijkniveau 2. Maatschappelijk resultaat o.a. Minder delinquentie Minder probleemgezinnen 4. Kwaliteit input 5. Monitoring outcome team / instelling 3. Experiment Wijkaanpak Communities that Care Vraag is nu: werkt monitoring ook in het gemeentelijk jeugdbeleid? Als je in de literatuur op zoek gaat naar het antwoord stuit je al gauw op het zogeheten ‘Communities that Care’ programma. Dit figuur kent u inmiddels. Het help uit te leggen wat het programma inhoudt. Dat programma begint er namelijk mee – netjes volgens blokje 1 van de figuur - de staat van de jeugd in een wijk op te maken en problemen en belangrijke risico’s in wijken te signaleren. Vervolgens worden voorzieningen ingezet om die problemen en risico’s aan te pakken. Men monitort of er maatschappelijk resultaten worden geboekt. Bij veel wijken ging het o.a. om minder delinquentie en minder probleemgezinnen als maatschappelijke resultaten. De uiteindelijke resultaten na een aantal jaren vielen echter erg tegen. Hoe komt dat? Wel, kijk ik met de bril van monitoring en de verbetercyclus naar dit traject, dan valt me op dat de monitoring daar beperkt werd tot het in beeld brengen of de maatschappelijke resultaten werden geboekt (blokje 2). De deelnemende instellingen aan de CtC-aanpak brachten niet met outcome-indicatoren meer direct in beeld of de gezinnen tevreden waren over het aanbod, wat de uitval was en of tussentijds de problemen afnamen of vaardigheden toenamen. Het leidde dus niet tot tijdige signalering of het werk van de voorzieningen goed was of juist te weinig opleverde. Dus was er ook te weinig tussentijdse bijsturing of verbetering van de werkwijze, noch in de concrete hulp, noch in het team of de deelnemende instellingen. Iedere instelling kon - even grof gezegd - zijn ding blijven doen, zonder de nodige verbeteracties en optimaal gebruik van bestaande kennis. Je hoeft geen professor te zijn om te snappen dat dat niet gaat werken. 6. Verbetercyclus met kennisgebruik * Ince e.a., 2001; Mak e.a., 2009; Jonkman, 2012; Steketee e.a., 2012
9
2. Sturingsinfo Uitval: o.a. no-shows, afhakers
Geharmoniseerde set indicatoren outcome jeugdvoorzieningen: definities, operationalisering en proces* Uitval: o.a. no-shows, afhakers Clienttevredenheid over nut/effect diensten Doelrealisatie mate waarin gestelde doelen zijn gerealiseerd; zonder jeugdhulp verder kunnen; geen terugkeer in jeugdhulp; Afname problemen, toename zelfredzaamheid. *Bron: VNG, Branche-organisaties, NJi (Augustus, 2016)
10
De meet-, spreek- en verbeterbeweging
Resultaten van drie wijkteams Wijkteam Veenwijk Kleikwartier Duinbuurt No shows & uitval 35% 10% 5% Tevreden (score ≥ 7) 75% 85% Zelfredzaamheid genormaliseerd 25% 65% Bron: Van Yperen & Van Arum (2014); Van Yperen e.a. (2015) 10
11
De meet-, spreek- en verbeterbeweging
Een eerste gesprek over de resultaten Licht Ambulante hulp Bij einde Na 6 mnd Regulier beëindigd (geen uitval) 75% Tevredenheid over nut (score ≥ 7) 80% 60% Opvoedingscompetenties vergroot* 50% Sociaal-emotioneel functioneren jeugdige verbeterd* 40% 30% Wat er nodig is, is dat er een beweging op gang komt waarin meten, over kwaliteit met elkaar spreken en die kwaliteit voortdurend willen verbeteren centraal staan. Laat ik u een goed voorbeeld geven uit de praktijk. Het is ook een heel bijzonder voorbeeld. Het gaat hier namelijk nog niet om echte cijfers, maar om schattingen die een instelling maakte over wat de resultaten op de indicatoren zullen zijn. Het gaat hier om een instelling die licht ambulante hulp biedt die interessant is om uit te voeren in een wijkteam. Een soort eerste hulp post. Deze instelling doet onderzoek naar de effecten van hun hulp. De begeleidingscommissie van dit onderzoek, waarin ook een wethouder zit, de directeur van de instelling en ikzelf, kreeg dit tabelletje voorgelegd. De instelling schat in dat 75% van de cliënten de hulp gewoon afmaakt. 80% zal qua tevredenheid over het nut een 7 of hoger scoren, bij 60% zal de opvoedcompetentie van de ouders zijn vergroot en bij 40% van de jeugdigen is de sociaal-emotionele problematiek afgenomen. Er staat ook wat de resultaten wellicht zijn gemeten 6 maanden na beëindiging van de hulp. Er ontspon tussen onder meer de wethouder en de mensen van de instelling een gesprek over de vraag of dit nu wel goede resultaten zijn. Waarom verbetert het sociaal-emotioneel functioneren van de jeugdige maar bij 40%? En waarom zijn na 6 maanden maar 60% van de cliënten nog tevreden over het nut? Het gesprek ging verder over wat je gegeven de stand van kennis in de sector aan resultaten kan verwachten en over de overspannen verwachtingen die bij het college en de Raad kunnen bestaan. De directuer van de instelling gaf toe dat ze wat aan de voorzichtige kant was gaan zitten. Ik zei dat ze best wel wat ambitieuzer zou mogen zijn. Het ging vervolgens over het inzicht wat de instelling heeft (en ook niet blijkt te hebben) in de meest voorkomende problemen van zijn clëntèle en de mate waarin de hulpverleners goed zijn toegerust om bij die problemen zo effectief mogelijke hulp te bieden. Ook kwam de vraag op tafel wat er nodig is om op termijn veel beter te scoren. Kun je nagaan, dat gesprek kwam alleen al op gang aan de hand van fictieve gegevens. Alleen zo’n tabelletje al is een enorme verbetertool. Het gesprek gaat immers over hoe het nu is en wat beter zou kunnen. Ook is het een relatietool omdat het tussen gemeente, instellingen en wetenschappers een gesprek op gang brengt over beelden, verwachtingen, ambities en rollen wie wat moet doen om de resultaten te verbeteren. Een dergelijk gesprek kun je als hulpverlener ook in je team met je management voeren: hoe schatten wij ons tabelletje in? En komt dat er ook uit als we echt gaan meten? En wat vinden we daarvan, waar willen we verbeteracties op gaan doen? Wat is daar voor nodig? * Genormaliseerd? 11
12
Visie op kwaliteit sociaal beleid
Wat moet er gebeuren? Visie op kwaliteit sociaal beleid Heldere, met cijfers gevoede ambities en afspraken over maatschappelijke resultaten Sturingsinfo kwaliteit voorzieningen Eis als gemeente dát er sturingsinfo mbt ‘outcome’ verzameld wordt, niet hoe dat moet scoren Leren sturen op kwaliteit Gebruik de cijfers als relatie- en sturingstool in een meet- spreek- en verbeterbeweging
13
Meer informatie: www.nji.nl/stelselwijziging
> Outcome monitoring Contact: @TomvanYperen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.