De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Gastcollege Master Educational Theory LEH2 13 oktober 2106 Educatief partnerschap op scholen met verschillende ouderpopulaties Hélène Leenders  

Verwante presentaties


Presentatie over: "Gastcollege Master Educational Theory LEH2 13 oktober 2106 Educatief partnerschap op scholen met verschillende ouderpopulaties Hélène Leenders  "— Transcript van de presentatie:

1 Gastcollege Master Educational Theory LEH2 13 oktober Educatief partnerschap op scholen met verschillende ouderpopulaties Hélène Leenders  

2 Inhoud college (I)Ouderbetrokkenheid / educatief partnerschap
Bevindingen ouderstudie Raak onderzoek “Verschillende ouders, verschillende leerkrachten. Educatief partnerschap en oudergesprekken in het p.o.” Zelf aan de slag: onderzoeksvragen in eigen werksetting (II) Uit de praktijk: cultuursensitieve gespreksvaardigheden Filmpfragment ‘Entre les murs’. Zelf aan de slag met hoog-context /laag-context culturen en monochrone/ polychrone culturen Voettekst

3 Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid is het cement van Passend Onderwijs. Een goede relatie tussen school en ouders draagt bij aan positief en veilig schoolklimaat; brede ontwikkeling van leerlingen gedurende hele schoolloopbaan; betere leerresultaten; versterken van sociale cohesie en bevorderen van de integratie van kinderen van migrantenouders en hun ouders. Voettekst

4 Educatief partnerschap
Tweezijdige communicatie Ouders om input vragen Ouders meenemen bij alle beslissingen met betrekking tot beste zorg voor kind Suggesties voor effectieve ondersteuning thuis afstemmen met ouders Leidt tot gecoördineerde inzet thuis en op school om tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van het kind Voettekst

5 RAAK-studie “Verschillende ouders, verschillende leerkrachten”
Doel verschillen en overeenkomsten in het realiseren van educatief partnerschap in verschillende typen scholen met verschillende ouder- en leerlingpopulaties in kaart te brengen voorbeelden van werkzame praktijken op te sporen, die leiden tot gezamenlijke inzet van ouders en leerkrachten voor de optimale ontwikkeling van (zorg)leerlingen. Voettekst

6 Centrale vragen Wat is de visie van ouders en leerkrachten op ouderbetrokkenheid en hun oordeel over de kwaliteit van de relatie ouders en school? Hoe komen ouders en leerkrachten tot overeenstemming wat betreft wederzijdse verwachtingen en ambities ten aanzien van leer- en ontwikkelingsdoelen van leerlingen? Hoe bouwen leerkrachten en ouders een relatie op van vertrouwen en wederzijds begrip? Hoe komen leerkrachten tot een tweerichtingengesprek met ouders, waarbij de leerkracht open staat voor de inbreng van ouders en hen meeneemt in beslissingen? Voettekst

7 Ouderstudie: scholen en respondenten
2 stimuleringsscholen (20-40% low-SES, 50% leer en/of gedragsproblemen, 20% ook thuishulp). 2 ‘reguliere’ basisscholen (gemiddeld tot hoog-opgeleide ouderpopulatie, minder dan 15% leer- en/of gedragsproblemen). 2 scholen voor speciaal onderwijs (kinderen met leerstoornissen, gemixte ouderpopulatie) 306 vragenlijsten (respons 50%) 27 interviews Voettekst

8 Ouderstudie Thema’s (deels Epstein, 2011):
Agreement and trust (conditional aspects) Communicating Volunteering Decision-making Learning at home (zie Leenders et al., 2016: literatuur bij dit college) Voettekst

9 Table 1 – Descriptive statistics questionnaire items on searching for agreement and trust
at-risk schools mainstream primary schools special education schools Sign dif at-risk vs main stream Sign dif at-risk vs special education Sign dif mainstream vs special education  Agreement n Mean st.dev Parent influences performance child? 110 0.99 0.10 124 1.00 0.00 81 0.98 0.16 No Should schools and parents cooperate to improve performance child? 111 0.97 0.15 80 0.94 0.24 Parent co-responsible for performance child? 0.13 82 0.96 0.19

10 searching for agreement and trust (conditional aspects for building strong relationships) agreement Ouders mede-verantwoordelijk schoolsucces kind; kunnen het beïnvloeden; moeten samenwerken met school Regulier: niet gewend om over ambities en rolconcepties te spreken, lastig voor zorgleerlingen (itt stimulerings- & sboscholen) Sbo: expliciete aandacht voor acceptatieprocessen; alsmede haalbaarheid doelen Balans vinden tussen ambities leerkracht en ouders is belangrijke voorwaarde voor sterke ouderbetrokkenheid Voettekst

11 Table 1 – Descriptive statistics questionnaire items on searching for agreement and trust
at-risk schools mainstream primary schools special education schools Sign dif at-risk vs mainstream at-risk vs special education Sign dif mainstream vs special education Trust School hospitality characteristics n Mean st.dev Friendliness of the teachers 110 0.80 0.40 124 0.83 0.38 82 0.94 0.24 No Good organisation at school 0.50 0.49 0.70 0.46 Genuine interest of the teacher in my child 0.45 0.55 Yes School does as promised in school guide 0.27 0.57 Teachers, parents and children greet each other 0.56 0.63 0.48 Openness of the school 0.52 0.66 0.79 0.41 Parents feel at home among each other 0.11 0.31 0.25 0.43 Having a little chat with the teacher 0.60 Voettekst

12 Toegankelijkheid van de school
searching for agreement and trust (conditional aspects for building strong relationships Trust Toegankelijkheid van de school Vertrouwensrelatie gebaseerd op een wederzijdse interesse in het kind, en moet opgebouwd worden voordat er zaken te bespreken zijn Sbo & stimuleringsscholen: bovendien kan dan alles besproken worden Voettekst

13 Table 2 – Descriptive statistics questionnaire items on communicating
Table 2 – Descriptive statistics questionnaire items on communicating at-risk schools mainstream primary schools special education schools Sign dif at-risk vs mainstream at-risk vs special education Sign dif mainstream vs special education n Mean st.dev Theme meetings 111 0.15 0.36 123 0.32 0.47 81 0.11 No Flexible meetings when needed 0.42 0.50 0.62 0.49 Teacher visiting at home 0.04 0.19 0.05 0.22 0.10 0.30 Yes Walk-in 15 minutes before school starts 0.02 0.16 Walk-in 15 minutes after school ends 0.12 0.39 0.09 0.28 Text in school guide clear enough? 0.91 0.29 121 0.87 0.34 82 0.98 Understandable language used? 110 0.55 124 0.67

14 10 minutengesprekken heel belangrijk
communicating 10 minutengesprekken heel belangrijk Mogelijkheid tot informeel contact (praatje op de gang, bingo-avonden) belangrijke strategie (voorwaarde!) voor ouderbetrokkenheid, echter alleen in stimuleringsscholen is dit alledaagse praktijk Uit internationaal onderzoek blijkt dat informeel contact en niet geplande ontmoetingen (dus ook binnenlopen) belangrijk zijn om de betrokkenheid van ouders, in het bijzonder laagopgeleide ouders te bevorderen. Voettekst

15 communicating Reguliere scholen: ouders niet systematisch om input gevraagd, zij worden geïnformeerd; sociale en cognitieve ontwikkelingsaspecten worden niet tezamen besproken, 10 min gesprekken te kort Stimulerings- en sboscholen: ouders en leerkrachten gewend aan tweezijdige communicatie (= educatief partnerschap); bespreken problemen, thuissituatie, oplossen van conflicten Voettekst

16 Table 3 – Descriptive statistics questionnaire items on volunteering
Sign dif at-risk vs mainstream at-risk vs special education Sign dif mainstream vs special education at-risk schools mainstream primary schools special education schools n Mean st.dev What more would you like to do at school? Volunteering at activities 110 0.51 0.50 125 0.57 83 0.40 0.49 No Yes Volunteering in class 111 0.15 0.36 0.12 0.33 0.06 0.24 Helping with homework at school 0.20 0.10 0.30 0.07 0.26 Helping other parents 0.03 0.18

17 Ouders betrekken bij educatieve taken is een sterke strategie
Volunteering Ouders betrekken bij educatieve taken is een sterke strategie Wordt doelbewust ingezet op stimulerings- en sbo-scholen Sterke vb stimuleringsscholen: ouders vanaf prille begin (VVE) betrekken bij schoolcarrière kind werkt emancipatief. Voettekst

18 Table 4 – Descriptive statistics questionnaire items on learning at home at-risk schools mainstream primary schools special education schools Sign dif at-risk vs mainstream at-risk vs special education Sign dif mainstream vs special education n Mean st.dev N Do you help child at home practice for school? 110 0.98 0.13 120 0.96 0.20 81 0.99 0.11 No School knows what you can and want to do at home? 0.53 0.50 117 0.54 80 0.79 0.41 Yes Teacher’s support for parents sufficient? 93 0.75 0.43 125 0.55 83 0.69 0.47 Suggestions from teacher for home learning activities? 106 0.82 0.39 0.71 0.46 79 0.78 Small projects and booklets take home? 109 0.83 0.38 123 0.89 0.32 Does school expect you to help your child at home? 0.86 0.35

19 onderwijsondersteunend gedrag thuis
onderwijsondersteunend gedrag thuis Ouders willen ondersteunen met thuis/huiswerktaken maar scholen weten niet goed genoeg wat ouders willen en kunnen EN zij willen meer en concreter materiaal Regulier: alleen besproken bij 10min gesprek Stimuleringsscholen: afstemming tussendoor, materiaal mee naar huis, ouders mogen komen oefenen in de klas Voettekst

20 Vooral op stimuleringsscholen en Sbo coordinated school-home efforts
Decision-making Alle ouders willen dat school duidelijk is over welke zorg zij wel/niet kan bieden Kritiek ouders reguliere scholen: elk jaar weer opnieuw gesprek over kind met speciale behoeften Vooral op stimuleringsscholen en Sbo coordinated school-home efforts Voettekst

21 Educatief partnerschap
Educatief partnerschap Tweezijdige communicatie Ouders om input vragen, hen meenemen bij alle beslissingen met betrekking tot beste zorg voor kind, en suggesties voor effectieve ondersteuning thuis met hen afstemmen Gecoördineerde inzet thuis en op school om tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van het kind. “Eerst was ik wat onzeker toen ik de papieren moest invullen [om speciale zorg aan te vragen]. Maar gelukkig heeft de juf een diploma in dyslexie. En toen ging alles lopen: de juf vergeleek drie behandelingen en legde alles uit. Niet alleen voor mijn dochters dyslexie, maar ook voor haar verlegenheid. En toen konden we overleggen waar we naar toe wilden(…) en ik kon alles vragen waar ik geen verstand van heb.” Voettekst

22 conclusies Scholen moeten eigen ouderpopulatie kennen en cultuurverschillen op grond van de socio-economische status meenemen om passende strategieën voor ouderbetrokkenheid in te zetten; Educatief partnerschap waarbij aan de educatieve behoefte van kinderen tegemoet wordt gekomen, is een voortdurend proces van informatie delen en samenwerken, dat start aan het begin van de schoolcarrière. Voettekst

23 Terug naar de onderzoeksvragen. Hoe gaat dat op jullie werkplek?
In tweetallen bespreken. Welke werksettingen hebben jullie? Welke zijn interessant om naast elkaar te leggen? ……… Voettekst

24 Terug naar de vragen. Hoe gaat dat op jullie werkplek?
In tweetallen bespreken: Hoe komen ouders en professionals tot overeenstemming wat betreft wederzijdse verwachtingen en ambities ten aanzien van behandeling/ontwikkelingskansen e.d. van kinderen/jongeren? Hoe bouwen professionals en ouders een relatie op van vertrouwen en wederzijds begrip? Hoe komen professionals tot een tweerichtingengesprek met ouders, waarbij de professional open staat voor de inbreng van ouders en hen meeneemt in beslissingen? Voettekst

25 Terug naar de vragen. Hoe gaat dat op jullie werkplek?
Knelpunten? Sterke praktijken? Welke praktijken zijn overdraagbaar naar een andere opvoedings/hulpverleningssetting? Voettekst

26 II Uit de praktijk. Cultuursensitieve gespreksvaardigheden
II Uit de praktijk. Cultuursensitieve gespreksvaardigheden Leerkrachten informeren (warme overdrachten, checklistst, digitaal schoolkanaal, nieuwsbrieven). vergeten te vragen of ouders het begrijpen, en of ze wel behoefte hebben aan de informatie. (Vb overschatting laagopgeleide moeder en onderschatting Kaapverdische vader) Belangrijkste vraag bij een intake: wil je nou alleen je info kwijt en misschien ook info krijgen, of maak je de eerste stap voor de start van een relatie met de ouder? (dialoog in plaats van monoloog). Voettekst

27 Uit de praktijk. Cultuursensitieve gespreksvaardigheden
Verschillende culturen beter begrijpen - 2 van de 6 basiswaarden van Hall voor interculturele communicatie: laag-context cultuur vs hoog-context cultuur ander soort context beleving monochrone vs polychrone culturen ander soort tijdsbeleving Understanding Cultural Differences van Edward en Mildred Hall, in: Nunez, C. Nunez Mahdi, R., & Popma, L. (2010). Interculturele communicatie. Van ontkenning tot wederzijdse integratie. Assen: Van Gorcum. Voettekst

28 Hoog- vs laag-context cultuur
Hoog- vs laag-context cultuur laag-context cultuur: informatie wordt expliciet gecommuniceerd, mensen hebben behoefte om informatie te structureren, resultaat is belangrijk (groot deel van Ned) hoog-context cultuur: indirecte communicatie, relatie is belangrijk, eerst bijzaken (details) dan kern. Veel details, babbelen (Afrikaanse en Aziatische landen).* Een Nederlandse juf kan dus ongeduldig worden in gesprek met een Marokkaanse moeder. Voettekst

29 monochrone vs polychrone culturen
monochrone vs polychrone culturen Monochroon: taakgericht, stipt, planmatig (groot deel van Nederland) Polychroon: veel dingen tegelijk, deadlines worden indien mogelijk behaald, relatiegericht (Zuid Europa, Latijns-Amerika, Middellandse zeegebied, Afrika en Azië). Polychrone culturen hebben een ander soort tijdsbeleving: Vb Marokkaanse moeder* In de ogen van mensen uit een polychrone cultuur lijken mensen met een monochrone tijdsbeleving inflexibel, planmatig en koud. VB Een Marokkaanse moeder komt kwartier te laat op school voor afspraak met leerkracht, omdat ze onderweg een tante is tegengekomen. De relatie is belangrijker dan de afspraak met de juf. Plannen worden met gemak veranderd. Voettekst

30 Aanvullende systemen Beide systemen zijn niet beter of slechter, alleen niet uitwisselbaar. Ontdek de mogelijkheden van de polychrone cultuur. Mogelijkheid tot informeel contact (wens van alle ouders in ouderonderzoek): je moet babbelen om elkaar te leren kennen en vandaaruit ontstaat vertrouwen. Vertrouwensband noodzakelijke voorwaarde voor ouderbetrokkenheid. Wederzijds vertrouwen is de basis van polychrone efficiency. Voettekst

31 verschillende ouders (1) Hoog-context, polychrone ouders van zorgleerlingen te snel oordeel zorgmijders school en thuis gescheiden werelden, school moet probleem op school oplossen Tijdsinvestering is hier van belang, niet te snel naar therapie. Huisbezoek sterk verbindend middel; open school (familie, communitygevoel) Voettekst

32 verschillende ouders (2) Laag-context, monochrone ouders met zorgleerlingen, hoogopgeleid: vanuit sterke taakgerichtheid veeleisend en ongeduldig naar behoefte vragen, op grond daarvan goed en volledig informatie geven (info die gewenst is), helder taken verdelen (wat kan ouder zelf?) en follow-up afspraken maken. Laagopgeleide ouders met zorgleerlingen: net als bij (1) “juf los jij het maar op”, en (2): zij ondersteunen school “ik geef ‘m thuis ook nog wel flink straf”. Oplossing: babbelen, informeel contact, tijd investeren. Kijk bij alles naar de behoefte van de ouder. Wat kan de ouder zelf, waar heeft hij/zij school voor nodig? Voettekst

33 verschillende ouders Voorbeeld VVE-bijeenkomst ‘herfst’*
verschillende ouders Voorbeeld VVE-bijeenkomst ‘herfst’* NB Het gaat erom, verschillen te herkennen, niet deze te benadrukken (wij-zij). Hoffman (systeemtheoretische benadering) gaat uit van de communicatie, niet de cultuur. In de communicatie gaat het over contact met een unieke persoon die niet alleen beïnvloed wordt door cultuur, ook door opleiding, godsdienst, leeftijd en verschillende rollen. Hoffman, E. (2012). Interculturele gespreksvoering. Houten: Bohn, Stafleu & van Loghum. Voorbeeld van leerkracht: VVE bijeenkomst, thema herfst, er liggen bladeren en knutselmateriaal klaar en de ouders wordt gevraagd: “wat kunt u nu hiermee doen met uw kind?” En dan antwoordt niemand. Na de bijeenkomst wordt gevraagd om samen op te ruimen: moeders vegen, wassen af. Dat spreekt hen meteen aan op hun kracht. Begin met: wie zet vandaag koffie, wie heeft iets lekkers bij zich, ondertussen heb je het over het thema herfst. Breng het gesprek op gang en sluit aan bij waar zij mee komen. Laat de taakgerichtheid los en richt je op de relatie. Voettekst

34 Entre les murs https://www.youtube.com/watch?v=111wThzsqRM
Filmfragment Entre les murs Wat valt je op? Wat herken je uit je eigen werkpraktijk (typische misverstanden)? Hoe zou je zo’n gesprek beter doen? (gebruik theorie van dit college) Casus: Franssprekende jongen blijkt broer ipv vader, moeder spreekt de taal niet en ondertekent schoolbriefjes ongezien. Professional is niet voorbereid (welke thuistaal, gezinssituatie, wie voedt op?) Kennismaking ontbreekt. Hoog context, polychroon: Wat op school gebeurt op school, wat thuis gebeurt gebeurt thuis. Dus: vragen hoe moeder tegen huiswerk aankijkt, hoe was dat voor haar? (gesprek voeren). Een aantal ontmoetingen verder kun je ev. moeder ook zover meekrijgen dat zij thuis in de gaten houdt of zoon huiswerk maakt. Hoog context, polychroon: begrijp dat een relatie creëren een eerste vereiste is en dat dit tijdsinvestering vraagt. Voettekst

35 Vanaf half november, zie: www. educatief-partnerschap
Vanaf half november, zie: Dank voor jullie aandacht! Voettekst


Download ppt "Gastcollege Master Educational Theory LEH2 13 oktober 2106 Educatief partnerschap op scholen met verschillende ouderpopulaties Hélène Leenders  "

Verwante presentaties


Ads door Google