Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAlbert van der Laan Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Autismespectrumstoornissen Wout Soete 1BaTPB1
2
Inleiding: Autisme wordt tegenwoordig opgevat als een spectrumstoornis. De huidige classificatiesystemen onderscheiden een aantal subgroepen: 1.De autistische stoornis 2.De stoornis van Asperger 3.De stoornis van Rett, de desintegratiestoornis 4. De subcategorie atypisch autisme 5.PDD-NOS als uiteindelijke restcategorie
3
Epidemiologie Onderzoek Lorna Wing: 4-5 indiv. op 10 000 heeft zuivere autistische stoornis, 15 indiv. Op 10 000 hebben een aanverwante stoornis of PDD-NOS. Onderzoek van DSM: 1/3 van de gevallen geclassificeerd als PDD-NOS voldeden ook aan de criteria voor autisme Vaststelling laatste decennia: sterke toename van aantal indiv. met autisme. Komt dit door een werkelijke toename of door een scherpere diagnose? Jaren ‘90: autisme is meestal een erfelijke ziekte, soms ook met mildere vormen zoals PDD-NOS. Indiv. kunnen dan binnen de maatschappij en hun beroep functioneren,maar vertonen sociale interactieproblemen zoals leer- of communicatieproblemen. Schatting autisme: 1 op 300 indiv.
4
Signalen en symptonen PDD-NOS PDD-NOS is geen specifieke afgegrensde stoornis, de signalen en symptomen nemen een mildere of subtielere vorm aan dan bij autisme. Vroege signalen bij kind. jonger dan 2 jaar zijn: Sociale signalen: maakt geen of nauwelijks oogcontact, (glim)lacht niet of nauwelijks, speelt liefst alleen, toont geen interesse in anderen, leeft in ‘eigen’ wereldje Communicatieve signalen: reageert niet op zijn/haar naam, reageert niet op aanwijzingen, wijst niet/zwaait niet, lijkt soms wel/niet doof… Gedragskenmerken: druk, star, weinig coöperatief, overgevoelig of juist volkomen ongevoelig voor geluids- of gevoelsprikkels, gebruikt speelgoed niet zoals het moet, fladdert, loopt op tenen, vertoont vreemde, zich herhalende stereotiepe bewegingen, hecht zich aan ongebruikelijke voorwerpen...
5
Waarom worden de problemen bij kinderen met PDD-DOS niet vlugger onderkend? Kinderen functioneren goed in een-op-een-situaties met een vertrouwde volwassene. Vanaf de kleuterleeftijd komen ze in groepssituaties waarbij men rekening moet houden met anderen en dit lukt niet. Gevolgen:angst, in fantasiewereld leven, agressieve uitbarstingen. Hun sociale ‘snapvermogen’ wordt onderschat en hun probleem wordt verward met ADHD. Communicatie is een belangrijk herkenningspunt: interactie lukt niet, ze kunnen niet luisteren naar en reageren op de anderen. Ze denken zeer concreet en letterlijk. Abstraheren lukt niet. Gevolg: sommigen worden als ‘raar kind’ getolereerd of gepest. Koppigheid wordt verkeerd geïnterpreteerd als een gezonde ontwikkeling: het kind komt op voor zijn eigen mening. Overbeweeglijk gedrag wordt vaak als ADHD uitgelegd en niet als angst in sociale situaties. In de puberteit ervaren veel jongeren met PDD-NOS hun ‘anders zijn’ als een pijnlijk verschil met leeftijdsgenoten. Dit kan tot depressie, verwarring en angst leiden. Ook toename van dwangmatigheid of agressie (vaak naar zichzelf toe) kunnen voorkomen.
6
Oorzaken In 10% tot 15% van de gevallen is er een aanwijsbare stoornis of ziekte die in samenhang met autisme voorkomt. In 85% tot 90% speelt een erfelijke factor. De hersendisfunctie uit zich in stoornissen in het sociaal gedrag (kijkgedrag, wijzen en gedeelde aandacht). Herkennen van emoties bij de ander lukt hen niet bv. door te weinig oogcontact. Er dreigt onderstimulatie wanneer het kind de ouders niet aanmoedigt om het te stimuleren door een enthousiaste respons. Het gebrek aan responsiviteit en initiatief kan ouders ontmoedigen.
7
Onderzoek Grotendeels zoals bij andere kinder-en jeugdpsychiatrische stoornissen, dus uitgebreid informatie inwinnen via de betrokkene zelf, ouders en derde milieu (meestal school) door: Vragenlijsten en gestandaardiseerde interviews met ouders en kind of jongere(hiervoor is speciale training nodig) SIT (sociale- interpretatietest) Een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek is noodzakelijk om een goed functioneringsprofiel te krijgen Een intelligentieprofiel toont de sterke en zwakke kanten van het kind Neuropsychologische testbatterijen die inzicht geven in de mentale flexibiliteit en in de aandachtsfuncties van het kind of jongere
8
Behandeling, advisering en verwijzing Geen enkele behnadeling kan de stoornis genezen! Kernwoorden zijn ‘aanpassen’ en ‘veranderen’. Daarom stelt men de volgende behandel- en begeleidingsprincipes voor: 1.Stimuleren van een gezonde en adequate ontwikkeling. 2.Vergroten van de flexibiliteit en van het aanpassingsvermogen. 3.Behandelen van bijkomende storende gedragingen. 4.Begeleiding van ouders, broers en zussen en allen die bij de begeleiding en behandeling betrokken zijn.
9
Rol van de huisarts bij ASS In de eerste plaats die van poortwachter die elke ontwikkelingsproblematiek die past binnen het autistische spectrum vroegtijdig signaleert, in principe op alle leeftijden. Hij neemt een belangrijke plaats in bij de opvang en begeleiding van het gezin dat dergelijk ‘slecht nieuws’ heeft ontvangen over de ontwikkeling van hun kind. De huisarts kan ook een belangrijke rol spelen in het begeleiden van de medicatie,die eventueel nodig kan zijn om het gedrag in goeie banen te leiden.
10
Besluit Autismespectrumsoornissen: Ernstige ontwikkelingsstoornis van de sociale interactie en de verbale en non-verbale communicatie Kan door medische oorzaak, maar meestal stoornis door complexe polygenetische overerving Zeer verschillende symptomen en intelligentieprofiel Vraagt om levenslange aanpassing en begeleiding
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.