De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Cigna Antwerpen 22 maart 2016 Eveline Van den Hout.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Cigna Antwerpen 22 maart 2016 Eveline Van den Hout."— Transcript van de presentatie:

1 Cigna Antwerpen 22 maart 2016 Eveline Van den Hout

2  De vergoeding van lichamelijke letselschade is een zeer ingewikkelde materie en steeds in volle evolutie.  Elk schadegeval, elke afhandeling van een dossier letselschade, is anders.  Dovenmansgesprekken tussen partijen dienen vermeden te worden.  Kennis is onontbeerlijk.

3  Voorwoord : 2  Basisprincipes gemeen recht : 6 – 11  Wat is schade : 12 – 15  Soorten schade : 16  Voorwaarden schadeloosstelling : 17  Het bewijs van de schade : 18  De aanspraakgerechtigden : 19  De begroting van de schade : 20 – 21  5 belangrijke basisbeginselen : 22  3 systemen vergoeding letselschade : 23  De indicatieve tabel : 24 – 25  Vergoeding van kosten + maximumfactuur : 26 – 32

4  Tijdelijke werkonbekwaamheid (loon, TEO, THO, TPO: 33 – 49  verlies schooljaar : 50 – 52  Blijvende werkonbekwaamheid : 53 – 66  Esthetische schade : 67  Postprofessionele schade : 68  Pretium voluptatis : 69  Genoegenschade : 70  Schade door weerkaatsing : 71  Vergoeding bij overlijden : 72 – 87  De interesten : 88 – 93  De subrogatie : 94 – 103  De subrogatie - wetsverzekeraar 104 – 114  Subrogatie – ziekenfonds : 115 – 123

5  Ziekenfonds – preferentierecht : 124 – 131  Ziekenfonds – geen voorrang, BWO en besluit : 132 – 143  Artikel 29 bis WAM-wet : 144 – 150  De overeenkomst van dading : 151 – 154  De verjaring : 155  Nawoord : 156

6  Artikel 1382 BW.  “Elke daad van de mens waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden”.

7  Artikel 1383 BW  “Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.”

8  De artikelen 1382, 1383 en volgende BW :  ONRECHTMATIGE DAAD  EXTRACONTRACTUELE OF BUITEN CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID  FOUTBEGINSEL

9  1) fout, nalatigheid, onvoorzichtigheid  2) schade  3) oorzakelijk verband tussen beide  Zonder oorzakelijk verband : geen tussenkomst in de vergoeding. Dit geldt zowel voor het slachtoffer als voor zijn gesubrogeerd organisme (ziekenfonds, wetsverzekeraar, hospitalisatieverzekeraar, werkgever, enz.)

10  Tegenover dit foutbeginsel staat de afwezigheid van fout en daardoor de vergoeding op basis van artikel 29bis van de wet van 21/11/1989 op de verplichte verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid motorrijtuigen (WAM).  = objectieve aansprakelijkheid ten voordele van zwakke weggebruikers : voetgangers, fietsers, passagiers.

11  Bij objectieve aansprakelijkheid (artikel 29 bis WAM-wet) enkel subrogatie voor :  - ziekenfondsen (mutualiteiten).  - arbeidsongevallenverzekeraars (wetsverzekeraars).  Geen subrogatie voor werkgevers, hospitalisatieverzekeraars, enz. bij art.29bis

12  Het burgerlijk wetboek (art.1382-1383) geeft hiervan geen definitie.  Het is een bewuste leemte waardoor aan de rechtbanken de ruimste mogelijkheid gelaten wordt om in elk CONCREET geval te bepalen of er schade is.

13  Schade is :  elk nadeel,  elk verlies,  elke vermindering van iemands vermogen, zowel in zijn goederen als in zijn persoon.

14  Schade wordt vastgesteld door de VERGELIJKING tussen 2 toestanden :  de toestand VOOR het schadegeval,  de toestand NA het schadegeval.  DIT VERSCHIL bepaalt de schade.

15  De ganse schade wordt vergoed maar ook niets meers dan de schade.  Schadebeperkingsplicht voor het slachtoffer en zijn gesubrogeerde.  Geen verrijking via het systeem van de schadevergoeding.  IN CONCRETO vergoeding rekening houdende met de realiteit.

16  Zaakschade,  Lichamelijke schade  Vermogensschade  Morele schade  Rechtstreekse schade  Onrechtstreekse schade  Toekomstige schade  enz. de opsomming is niet limitatief.

17  Een recht hebben (art. 1382 e.v. BW of art. 29bis WAM-wet)  De zekerheid van de schade  HYPOTHETISCHE SCHADE WORDT NOOIT VERGOED  Een rechtmatig belang  De bekwaamheid om in rechte op te treden.

18  Letselschade wordt bewezen door :  - medische attesten  - info in het strafdossier  - medische expertise, hetzij :  - éénzijdige medische expertise  - minnelijke medische expertise (MME)  - gerechtelijke medische expertise

19  Wie kan er aanspraak maken op schadevergoeding ?  1) het slachtoffer zelf,  2) zijn rechthebbenden,  3) de gesubrogeerde organismen.

20  De schade moet steeds in concreto beoordeeld worden.  Basis is niet een abstract persoon, maar wel de schadelijder zelf, zoals hij is op het ogenblik van het ongeval, rekening houdende met zijn familiale, sociale situatie, beroep en inkomen, zijn gezondheidstoestand.  In eerste instantie : herstel in natura, zoniet financiële compensatie.

21  Onderscheid : VOORBESCHIKTHEID en VOORAFBESTAANDE TOESTAND.  Diegene die de schade veroorzaakt draagt het risico van de voorbeschiktheid van het slachtoffer.  Bij voorafbestaande toestand wordt enkel dat deel van de schade vergoed dat veroorzaakt werd zoals de verergering. Geen vergoeding van de voorafbestaande toestand.

22  Geen vermogensverschuiving of vermogensverrijking zonder oorzaak  Schadebeperkingsplicht  Begroting van de schade in concreto  Restitutio in integrum waar mogelijk  Vergoeding van heel de schade, niet minder en ook niet meer.

23  De vergoeding door middel van kapitalisatie =  SPLITSINGSMETHODE : onderscheid schade verleden en schade toekomst  De vergoeding door uitkering van een rente al dan niet geïndexeerd.  De vergoeding ex aequo et bono.

24  Tot stand gekomen door samenwerking magistraten en verzekeringssector.  Bedoeling is eenvormigheid na te streven voor de schadeposten die niet in concreto maar wel forfaitair begroot kunnen worden.  Bedoeling is rechtsgedingen te vermijden  MAAR :

25  - de indicatieve tabel is niet bindend,  - de indicatieve tabel is een leidraad,  - de indicatieve tabel is een hulpmiddel,  - de aangeduide bedragen in de tabel zijn niet als minima noch als maxima te beschouwen,  -de indicatieve tabel laat de soevereiniteit van de rechter ongemoeid.

26  Medische kosten :  Rekening te houden met subrogatie van ziekenfonds of wetsverzekeraar of hospitalisatieverzekeraar  - ziekenhuisfactuur  - ziekenvervoer  - kinesitherapie  - dokterskosten  - prothesen, orthesen  - hulpmiddelen

27  De schadevordering van het slachtoffer moet verminderd worden met de tussenkomst van de mutualiteit en met de MAF.  Dit geldt ook voor het gesubrogeerd organisme van het slachtoffer, de hospitalisatieverzekeraar, die pas tussenkomst zal verlenen NA tussenkomst ziekenfonds en MAF. Het eventueel resterende deel zal dan betaald worden aan het slachtoffer.

28  Doel : een gezin moet in de loop van een kalenderjaar niet meer dan een welbepaald maximumbedrag aan uitgaven hebben voor verzekerde en noodzakelijke gezondheidszorgen.  Zodra de door een gezin betaalde remgelden in de loop van een kalenderjaar een plafondbedrag overschrijden, worden deze door de mutualiteit terugbetaald.

29  De gezondheidszorgen die in aanmerking komen voor de MAF, zijn de wettelijke erkende remgelden in de « Nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen » :  - persoonlijk aandeel voor verstrekkingen door artsen, tandartsen, kinesitherapeuten, (thuis)verpleegkundigen e.a. zorgverleners  - kosten van technische prestaties, zoals RX, labo, operaties, testen, e.a. 

30  - de remgelden van bepaalde geneesmiddelen (categorie A,B en C en voor magistrale bereidingen : zie website RIZIV  - het persoonlijk aandeel in de verpleegdagprijs in een ziekenhuis (volledig en tot de 365ste dag in een psychiatrisch ziekenhuis)  Het dagforfait geneesmiddelen betaald bij ziekehuisverblijf  Endoscopisch en viscerosynthesemateriaal  Supplementen voor implantaten  Niet alle geneeskundige verstrekkingen vallen dus onder de MAF

31  Er zijn 4 types van MAF :  - de inkomens-MAF  - de sociale MAF  - de MAF voor een kind jonger dan 19 jaar  - de MAF chronische zieken  Alle info op RIZIV website

32  Verplaatsingskosten  0,33 EUR/km  Quid subrogatie arbeidsongevallenverzekeraar  Administratieve kosten  Afhankelijk van de duur van het schadegeval.  De indicatieve tabel voorziet een forfait van 100,00 EUR  Kledij en bagage  in concreto. De indicatieve tabel voorziet een forfait van 375,00 EUR

33  3 levenssferen :  De persoonlijke tijdelijke ongeschiktheid of de morele schade : TPO  De tijdelijke huishoudelijke ongeschiktheid of de huishoudelijke schade : THO  De tijdelijke economische ongeschiktheid : TEO, bestaat uit loonverlies en uit meerinspanningen (verhoogde of extra inspanningen bij herneming professionele activiteit).

34  TEO : LOONVERLIES  ZWARTWERK WORDT NOOIT VERGOED  Onderscheid :  -loontrekkenden : arbeiders en bedienden  -zelfstandigen of vrije beroepen  -ambtenaren of statutairen : ministeries, gemeentebesturen  Subrogatierecht van mutualiteit en wetsverzekeraar

35  Onderscheid :  Brutoloon = bedrijfsvoorheffing en andere lasten + RSZ bijdragen en andere sociale lasten + nettoloon.  Semi-brutoloon = brutoloon minus RSZ e.a.  Nettoloon = zonder bedrijfsvoorheffing e.a. en zonder RSZ-bijdragen e.a.

36  RSZ bijdrage : 13,07 % van het brutoloon  Werknemers  Gewaarborgd loon : werknemer : onderscheid bedienden (30 dagen) en arbeiders (afhankelijk van CAO minstens 8 dagen)  Gewaardborgd loon : terugbetaling aan werkgever : bruto + patronale lasten (RSZ)

37  Werknemers : NA gewaarborgd loon  Vergoeding van het semi-brutoloon minus de door de mutualiteit uitgekeerde dagvergoedingen  Indien vergoeding netto : voorbehoud te verlenen voor de fiscale lasten

38  Zelfstandigen en vrije beroepen  Vergoeding van het nettoloon  Een verlies aan inkomsten uit een zelfstandige activiteit kan perfect berekend worden aan de hand van fiscale stukken, o.a. aanslagbiljetten.  Rekening te houden met de eventuele bijkomende werkkrachten die werden ingeschakeld en de kosten hieraan verbonden.

39  Zelfstandigen en vrije beroepen  Concreet in mindering te brengen op omzet :  1.Vaste kosten, waaronder o.a. : .verwarming .elektriciteit en water .verzekeringen .sociale bijdragen .mutualiteitsbijdrage .provincie- en gemeentetaksen  2.Netto winst  3.Verlies koopwaar  = verlies : vergelijken met toestand VOOR ongeval en netto te vergoeden

40  Ambtenaren : de statutairen  Geen loonverlies : doorbetaling van het loon bij arbeidsongeval  Doorbetaling van het loon bij private ongevallen tot de ziektedagen opgebruikt zijn, daarna in disponibiliteit = 60 % loon en vervroegde op pensioenstelling.

41  Herneming van de professionele activiteit VOOR consolidatie,  Synoniemen : meerinspanningen, extra inspanningen  Toepassing van de degressieve tabel door medische expertise bepaald.  Indien geen afzonderlijke degressieve tabel : tot en met 30 % TEO (25%, 15% als ondergrens).

42  20,00 EUR per gepresteerde dag aan 100 %  Zolang het werk niet hernomen wordt : geen meerinspanning,  Bij herneming van werk : wel meerinspanning : 20,00 EUR verminderd met het % tijdelijke degressiviteit en herleid naargelang het arbeidsregime (voltijds, deeltijds).

43  Enkel toegekend op effectieve dagen beroepsherneming, niet op vakantiedagen, niet op zaterdagen en zondagen en feestdagen (tenzij er die dagen toch beroepsmatig gewerkt werd) (5/7, 6/7).  Subrogatierecht van de arbeidsongevallenverzekeraar.

44  Vergoeding van de economische waarde huishoudelijke arbeid.  Basisbedrag : 20,00 EUR per dag voor het huishouden zonder kinderen.  Alleenstaande : 20,00 EUR zonder kinderen  Partners : 20,00 EUR zonder kinderen verdeeld onder de partners :  65 % vrouw, 35 % man indien geen specificaties, zoniet in concreto verdeling.

45  Indien huishouden met kinderen : 20,00 EUR/dag vermeerderd met 5,00 EUR per kind ten laste (kinderbijslag gerechtigd).  Toepassing van de degressieve tabel door medische expertise bepaald.  Indien niets bepaald, beperkt tot 30 %(25 %, 15 % als ondergrens).

46  Hulpmiddelen :  Orthesen, prothesen, e.d. : stavingsstukken in correlatie met medische expertise  Hulp van derden :  Is andere schade dan huishoudelijke.  Per uur : 10,00 EUR voor niet gekwalificeerde hulpverlener.  SUBROGATIE mogelijk

47  De morele schade omvat de normale pijn en smarten en alle courante ongemakken :  31,00 EUR per dag hospitalisatie  25,00 EUR per dag zonder hospitalisatie bij 100 % ongeschiktheid en vervolgens pro rata overeenkomstig de degressieve tabel bij medische expertise bepaald.

48  Specifieke schade : PIJN : pretium of quantum doloris.  Begroot in de schaal van 1 tot 7.  Inbegrepen in de morele schade voor de pijnen begroot 1/7, 2/7 en 3/7.  Afzonderlijke vergoeding vanaf 4/7.

49  Bij te voegen aan de dag morele schade als volgt :  4/7 : + 10,00 EUR  5/7 : + 15,00 EUR  6/7 : + 21,00 EUR  7/7 : + 28,00 EUR

50  Deze schade bestaat uit 3 luiken :  - materiële schade (forfait voor gemaakte kosten)  - morele schade (frustratie « zittenblijver »)  - eventueel financieel verlies naar toekomst toe

51  MATERIELE SCHADE  Lager onderwijs : 390,00 EUR  Middelbaar (ASO,TSO,BSO) : 1.000,00 EUR  Hoger onderwijs : -op kot : 4.300,00 EUR  - thuis : 2.500,00 EUR  Universiteit : -op kot : 4.000,00 EUR  -thuis : 2.000,00 EUR

52  MORELE SCHADE  3.750,00 EUR voor alle onderwijstypes  ACHTERSTAND IN LOOPBAAN-financieel verlies  -indien bewezen : eerste jaar nettoloon  -onzekere schade wordt nooit vergoed  -wel verlies van een kans : forfait 2.500 EUR

53  3 levenssferen :  De persoonlijke blijvende ongeschiktheid of de morele schade : BPO  De blijvende huishoudelijke ongeschiktheid of de huishoudelijke schade : BHO  De blijvende economische ongeschiktheid : BEO, bestaat uit loonverlies of uit meerinspanningen en aantasting concurrentievermogen met economische weerslag.

54  Consolidatie na tijdelijke ongeschiktheid : indien blijvend letsel toekenning van een ongeschiktheidspercentage tussen 0 - 100 % op welbepaalde datum.  Deze schade ligt grotendeels in de toekomst.  3 mogelijke wijzen van vergoeding :  Ex aequo et bono : per punt vergoeding  Kapitalisatie : splitsingsmethode  Rente al dan niet geïndexeerd : kapitalisatievorm

55  Bij hoge BWO : vergoeding door kapitalisatie of geïndexeerde rente voor :  -loon : op basis van het netto-inkomen  -morele schade : op basis van een dagbedrag vanaf 15,00 EUR tot 25,00 EUR omgezet naar jaarbedrag.  -huishoudelijke schade : verschillende periodes mogelijk naar gelang gezinssamenstelling omgezet naar jaarbedrag.  -hulpmiddelen, hulp van derden

56  Kapitalisatie is een manier van berekenen van toekomstige schade. Het is de omzetting in een kapitaal van alle jaarlijkse of maandelijkse bedragen over de periode waarover de vergoeding NA rechterlijke uitspraak of datum minnelijke regeling verschuldigd is.  Splitsingsmethode tussen schade verleden (tot uitspraak dagbedragen nominaal) en schade toekomst (kapitaal).

57  Kapitalisatiecoëficiënt  Rentevoet : 1 % (2 %) behoudens belangrijke heropleving van de economie  Gebruik van tabellen : Levie of Schrijvers  Onderscheid : lucratieve levendsduur  effectieve levensduur  Basis : cijfers NIS (nationaal instituut van de statistiek), levensduur man en vrouw verschillend.

58  Men kent volgend onderscheid :  -de tafels van de zuivere verdiscontering op basis van de berekening van de huidige waarde van 1 EURO te betalen NA “n” jaren : wordt toegepast op berekening van begrafeniskosten, prothesen, tandarts - orthesen en slaat op de VERVROEGING van het te ontvangen kapitaal, namelijk NU te betalen voor iets (schade) welke slechts in de toekomst zeker te voorzien is.  Verdiscontering = een toekomstige éénmalige ontvangst of uitgave te herleiden tot zijn huidige waarde. 

59  de tafels van kapitalisatie op basis van de berekening van de huidige waarden van 1 EURO betaalbaar GEDURENDE “n” jaren : wordt toegepast op de berekening van loon, morele schade, huishoudelijke schade voor de toekomst.   Kapitalisatie = toekomstige periodieke ontvangsten of uitgaven te herleiden tot hun huidige waarde.

60  Bij lage BWO : geen kapitalisatie maar wel vergoeding per percentagepunt in functie van de consolidatieleeftijd overeenkomstig de indicatieve tabel 2012  Geen toepassing van de splitsingsmethode  Geen onderscheid man, vrouw

61  Indicatieve tabel 2012 : 2 soorten tabellen :  Van 1 t.e.m. 5 %  Van 6 t.e.m. 14 %  Gemengde vergoedingen voor de 3 levenssferen :  Vergoeding ieder voor 1/3 van het puntbedrag.  BPO : morele schade  BHO : huishoudelijke schade  BEO : extra inspanningen (concurentievermogen)

62  Hof van Cassatie 20/11/2012  De rechter dient zijn beslissing om niet te kapitaliseren met gegronde redenen te omkleden, zoals impact letsels op de activiteiten van het slachtoffer (professioneel en privaat), zijn leeftijd.  Dan pas : vergoeding ex aequo et bono.

63  Principe : hoe ouder men is hoe minder men krijgt omdat de levensverwachting lager is en omdat het om vergoeding van toekomstige schade gaat.  Dus hoe minder de toekomst, hoe lager de vergoeding.

64  Voorbeeld vergoeding ex aequo et bono  43 jaar op datum consolidatie  BEO : 8 % = 2.340,00 EUR gedeeld door 3 maal 8 is 780,00 EUR x 8 = 6.240,00 EUR  BHO : 5 % = 1.080,00 EUR gedeeld door 3 maal 5 is 360,00 EUR x 5 = 1.800,00 EUR  BPO : 10 % = 2.340,00 EUR gedeeld door 3 maal 10 is 780,00 EUR x 10 = 7.800,00 EUR  TOTAAL = 14.040,00 EUR

65  Quid voortijdig overlijden slachtoffer vreemd aan ongeval.  Omzetting van de blijvende ongeschiktheid naar tijdelijke vanaf consolidatiedatum tot overlijden, zowel voor BPO, BHO, BEO  Voorbeeld : BPO 10 % consolidatie 15/3/2015, overlijden 30/06/2015 = 108 dagen x 25,00 EUR x 10 %BPO naar TPO = 270,00 EUR : valt in nalatenschap

66  De subrogatie van de wetsverzekeraar die een vergoeding voor loon zal uitgekeerd hebben voor BWO, slaat op de BEO maar conform de parameters van het gemeen recht, zowel qua % bestendige als qua berekening (kapitalisatie of ex aequo et bono-meerinspanning het één derde van het percentagepunt indicatieve tabel 2012) en beperkt tot de gedane uitgaven loon in wet.

67  Bij medische expertise bepaald in een schaal van 7 gradaties : 1/7, 2/7, 3/7, 4/7, 5/7, 6/7, 7/7 = de schaal van Julin.  Geen onderscheid man – vrouw  Vergoeding forfaitair door indicatieve tabel 2012  Vergoeding volgens leeftijdsgroepen.  Voorbeeld : persoon van 43 jaar op datum consolidatie en een esthetische schade 3/7 = 3.600 EUR (leeftijdscategorie van 41 tot 50 jaar).

68  Dit is schade na het beëindigen van de beroepsloopbaan, dus bij het nemen van het pensioen.  Het pensioenbedrag ligt lager tengevolge van de langdurige werkonbekwaamheid tijdens de lucratieve periode, waardoor er geen bijdragen voor de opbouw van het pensioen gestort konden worden.  Toekenning van een forfait of voorbehoud

69  Dit is de seksuele schade, wordt bij medische expertise vastgesteld.  Forfaitaire vergoeding in functie van de aard van het letsel en leeftijd van het slachtoffer, ook voor partner bij weerkaatsing.  Voorbeelden : -impotentie  -steriliteit  -anorgasmie  -vermindering huwelijkskansen  -geboorte alleen via keizersnede

70  De genoegenschade, ook wel “préjudice d’agrément” genoemd, is de schade die het slachtoffer lijdt door de beperkingen die hij ondervindt in zijn ontspanningsactiviteiten, zoals cultuur, sport (kan niet meer tennissen bv), beperkingen op sociaal, zelfs mondain vlak.  Forfaitair vergoed.

71  Genegenheidschade  Dit is de schade die de verwanten lijden door het aanzien van het leed en de pijn van het slachtoffer. Het moet gaan om uitzonderlijke pijnen.  Deze vergoeding wordt toegekend vanaf het moment dat de familieband niet meer normaal kan worden beleefd.  Forfaitair vergoed.

72  Het betreft hier schade geleden door anderen dan het slachtoffer zelve en bestaat uit 3 grote luiken :  -de morele schade,  -de begrafeniskosten  -de vermogensschade.

73  De schade EX HAEREDE  Indien het slachtoffer zich bewust was van zijn nakend overlijden, kan hiervoor als vergoeding voor morele schade aan de rechthebbende, een forfaitair bedrag van 75,00 EUR per dag toegekend worden.

74  Morele schade van de nabestaanden  Verdriet is niet in geld uitdrukbaar en niet met geld te vergoeden.  Men kan deze schade ook niet herstellen : men kan het slachtoffer het leven niet teruggeven.  Niettemin worden er standaardbedragen aan de nabestaanden uitgekeerd, meer omwille van troost, met als doel, de pijn, de smart en ander leed te lenigen. Deze bedragen geven geenszins de echte realiteit weer van het geleden verlies, hetgeen trouwens ook niet mogelijk is : zie IT 2012.

75  Alle redelijke uitgaven dienen te worden vergoed.   Bij de begroting van de schadevergoeding voor de begrafeniskosten, dient nagegaan te worden of de bestede uitgaven niet overdreven zijn, en zo ja, dan dient men deze te herleiden tot redelijke en aanneembare bedragen.

76  De begrafeniskosten zelf, mits voorlegging van de nodige bewijsstukken, worden aanvaard doch er wordt rekening gehouden met de status van de overledene en diens nabestaanden.  Buitensporige uitgaven worden herleid.  Er moet rekening mee gehouden worden dat deze uitgaven meestal vervroegde betalingen zijn.

77  De overledene is jonger dan de aanspraakgerechtigde.  Situatie kind dat sterft VOOR de ouders wat tegennatuurlijk is.  Dit betekent dat de aanspraakgerechtigde ouder is en de begrafeniskosten van de jongere (thans overleden) persoon nooit ten laste zal hebben.  Aangezien dit nu wel het geval is, zijn de door de aanspraakgerechtigde gedane begrafeniskosten, integraal verhaalbaar op de aansprakelijke derde. 

78  De vervroegde betaling  De overledene is ouder dan de aanspraakgerechtigde.  Situatie van de vader of moeder die VOOR hun kind(eren) sterven, wat de normale gang der zaken en van het leven is.  Dit betekent dat de aanspraakgerechtigde jonger is en de begrafeniskosten van de oudere en thans overleden persoon, op een welbepaald moment toch eens ten laste zal hebben, namelijk op het einde van diens normale levensverwachting, maar niet nu, voortijdig en dus te vroeg.

79  Voorbeeld van vervroeging  5.000,00 EUR begrafeniskosten  slachtoffer is een man van 70 jaar nog 10 jaar te leven (maximum volgens cijfers NIS)  Deze 10 jaar stemmen aan een rentevoet van 1 % overeen met een welbepaalde coëfficiënt : 0,905 (Schrijvers).  Men noemt dit de verdiscontering, namelijk de constante waarde van 1,00 EUR te vorderen over n jaar, of de actuele waarde van 1,00 EUR, betaalbaar over n jaar.  5.000,00 EUR x 0,905 = 4.525,00 EUR  5.000,00 EUR – 4.525,00 EUR = 475,00 EUR  Er wordt aan nalatenschap 475,00 EUR betaald

80  Tenslotte is er nog de vervroeging van begrafeniskosten tussen echtgenoten indien één van hen voortijdig sterft.  De vervroeging zal berekend worden in functie van hun leeftijden maar begrenst tot de levensduur van de kortstlevende (diegene met de laagste te leven resterende jaren).

81  Subrogatie :  Indien de wetsverzekeraar uitkeringen gedaan heeft voor begrafeniskosten, zal de subrogatie hierop betrekking hebben maar beperkt tot de principes en berekening naar gemeen recht.

82  De nabestaanden kunnen slechts aanspraak maken op dat deel van het inkomen waaruit ze persoonlijk voordeel genoten.  Het is dan ook belangrijk te weten welke uitgaven het gezin niet meer zal doen voor de kostwinner zelf.  Aftrek eigen onderhoud van de overledene.

83  Aftrek eigen onderhoud  Bij de begroting van het aandeel voor het eigen onderhoud moet onder meer rekening gehouden worden met de leeftijd van de echtgenoot (echtgenote) en de kinderen, de vaststelling dat het om een éénverdienergezin dan wel om een tweeverdienergezin gaat, het inkomenspeil, de levensstandaard van het gezin, het beroep van de overledene, de vraag of het echtpaar een gemeenschappelijk vermogen zou opbouwen, hypothecaire lasten.

84  Berekening : 2 systemen :  Indicatieve tabel :  Het netto gezinsinkomen gedeeld door het aantal gezinsleden VOOR het overlijden + 1  Rechtspraak  Het netto gezinsinkomen gedeeld door het aantal gezinsleden VOOR het overlijden.

85  Overzicht rechtspraak aftrek eigen onderhoud  De rechtspraak hanteert volgende percentages voor eigen onderhoud :   35 à 50 % eigen onderhoud voor een gezin ZONDER kinderen,  30 à 40 % eigen onderhoud voor een gezin met 1 kind,  25 à 33 % eigen onderhoud voor een gezin met 2 kinderen,  25 à 30 % eigen onderhoud voor een gezin met 3 kinderen,  25 à 30 % eigen onderhoud voor een gezin met 4 kinderen,  20 % eigen onderhoud voor een gezin met 5, 6 kinderen. 

86  Voorbeeld  Een doorsnee gezin met 2 kinderen : de man sterft.  Het eigen onderhoud van de overleden man wordt als volgt bepaald : toepassing formule indicatieve tabel :  Man en vrouw + 2 kinderen = 4 plus 1 = 5 : totaal aantal gezinsleden VOOR overlijden + 1.  Het gezinsinkomen aan 100 % gedeeld door 5 = 20 % aftrek voor eigen onderhoud.  De rechtspraak voorziet voor 2 kinderen tussen 25 en 33 % aftrek eigen onderhoud  Kapitalisatie van het resterende netto-inkomen in functie van de leeftijd van de overledene tot einde lucratieve overlevingsduur. Subrogatierecht is mogelijk.

87  Pensioen  Het overlevingspensioen dat de weduwe in ons voorbeeld zal trekken tengevolge van het overlijden van haar man, wordt niet in mindering gebracht op haar schadevergoeding (zijn gekapitaliseerd inkomensverlies door zijn overlijden).  Vaststaande cassatierechtspraak.

88  Interesten maken integraal deel uit van de schadeloosstelling.  Bij afhandeling van een schadegeval zal de schadebeheerder zich laten leiden door de duur van de afwikkeling ervan.  Interest is dus de vergoeding voor de bijkomende schade die voortvloeit uit de laattijdige betaling van de schadeloosstelling.  In het Frans spreekt men van “dommages et intérêts”. 

89  De interesten worden onderverdeeld in 2 categorieën :  De vergoedende of compensatoire interesten  worden toegekend vanaf datum ongeval (vanaf datum schade), vanaf een gemiddelde datum, vanaf consolidatiedatum, vanaf de effectieve door het slachtoffer gedane betaling, en lopen tot de dag van de uitspraak of regeling in der minne (betaling door de aansprakelijke of zijn verzekeraar).   zij zijn niet van rechtswege verschuldigd en moeten dus door het slachtoffer gevraagd worden.  de rechter bepaalt soeverein het percentage van de vergoedende interest.  zij maken integraal deel uit van de schadevergoeding.

90  Verwijlinteresten of moratoire interesten  deze interesten lopen vanaf de dag van de uitspraak tot de dag van de effectieve betaling.   zij zijn niet van rechtswege verschuldigd en moeten dus door het slachtoffer gevraagd worden.   het percentage van deze interesten is het percentage van de wettelijke interestvoet bij schadegevallen, dat jaarlijks herzien wordt.

91  Overzicht van de wettelijke interestvoeten vanaf 1974 tot op heden :  8 % van 1/11/1974 tot en met 31/07/1981  12 % van 1/08/1981 tot en met 01/07/1985  10 % van 1/08/1985 tot en met 31/07/1986  8 % van 1/08/1986 tot en met 31/08/1996  7 % van 1/09/1996 tot en met 31/12/2006  6 % van 1/01/2007 tot en met 31/12/2007  7 % van 1/01/2008 tot en met 31/12/2008  5,5% van 1/01/2009 tot en met 31/12/2009  3,25%van 1/01/2010 tot en met 31/12/2010  3,75%van 1/01/2011 tot en met 31/12/2011  4,25 %van 1/01/2012 tot en met 31/12/2012  2,75 %van01/01/2013 tot en met 31/12/2013  2,75%van01/01/2014 tot en met 31/12/2014  2,50% van 01/01/2015 tot en met 31/12/2015  2,25% van 01/01/2016 tot en met 31/12/2016

92  De rentevoet  Dit is enerzijds de prijs voor ontleend geld : bepaald op 2 % ( indicatieve tabel 2008) en 1 % (indicatieve tabel 2012) bij kapitalisatie van de toekomstige schade,  en anderzijds bij vergoeding van de geleden en voorbije schade elk jaar herzienbaar : 5,5 % in 2009, 3,25 % in 2010 en 3,75 % in 2011 en 4,25 % in 2012, 2,75 % in 2013 en 2014 en 2,50 % in 2015 en 2,25 % in 2016 (wettelijke interestvoet), tenzij de rechter anders beslist.

93  Interesten worden berekend op de hoofdsom.  Anatocisme of kapitalisatie van interesten (interesten op interesten) is in onrechtmatige daad NIET toegelaten.  Verscheidene vertrekdata om interesten te berekenen :  -vanaf datum ongeval  -vanaf gemiddelde datum  -vanaf consolidatiedatum

94  Gesubrogeerde organismen zijn aanspraakgerechtigden die van rechtswege of bij wet, of bij overeenkomst, in de plaatsgesteld zijn in de rechten van het slachtoffer en aan hem of ten voordele van hem, uitkeringen gedaan hebben.   Deze organismen kunnen hun uitgaven verhalen op de aansprakelijke of op zijn verzekeraar.  Evenwel is hun verhaal beperkt en wordt dit verhaal of regres beheerst door de regels van het gemeen recht.

95  Het wettelijk kader  de artikelen 1249 t.e.m. 1252 van het Burgerlijk Wetboek

96  Artikel 1249 BW   Indeplaatsstelling in de rechten van de schuldeiser ten voordele van een derde persoon die hem betaalt, geschiedt bij overeenkomst of krachtens de wet.

97  Artikel 1250 BW  Indeplaatsstelling geschiedt bij overeenkomst :  1° Wanneer de schuldeiser, die betaling ontvangt van een derde persoon, hem doet treden in zijn rechten, rechtsvorderingen, voorrechten of hypotheken tegen de schuldenaar ; deze indeplaatsstelling moet uitdrukkelijk (schriftelijk) en gelijktijdig met de betaling geschieden.   2° Wanneer de schuldenaar geld leent teneinde zijn schuld te betalen en de uitlener in de rechten van zijn schuldeiser te doen treden. (...).

98  Artikel 1251 BW  Indeplaatsstelling geschiedt van rechtswege : (wettelijke)   1° Ten voordele van hem die, zelf schuldeiser zijnde, een andere schuldeiser betaalt, die voorrang boven hem heeft uit hoofde van zijn voorrechten of hypotheken ;  2° (...). ;  3° Ten voordele van hem die, met anderen of voor anderen tot betaling van een schuld gehouden zijnde, er belang bij had deze te voldoen ;  4° Ten voordele van de erfgenaam (;;;).

99  Artikel 1252 BW   De indeplaatsstelling bij de vorige artikelen bepaald, heeft plaats zowel tegen de borgen als tegen de schuldenaars; zij vermag niet de schuldeiser te benadelen, wanneer deze slechts gedeeltelijk betaald is; in dit geval kan hij zijn rechten, voor wat hem nog verschuldigd blijft, uitoefenen bij voorkeur boven degene van wie hij slechts een gedeeltelijke betaling bekomen heeft. (voorrang van het slachtoffer op de gesubrogeerde (mutualiteit in casu) bij beperkte dekking of insolvabiliteit van de aansprakelijke).

100  Het algemeen principe is dat deze organismen niets meers kunnen vorderen dan wat het slachtoffer zou kunnen vorderen.  Beperkt tot hun eigen uitgaven.  = Dubbele begrenzing van het verhaalsrecht.

101  Wie  de werkgever van het slachtoffer, die het gewaarborgd loon uitbetaald heeft,  het O.C.M.W., dat doorgaans tussengekomen is voor de medische kosten of hospitalisatiekosten indien het slachtoffer deze niet kon betalen,  de openbare sector, de staat of de openbare besturen : loon

102  de wetsverzekeraar of arbeidsongevallenverzekeraar, voor de ongevallen gebeurd van en naar het werk : tussenkomst in de medische kosten en het loon,  de hospitalisatieverzekeraar of verzekeraar individuele, voor de tussenkomst in de medische kosten,  het Vlaams agentschap voor personen met een handicap (Vlaamse overheid),  FOD ministerie van volksgezondheid voor inkomenstussenkomsten en –vergoedingen.

103  Definitie  Subrogatie of indeplaatsstelling in algemene zin, veronderstelt dat een persoon de plaats inneemt van een andere persoon in een bepaalde rechtsband.  Betaling met subrogatie veronderstelt dat een derde die de schuldeiser betaalt, krachtens de wet (artikel 1251 BW) of krachtens een overeenkomst (artikel 1250 BW) in de plaats treedt van de schuldeiser en zodoende zijn schuldvordering als het ware “overneemt”.

104  Wetsverzekeraar of arbeidsongevallenverzekeraar : wet 10/4/1971  Een ongeval kan voor een slachtoffer tegelijkertijd een ongeval gemeen recht en een arbeidsongeval van en naar het werk zijn.

105  Het slachtoffer zal zich in eerste instantie dienen te wenden voor zijn vergoeding tot zijn arbeidsongevallenverzekeraar, dit is de verzekeraar waarmee zijn werkgever een contract afgesloten heeft ter dekking van zijn werknemers op de arbeidsvloer en op de arbeidsweg.

106  Het slachtoffer heeft geen keuzerecht.  Het slachtoffer heeft geen keuze tussen de vergoeding volgens de arbeidsongevallenwet en de vergoeding in gemeen recht.

107  Het is de arbeidsongevallenverzekeraar die het loonverlies van het slachtoffer zal vergoeden en zich vervolgens zal wenden ter recuperatie van zijn uitgaven, tot de aansprakelijke gemeenrechtelijke verzekeraar.  Het is ook de arbeidsongevallenverzekeraar die de medische kosten zal dragen, volledig, zonder remgeld en dit zal recupereren bij de verzekeraar van de aansprakelijke.

108  De arbeidsongevallenverzekeraar zal zijn rechten laten gelden op :   de gemeenrechtelijke vergoeding voor loonverlies (TWO en BWO),  de medische kosten,  de verplaatsingskosten,  de gemeenrechtelijke vergoeding wegens vermindering van de concurrentiewaarde op de arbeidsmarkt en wegens meerinspanning (arrest Hof van Cassatie 16/3/2004).

109  De arbeidsongevallenverzekeraar vergoedt niet alleen het oorspronkelijke loonverlies, maar ook de aantasting van de arbeidsongeschiktheid.  Op morele schade en alle andere schade die niet onder het stelsel van de wetsverzekeraar vallen, heeft de arbeidsongevallenverzekeraar geen subrogatierecht. 

110  Het subrogatierecht van de arbeidsongevallenverzekeraar kent een dubbele begrenzing :   de arbeidsongevallenverzekeraar kan niet meer vorderen dan wat het slachtoffer of diens rechthebbenden voor dezelfde schade in gemeen recht kunnen vorderen,  de arbeidsongevallenverzekeraar kan niet meer vorderen dan wat hij betaald heeft aan het slachtoffer of aan diens rechthebbenden.

111  De vergoedingen die door de arbeidsongevallenverzekeraar betaald worden voor de tijdelijke en de blijvende werkonbekwaamheid, worden beschouwd als een vordering van één en dezelfde schade.  De dubbele begrenzing geldt dus niet voor elk van die vergoedingen afzonderlijk.

112  TWO : De verzekeraar gemeen recht betaalt de arbeidsongevallenverzekeraar het semi- brutoloon terug (brutoloon minus de sociale lasten van 13,07 % RSZ), en past het gemeenrechtelijk consolidatieverslag toe (degressieve perioden TWO) voor vergoeding van de arbeidsongevallenverzekeraar,

113  BWO : De verzekeraar gemeen recht betaalt de arbeidsongevallenverzekeraar het materiële gedeelte van de per punt vergoeding terug, zijnde de levenssfeer BEO, hetzij één derde van het percentagepunt, rekeninghoudende met de dubbele begrenzing.  Bij hoge percentage BEO : terugvordering kapitaal volgens gemeen recht

114  De wetsverzekeraar heeft een preferentierecht, waardoor hij als eerste zijn uitgaven op de verantwoordelijke kan verhalen.  De wetsverzekeraar komt qua loonverlies BWO slechts tussen tot het plafond in wet.  Wettelijk plafond in wet bedraagt sinds 1/1/2013 : 40.927,18 EUR.

115  Basis is de gecoördineerde wet van 14/07/1994 op de ziekteverzekering en in het bijzonder artikel 136,§2 grondslag van de subrogatie.

116  “De verzekeringsinstelling treedt rechtens in de plaats van de rechthebbende; deze indeplaatsstelling geldt, tot beloop van het bedrag van de verleende prestaties, voor het geheel van de sommen die krachtens een Belgische wetgeving, een buitenlandse wetgeving of het gemeen recht verschuldigd zijn en die de in het eerste lid bedoelde schade geheel of gedeeltelijk vergoeden.”

117  “De overeenkomst die tot stand gekomen is tussen de rechthebbende en degene die schadeloosstelling verschuldigd is, kan niet tegen de verzekeringsinstelling worden aangevoerd zonder haar instemming.”

118  WETTELIJKE BASISPRINCIPES  De mutualiteit die terugbetaling vraagt van haar uitgaven, heeft geen eigen vordering, maar heeft slechts dezelfde vordering als haar slachtoffer in wiens rechten zij krachtens de wet gesubrogeerd is. Dit geldt ook voor de verjaringsproblematiek  Bij verdeelde aansprakelijkheid strekt de vordering van de mutualiteit zich uit –zonder het bedrag van de verleende prestaties te mogen overschrijden- tot het geheel van de bedragen

119  Het subrogatierecht van het ziekenfonds kent 2 begrenzingen :   -het kan niet méér terugvorderen dan de totaliteit van haar uitgaven,  -het kan niet méér terugvorderen dan datgene wat in gemeen recht aan het slachtoffer toekomt ter dekking van dezelfde schade.

120  Door de subrogatie, oefent de mutualiteit de vordering van haar verzekerde uit en ondergaat zij ook de beperkingen die aan deze vordering kleven. Het is dan ook zonder belang dat de mutualiteit niet betrokken was in de voorgaande strafprocedure. De mutualiteit kan niet meer bekomen dan wat aan het slachtoffer zelf in gemeen recht verschuldigd is, zelfs indien haar uitkeringen meer bedragen.

121  Een regeling tussen het slachtoffer (de verzekerde van de mutualiteit) en de aansprakelijke derde/verzekeraar van de burgerlijke aansprakelijke partij, is niet tegenstelbaar aan de mutualiteit.   Dit slaat zowel op :  de overeenkomst van dading,  als op de afkoop van het medisch voorbehoud, zijnde dus overeenkomsten afgesloten tussen het slachtoffer en de verzekeraar van de aansprakelijke.

122  De mutualiteit komt onmiddellijk in eerste orde en provisioneel tussen ten voordele van haar verzekerde, en dit ondanks het bestaan van een andere wetgeving of regeling.  Dit is het grondwettelijke basisrecht van iedere Belg op geneeskundige verzorging.

123  Informatieverplichting  De derde aansprakelijke/verzekeraar BA heeft een informatieplicht ten aanzien van de mutualiteit.  Deze verplichting komt zowel het ziekenfonds als de aansprakelijke ten goede, omdat het ziekenfonds bij naleving van deze verplichting haar uitgaven moet stoppen, opdat haar verzekerde geen tweemaal zou vergoed worden voor dezelfde schade.

124  Aansprakelijkheidsverdeling bij fout van het slachtoffer  Principe :   Het slachtoffer kan van de aansprakelijke slechts vergoeding bekomen die het gevolg is van de fout van deze laatste.  Indien het slachtoffer zelf een fout gemaakt heeft in oorzakelijk verband met het ongeval, zal het slachtoffer geen volledige vergoeding ontvangen.

125  Er is dan sprake van gedeelde aansprakelijkheid tussen het slachtoffer en de aansprakelijke derde, bijvoorbeeld 50/50, 2/3 – 1/3, ¾ - ¼ enz.   MAAR  Dit geldt niet in het kader van een regeling ten voordele van zwakke weggebruikers, ten gevolge van artikel 29bis WAM. Een zwakke weggebruiker en bij uitbreiding zijn mutualiteit, heeft altijd recht op een integrale schadeloosstelling.

126  Toepassing buiten artikel 29bis   De mutualiteit geniet van het prioriteits- of preferentierecht, waarbij zij de totaliteit van haar uitgaven kan verhalen voor dezelfde schade, ten belopen van wat het slachtoffer –als gevolg van de aansprakelijkheidsverdeling- naar gemeen recht kan eisen.  De verdeling wordt toegepast op de gemeenrechtelijke vergoeding, niet op de uitgaven van de mutualiteit.

127  De mutualiteit blijft dus –ook als de derde aansprakelijke slechts voor een deel aansprakelijk is- gesubrogeerd voor het geheel van haar uitgaven, ten hoogste echter tot het bedrag dat gemeenrechtelijk moet worden vergoed, zijnde dan een deel van de schade

128  Voorbeeld nr 1.  Het slachtoffer heeft een eis naar gemeen recht voor loonverlies, ten bedrage van 1.000,00 EUR, en de mutualiteit heeft het slachtoffer hiervoor dagvergoedingen betaald ten bedrage van 600,00 EUR  De aansprakelijkheid betreft een 50/50 verdeling.  QUID ?

129  Het slachtoffer heeft in gemeen recht, recht op ½ van 1.000,00 EUR = 500,00 EUR wat minder is dan de 600,00 EUR die het van de mutualiteit ontvangen heeft. Het slachtoffer heeft dus van de mutualiteit meer ontvangen dan waarop het krachtens de verdeelsleutel aanspraak kan maken, zijnde 100,00 EUR meer, dan wat het gemeen recht hem toekent (500,00 EUR).   De verzekeraar van de aansprakelijke zal 500,00 EUR, aan de mutualiteit terugbetalen. Het slachtoffer ontvangt niets meer en de mutualiteit ontvangt hier dus minder (100,00 EUR) dan hetgeen zij aan het slachtoffer uitgekeerd heeft (600,00 EUR).

130  Voorbeeld nr. 2.  Medische kosten 50/50 verdeling  Het totale bedrag aan medische kosten bedraagt volgens het gemeen recht 10.000,00 EUR waarvan 7.000,00 EUR tussenkomst van de mutualiteit en 3.000,00 EUR remgeld ten laste van het slachtoffer.  De mutualiteit zal recht hebben op 5.000.00 EUR, de helft van die 10.000,00 EUR (en dus niet op 3.500,00 EUR).

131  Het slachtoffer dat in principe recht zou hebben op 50 % van 3.000.00 EUR, zijnde 1.500,00 EUR, ontvangt niets van de aansprakelijke/verzekeraar, omdat hij reeds meer dan 5.000,00 EUR ontvangen heeft van zijn mutualiteit, namelijk 7.000,00 EUR wat meer is dan 5.000,00 EUR en de 1.500,00 EUR overgeheveld werden naar zijn mutualiteit krachtens het principe van het preferentierecht van de mutualiteit : de mutualiteit heeft hier voorrang op het slachtoffer qua schadevergoeding.

132  MAAR : de mutualiteit heeft echter geen voorrang op haar verzekerde/slachtoffer, bij onvoldoende financiële dekking (polis met beperkte dekking) van de verzekeraar van de aansprakelijke, en dit op basis van artikel 1252 BW (zie supra), of ook -bij afwezigheid van verzekering-, indien de aansprakelijke niet kapitaalkrachtig genoeg is.

133  Op basis van artikel 1252 BW, heeft het slachtoffer voorrang op de mutualiteit en kan daarom de mutualiteit als gesubrogeerde, de belangen van het slechts gedeeltelijk betaalde slachtoffer niet schaden.  Het slachtoffer dient daarom eerst door de aansprakelijke derde of diens verzekeraar te worden vergoed, daarna pas wordt de mutualiteit door de aansprakelijke derde of diens verzekeraar vergoed. 

134  Dit recht van voorrang geldt echter slechts voor de schadeposten die verzekerd zijn door de mutualiteit, namelijk voor de medische kosten en de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsvergoedingen.  Voor de andere schadeposten (morele schade, esthetische schade e.a.) is er samenloop tussen het slachtoffer/verzekeraar en de mutualiteit, en dient er tot een pondspondsgewijze verdeling overgegaan te worden.

135  VOORBEELD  Waarborgbeperking van de verzekeraar van de insolvabele aansprakelijke bedraagt 200.000,00 EUR  De volledige schade van het slachtoffer bedraagt 500.000,00 EUR, als volgt gedetailleerd :  350.000,00 EUR voor medische kosten en loonverlies samen  150.000,00 EUR voor morele, esthetische en andere schade.  De mutualiteit heeft voor de medische kosten en het loonverlies (dagvergoedingen) samen, 250.000,00 EUR aan het slachtoffer betaald.

136  Hoe moet deze 200.000,00 EUR tussen het slachtoffer en zijn mutualiteit verdeeld worden.  Het slachtoffer heeft krachtens artikel 1252 BW, voor zijn loonverlies en medische kosten, voorrang op zijn mutualiteit om vergoed te worden door de aansprakelijke/verzekeraar, en kan daarom het verschil tussen 350.000,00 EUR (zijn schade-eis) en zijn ontvangen 250.000 EUR, zijnde 100.000,00 EUR integraal van de verzekeraar bekomen.  De verzekeraar betaalt hem dus 100.000,00 EUR.

137  Het overblijvende bedrag dat ter beschikking is voor de andere schadeposten is de andere 100.000,00 EUR, zijnde 200.000,00 EUR maximum waarborg van de verzekeraar van de insolvabele aansprakelijke minus de 100.000,00 EUR, betaald aan het slachtoffer voor saldo van loonverlies en medische kosten krachten artikel 1252 BW.  Deze ter beschikking zijnde 100.000,00 EUR dient verdeeld te worden over het slachtoffer en zijn mutualiteit, pondspondsgewijs.

138  De resterende schade van het slachtoffer bedraagt 150.000,00 EUR.  De uitgaven van de mutualiteit bedragen 250.000,00 EUR.  Het ter beschikking staande bedrag bedraagt 100.000,00 EUR

139  PONDSPONDSGEWIJZE BEREKENING   Het totaal te verdelen bedrag voor beide partijen (slachtoffer en mutualiteit) bedraagt 400.000,00 EUR, namelijk 150.000,00 EUR + 250.000,00 EUR, voor een ter beschikking zijnd bedrag van 100.00,00 EUR.

140  Het slachtoffer krijgt : 100.000,00 EUR gedeeld door 400.000,00 EUR x 150.000 EUR = 37.500,00 EUR  De mutualiteit krijgt : 100.000,00 EUR gedeeld door 400.000,00 EUR x 250.000 EUR = 62.500,00 EUR

141  Totaal gezien bekomt het slachtoffer dus 137.500,00 EUR (100.000,00 EUR + 37.500,00 EUR, en de mutualiteit krijgt 62.500,00 EUR. = samen de maximumwaarborgdekking van 200.000,00 EUR.

142  Wat de BWO betreft, (schade toekomst) deze is niet dezelfde schade als de tijdelijke ongeschiktheid (schade verleden).  Het ziekenfonds heeft hiervoor geen subrogatierecht : komt niet in aanmerking voor vergoeding. De mutualiteit ontvangt hiervoor dus geen tussenkomst in de hypothese dat zij verdere dagvergoedingen uitgekeerd zou hebben.

143  Hospitalisatieverzekeraars die gesubrogeerd zijn in de rechten van hun verzekerden, volgen deze rechten en dienen rekening te houden met het preferentierecht van de mutualiteit.

144  Artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 (WAM-WET)  Wettelijke basis  -wet 30/03/1997 in werking 1/1/1995 : ten voordele van (tvv) voetgangers en fietsers  -wet 13/04/1995 in werking 1/7/1995 : tvv voetgangers en fietsers en passagiers en opzittenden  -wet 19/01/2001 in werking op 3/3/2001 : tvv voetgangers en fietsers en passagiers of opzittenden uitgebreid naar ongevallen met spoorvoertuigen (trams, metro’s en treinen)

145  Principe : foutloze of objectieve aansprakelijkheid (automatische vergoeding)  Los van elke schuldvraag, is de BA motorrijtuigenverzekeraar van een bij een ongeval betrokken voertuig, verplicht alle slachtoffers van het ongeval–met uitzondering van de bestuurder van het motorrijtuig- integraal te vergoeden voor de opgelopen letselschade, inbegrepen functionele prothesen en kledijschade (geen juwelen, GSM, fiets en dergelijke meer). 

146  Zijn uitgesloten van vergoeding :  - de bestuurder van het voertuig  - de slachtoffers ouder dan 14 jaar die EN het ongeval EN de gevolgen ervan gewild hebben.

147  Voorwaarden  -verkeersongeval  -ook 29bis bij opzet, toeval/overmacht  -op openbare weg en op terreinen toegankelijk voor het publiek of voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen  -op het land  -door mechanische kracht aangedreven met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving  -betrokkenheid : het motorrijtuig moet op één of andere wijze een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van het verkeersongeval. (Cassatie 3 oktober 2008, NjW 2009, 126- 127).

148  Welke schade wordt er vergoed  -alle schade, geleden door het slachtoffer en zijn rechthebbenden welke voortvloeit uit lichamelijke letsels en overlijden, wordt vergoed.  Kledijschade wordt vergoed sinds 3/3/2001 (wet 19/1/2001).

149  Subrogatie :  Zijn enkel gesubrogeerd in artikel 29bis :  -het ziekenfonds  -de arbeidsongevallenverzekeraar

150  Territorialiteitsbeginsel  Basis is de lex loci delicti commissi = de wet van de plaats waar de onrechtmatige daad (in casu het ongeval) plaatsgehad heeft.  Artikel 29bis geldt voor verkeersongevallen gebeurd op Belgisch grondgebied.  Het is een Belgische wet en deze is niet van toepassing in het buitenland.

151  Naast de vergoeding bij vonnis of arrest, staat de overeenkomst van dading.  Dit is een tussen partijen tot stand gekomen minnelijk akkoord over de begroting der schadevergoeding.   De problematiek van de dading, wordt geregeld in Titel XV van het Burgerlijk Wetboek, met name in de artikelen 2044 en volgende. 

152  Artikel 2044 BW stipuleert het volgende :   “Dading is een contract, waarbij partijen een gerezen geschil beëindigen, of een toekomstig geschil voorkomen.  Dit contract moet schriftelijk opgemaakt worden.” 

153  Artikel 2045 BW :   “Om een dading aan te gaan moet men bekwaam zijn om te beschikken over de voorwerpen die in de dading begrepen zijn”.

154  Een dading vernietigd worden, wanneer er dwaling heeft plaatsgehad in de persoon of omtrent het voorwerp van het geschil.  Een dading aangegaan op grond van stukken die naderhand vals bevonden zijn, is geheel nietig.  Een rekenfout, bij een dading opgemaakt, moet verbeterd worden en is geen grond tot nietigheid (geen bedrog of dwaling).

155  Artikel 2262 bis :  §1 : Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van 10 jaar.  In afwijking van het eerste lid verjaren alle rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid door verloop van 5 jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon.  De in het tweede lid vermelde vorderingen verjaren in ieder geval door verloop van 20 jaar vanaf de dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan.

156  Goed opgeleid personeel is voor een verzekeringsonderneming uit louter financieel oogpunt, onontbeerlijk.  De schadegevallen zijn de “diensten na verkoop” van de verzekeringsonderneming.  Zij betalen de vergoedingen, de kosten en erelonen bij schadegevallen.  Zij zijn het uiteindelijke gezicht van de onderneming en zijn daarom zeer belangrijk. 


Download ppt "Cigna Antwerpen 22 maart 2016 Eveline Van den Hout."

Verwante presentaties


Ads door Google