De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 1(3.1- 8%) De kandidaat kan voor een beschreven situatie motiveren of een medewerker gebruik kan maken van in het verleden opgebouwde rechten.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 1(3.1- 8%) De kandidaat kan voor een beschreven situatie motiveren of een medewerker gebruik kan maken van in het verleden opgebouwde rechten."— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 1(3.1- 8%) De kandidaat kan voor een beschreven situatie motiveren of een medewerker gebruik kan maken van in het verleden opgebouwde rechten tijdens de levensloopregeling.

2 Demografie en politiek Bevolkingspiramide Nederland ‘Verzekerd van de wieg tot het graf’ Trendbreuk levensloopregeling naar vitaliteitsregeling.

3 Levensloopregeling (2006 – 2011) 1 jan 2012 vervallen 31 dec 2011 meer dan 3000 euro vallen onder de regeling Dan nog 12 % van het jaarloon onbelast sparen indien het levensloopsaldo niet meer is dan 210% van het jaarloon van het voorafgaande kalenderjaar. Geld op - een geblokkeerde rekening - premie levensloopproduct

4 Nu onbelast (alle loonheffingen) … later belast ! Vanaf 61 jaar geldt de uitkering als loon uit vroegere dienstbetrekking (geen arbeidskorting en WG geen premies werknemersverzekeringen) Bij opname recht op levensloopverlofkorting (209 (2016) per kalenderjaar met als max het gespaarde bedrag). Sinds 1 jan 2012 geen opbouw levensloopkorting En waarvoor ? Onbetaald verlof Eerder met pensioen WG moet meewerken bij een wettelijk recht

5 Spaarloonregeling (afgeschaft per 2012) Overgangsrecht tot 1 januari 2016: - tegoed belastingvrij opnemen - Vrijstelling in box 3

6 Vitaliteitsregeling In plaats van de levensloopregeling (tot 2012) en de spaarloonregeling (tot 2016). Meer en langer werken moet gaan lonen. Doel: Zorg dat werknemers vitaal blijven, zodat ze tot de – steeds later wordende – pensioendatum kunnen doorwerken. Werk op flexibele wijze combineren met andere activiteiten.

7 De regeling is eenvoudig. Er mag een bedrag uit het bruto loon worden gespaard, tot maximaal € 5.000 per jaar. Dit mag worden gedaan zolang het saldo op 1 januari lager is dan € 20.000. Het saldo kan worden besteed aan wat je wilt en wanneer je wilt. Er zijn geen vast omschreven bestedingsdoelen. Uiteraard is opname van het saldo belast. Het is echter niet de bedoeling om het geld te gebruiken om vervroegd met pensioen te gaan. Daarom mag je na 62 jaar maximaal € 10.000,- opnemen en op 65 jaar moet het op zijn. Het is dus niet bedoeld om eerder te stoppen met werken maar ook niet als aanvulling op je pensioen.


Download ppt "Hoofdstuk 1(3.1- 8%) De kandidaat kan voor een beschreven situatie motiveren of een medewerker gebruik kan maken van in het verleden opgebouwde rechten."

Verwante presentaties


Ads door Google