Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdNathan Koster Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
WAT WERKT ER EN HOE WERKT HET IN DE HULPVERLENING ? ©DRS. SJEF DE VRIES BATENBURG, 16 /10/2015 NCMWVRIES@PLANET.NL
2
QUIZ 1. Therapie en hulverlening zijn effectief ! Het aantal dat er profijt van heeft is…. Het aantal mensen dat er profijt van heeft is…. A)52 % B)63% C)77% D)81%
3
QUIZ. 2. Wie, welke diagnose krijgt hangt af van…? A)Symptomen/ ziektebeeld B)Persoonlijkheidskenmerken C)Sociale omstandigheden/sociale klasse D)Gender E)Culturele achtergrond F)Perspectief v/d hulpverlener
4
QUIZ. 3. Het verschil in effectiviteit tussen de ene en andere hulpverleningsmethode is.. A)37% B)23% C)17% D)1%
5
QUIZ. 4. De invloed van de cliënt op het effect is A)87% B)63% C)44% D)32%
6
QUIZ. 5. De invloed van de Werkrelatie op het effect is….. a) 6% b) 11% c) 16% d) 22%
7
QUIZ. 6. De invloed van de hulpverlener op het effect is… a) 25% b) 18% c) 12% d) 8%
8
QUIZ. 7. Wie, welke behandeling krijgt hangt af van…? A)Symptomen/ ziektebeeld B)Persoonlijkheidskenmerken C)Sociale omstandigheden/sociale klasse D)Gender E)Culturele achtergrond F)Perspectief v/d hulpverlener
9
QUIZ. 8. Het meeste resultaat creëren de cliënten in 4 gesprekken 6 gesprekken 13 gesprekken 20 gesprekken
10
DE VOLKSKRANT (24/12/10) Welk dieet werkt het best ? Het volumetrische ? Het vetarme ? Het koolhydraatarme ? Het mediterrane ? Het eiwitrijke ? Het glycemische- index dieet ? Dr. Frank van Berkum/ Dr Ivan Wolffers. “al die methoden leveren ongeveer hetzelfde gewichtsverlies op”
11
Stel dat je een diëtist bent en iemand komt om hulp … Welk dieet zou je aanraden ? Wat zou je onderzoeken ? Hoe zou je weten of het dieet helpt ? Wie gaat ervoor zorgen dat het dieet helpt? WAT BETEKENT DAT ?
12
WERKEN SPECIFIEKE METHODEN ? Welke therapie werkt het beste bij depressies ? Gedragstherapie? Cognitieve Therapie Cognitieve gedragstherapie? Psychodynamische therapie ? Internet therapie ? Problem-solving therapie Oplossingsgerichte therapie ? Medicatie Medicatie én gesprekstherapie Wampold & imel 2015 Cuijpers 2012)
13
WERKEN SPECIFIEKE TECHNIEKEN ? Ontmantelingsonderzoeken. Twee meta-analyses (1970 -2010) Alle (80) degelijke onderzoeken. Géén significant verschil
14
SPECIFIEKE EN NON-SPECIFIEK FACTOREN Specifieke factoren Non-specifieke factoren Specifieke factoren : therapeutische interventies die een specifieke ziekte, probleem geneest. Non-specifieke factoren: alle andere factoren die de behandeling beïnvloeden; zoals cliënt factoren, Common Factors,Placebo- effecten
15
COMMON FACTORS : CUIJPERS 2012
16
WAT WERKT, OF BETER WIE WERKT; WAMPOLD & IMEL 2015
17
BEHANDELINGSEFFECTEN: 13% Placebo 4%- ? Methoden 1 % Werkrelatie 5-7% Feedback 2-4% Therapeut 6-9%
18
NON-SPECIFIEKE FACTOREN IN MEDISCHE INTERVENTIES 5 ineffectief gebleken behandelingen ( Gegevens van 6931 patiënten) 40% reageerde zeer goed 30% goed 35% slecht (Roberts, Kewman Mercer, Hovell.1993)
19
NON-SPECIFIEKE FACTOREN IN (PARA)MEDISCHE INTERVENTIES Er is bewijs voor het positieve effect van : Behandelaars persoonlijke- en communicatiekwaliteiten Werkrelatie Hoop en positieve verwachtingen Cliënt factoren als : social support, sociale klasse, visie op de behandeling, etc. ……. en Placebo-effecten opgewekt door de gehele behandeling
20
PLACEBO-EFFECTEN = ZELFHELEND VERMOGEN Een reëel psycho-neurobiologisch effect opgeroepen door : Cliënt : hoge verwachtingen dat de hulp helpt vertrouwen in de hulpverlener / dokter hoge motivatie om te verbeteren positieve eerdere ervaringen. Hulpverlener / dokter vertrouw wekkende persoon/expert geloofwaardige verklaring geloofwaardige behandeling De werkrelatie. Open, warm, respectvol, patiënt gericht (Jubb,Bensing 2013)
21
DE STEM VAN DE PATIËNT. Deze tips gaven patiënten uit Italië, België, de UK, en Nederland. : Laat zien dat je gevoelsmatig betrokken bent Laat je expertise zien Geef de patiënt de ruimte om te praten Wees empathisch Wees flexibel, neem de tijd Zie de mens niet alleen zijn ziekte Sta open voor wat er gezegd wordt, neem dat serieus Wees eerlijk Wees positief (als dat kan) ( Bensing, Deveugele e.a. 2011; Mazzi, Rimondini e.a 2015)
22
DE BEHOEFTE VAN DE PATIËNT. Dubbele behoefte : Te weten en te begrijpen wat er aan de hand is én zich gezien en begrepen te voelen. Goede dokter = Warm, persoonlijk Aanwezig en betrokken Luistert actief Toont openlijk zijn empathie Laar ruimte voor het verhaal van de cliënt, Stelt gerust
23
DE WERKRELATIE; Significant bewijs voor: Meer effect van de behandeling (lage rugpijn, Lupus) Betere behandelingstrouw. ( chronische ziekten,diabetes, Aids, asthma ) Grotere tevredenheid. Hogere kwaliteit van leven ( rehabilitatie) (Buiten de specifieke behandelingseffecten om! )
24
WELKE BEHANDELING BIJ LAGE-RUGPIJN IS DE BESTE? Oefeningen ? Gedragstherapie ? Fysiotherapie ? Voorlichting ? Acupunctuur ? Ontstekingsremmers ? Spierontspanners ? Antidepressiva ? Miciak & Gross & Joyce (2011)
25
HET MEDISCH MODEL. Diagnose Theoretische verklaring Behandelingsplan Specifieke interventies voor specifieke problemen Evaluatie
26
Stel dat je een fysiotherapeut bent … Welk program zou je aanraden ? Wat zou je onderzoeken ? Hoe zou je weten of het program helpt ? Wie gaat ervoor zorgen dat het dieet helpt? WAT BETEKENT DAT ?
27
COMMUNICATIEVOORKEUR ONDER PATIËNTEN MET LAGE RUGPIJN. Onderzoek onder 701 patiënten gedurende 2 jaar “ De werkers dienen te overwegen dat patiënten met lage rugpijn een effectieve, open communicatie waarin de patiënt centraal staat zeer belangrijk vinden, Een emotionele ondersteunde communicatie belangrijk En communicatie over persoonlijk omstandigheden minder belangrijk. “ (Farin, Gramm, Schmidt 2013)
28
HOE PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING WERKT. NAAR: WAMPOLD & IMEL 2015) Helende acties Therapeut acties. Doelen en taken Cliënt acties Hoop en positieve verwachting Verklaring in combinatie meteen behandeling De echte relatie Persoonlijke betrokkenheid Patiënt. Vertrouwen, Begrip expertise Hulpverlener Kwaliteit van leven Symptoom reductie
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.