Het woord van God Openb. 3:1-6.

Presentatie over: "Het woord van God Openb. 3:1-6."— Transcript van de presentatie:

1 Het woord van God Openb. 3:1-6

2 Moet dit echt?

3 Mag ik een geheim vertellen … ?
GOED NIEUWS : “Ik ben de goede herder en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij, gelijk Mij de Vader kent en Ik de Vader ken, en Ik zet mijn leven in voor de schapen” (Joh. 10:14-15)

4 Jezus bezorgdheid Openb. 3:1-2 Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood.2Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven, want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor mijn God.

5 Mag ik een geheim vertellen … ?
GOED NIEUWS : “Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.” (Joh. 10:9)

6 Jezus’ oproep Vooraf : Ik word opgeroepen
Je zal God nodig hebben … je zal ABBAD nodig hebben A : Afhankelijk B : Bid B : Belofte A : Actie D : Dank

7 Jezus’ oproep Wees wakker : “Hij die oren heeft om te horen, die hore”
A : niet te zien – dit ga ik niet alleen kunnen B : Ps. 139:24a “zie of bij mij een heilloze weg is” Ps. 51:14b “laat een gewillige geest mij schragen” Jes. 55:11 “alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.” A : Bid dit dagelijks Neem iemand in vertrouwen Laat je vermanen

8 Versterk … & bedenk : versterk je geloof
Jezus’ oproep Versterk … & bedenk : versterk je geloof 2Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven, want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor mijn God. 3Bedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u. Rom. 4:19-21  Abraham Er was een belofte … er gebeurde niets Hoe versterkte Abraham zijn geloof : hij bedacht wie God was  geen twijfel

9 Jezus’ oproep Versterk … & bekeer :
2Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven, want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor mijn God. 3Bedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u. A : schuldgevoelens  goede voornemens  maar … B : Rom. 8:13 “zie of bij mij een heilloze weg is” 1 Joh.1:8 Hij is trouw – Hij vergeeft Col. 1:13 Christus verloste mij uit de macht van de duisternis Rom. 6:11 Het staat vast dat ik dood ben voor de zonde Jac. 4:7 onderwerp je aan God, biedt weerstand a/d duivel  hij zal vluchten A :

10 En Jezus? Vol genade : Vol kracht : Luc. 13:6-9 Extra zorg
Fil. 4:13 “ik vermag alles in Hem die mij kracht geeft”