Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJoachim Aalderink Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Communicatietrainer & Advocaat
mr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat
2
Jurisprudentie in de WSNP & Beschermingsbewind
3
Ontwikkelingen in de WSNP
uitvoering van de schuldhulpverlening staat onder druk wachttijden, (te) lange doorlooptijden, uitval en recidive het ontbreken van effectieve samenwerking tussen instanties
4
Wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening
Eisen die de wetgever aan de gemeenten gaat stellen zijn: uitvoering integraal opgezet, regie wordt gevoerd (door de gemeente) wachttijden niet langer duren dan vier weken (en bij crisis drie dagen), de gemeente ook preventie en nazorg, de schuldhulpverlening voor (bijna) iedereen toegankelijk.
5
Aan gemeenteraad een plan vast te stellen waarin ze uitwerkt hoe zij de hiervoor genoemde zaken gaat realiseren
6
Jurisprudentie:
7
Hoge Raad LJN: BJ Hoger beroep tegen beslissing op verzoek tot verhoging van de ingevolge art. 295 lid 2 F van rechtswege buiten de boedel vallende beslagvrije voet (als bedoeld in art. 475 Rv.) ten onrechte niet ontvankelijk verklaard.
8
RC heeft in beschikking van 9 april 2009 het verzoek van verzoeker afgewezen om de beslagvrije voet te verhogen met de premie van de ziektenkosten verzekering van de echtgenote van verzoeker.
9
Hoger beroep van verzoeker werd niet ontvankelijk verklaard door Rechtbank op grond dat het hoger beroep zich richt tegen een beslissing van de RC als bedoeld in art. 295 lid 3 F, waartegen geen hoger beroep open staat.
10
HR: r.o. 3.3. “Het beroepschrift van 14 april 2009 kan niet anders worden begrepen dan dat het uitsluitend betrekking heeft op die beslissing en derhalve niet op de vaststelling door de rechter-commissaris van het nominaal bedrag als bedoeld in art. 295 lid 3 F. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte art. 315 lid 2 F. van toepassing geacht en verzoeker niet ontvankelijk verklaard.”
11
Gerechtshof Arnhem LJN: BK7372 05-10-2009
Schuldenaar niet-ontvankelijk in hoger beroep tegen tussentijdse beëindiging schuldsanering, omdat de beschermingsbewindvoerder dit hoger beroep niet heeft ingesteld (art. 1:441 lid 1 BW)
12
r.o. 3.5 “Allereerst dient te worden beoordeeld of appellante ontvankelijk is in het door haar ingestelde hoger beroep. Daartoe neemt het hof in aanmerking dat op grond van art. 1:441 lid 1 BW de (beschermings)bewindvoerder bij de vervulling van zijn taak de rechthebbende in en buiten rechte vertegenwoordigt en zorg draagt voor een doelmatige belegging van het vermogen van de rechthebbende, voor zover dit onder het bewind staat en niet besteed behoort te worden voor een voldoende verzorging van de rechthebbende. “
13
“Het hof overweegt dat de wettelijke schuldsaneringsregeling gevolgen heeft voor de goederen die aan degene op wie deze regeling is toegepast – de saniet- (zullen) toebehoren, in die zin dat de saniet niet langer de vrije beschikking houdt over alle hem of haar toebehorende goederen. Dit brengt met zich dat, indien tevens een beschermingsbewind is ingesteld over alle goederen, in procedures die betrekking hebben op de wettelijke schuldsaneringsregeling – in ieder geval voor zover die procedures betrekking hebben op de toelating tot en de (eventuele) beeindiging van de schuldsaneringsregeling – de beschermingsbewindvoerder dient op te treden als formele procespartij, nu de schuldsaneringsregeling invloed heeft op de onder bewind gestelde vermogensbestanddelen van de rechthebbende.”
14
Ook: Gerechtshof Leeuwarden LJN: BM1464 13-04-2010
r.o. 4. “Anders dan de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat [appellant] niet bevoegd is om betreffende de ontruiming van het gehuurde zelf te procederen, hoezeer daarbij tevens zijn niet-vermogensrechtelijke belangen in het geding zijn. Niet hij, maar de gemeente als zijn bewindvoerder, is bevoegd om in hoger beroep te procederen. Nu het beroep niet is ingesteld door de gemeente in haar hoedanigheid van bewindvoerder, dient [appellant] in beginsel niet-ontvankelijk te worden verklaard in het door hem ingestelde appel.”
15
Maar: r.o. 5 “Het hof is evenwel van oordeel dat [appellant] de gelegenheid dient te krijgen dit gebrek te herstellen door binnen de in het dictum vermelde tijdspanne alsnog bij akte hetzij een bewijs van instemming door de bewindvoerder met het voeren van deze appelprocedure, hetzij een machtiging van de kantonrechter over te leggen. Het hof sluit hiermee enerzijds aan bij de regeling omtrent de beschikkingsbevoegdheid van de rechthebbende zelf (artikel 1:438 lid 2 juncto artikel 1:440 BW) en anderzijds bij de algemene notie dat de bescherming van de rechthebbende niet verder dient te strekken dan noodzakelijk is…” “… en bij de notie (uitgedrukt in genoemd Verdrag en in Aanbeveling R (99) 4 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa) dat zelfstandige deelname aan de maatschappij dient te worden bevorderd en wettelijke beperkingen proportioneel moeten zijn.”
16
Voorzieningenrechter Rechtbank Assen LJN: BL4599 19-02-2010
Beslag op bankrekening in casu onrechtmatig wegens aantasting beslagvrije voet. r.o. 4.4: Wet verzet zich op zichzelf niet tegen beslag op inkomen dat onder bereik beslagvrije voet valt
17
r.o. 4.7: Beslag gelegd op dag waarop uitkering van bankrekening werd afgeschreven Eiseres heeft voortvarend aan deurwaarder gemotiveerde opgave gedaan van haar inkomen En gevraagd welke gegevens nodig zijn voor berekening beslagvrije voet Verzocht beslag op te heffen In combinatie met het feit dat: Gedaagde weigert beslag op te heffen, ook toen zij wist dat het beslag de waarborg die beslagvrije voet beoogt te bieden wordt gefrustreerd.
18
r.o. 4.8 “Door in zodanige omstandigheden na te laten het beslag op te heffen, frustreert Century feitelijk de bescherming die eiseres toekomt in haar inkomen en mist zij de waarborg dat zij de tenminste over het inkomen de beschikking heeft dat volgens de beslagvrije voet nodig is om in de noodzakelijke kosten van haar bestaan te kunnen voorzien. Dat acht de voorzieningenrechter onrechtmatig. Het beslag zal in zoverre moeten worden opgeheven dat eiseres de beschikking heeft over dat deel van haar inkomen, gelijk aan de voor haar van toepassing zijnde beslagvrije voet.”
19
Dwangakkoord
20
Art. 292 Fw Tegen de uitspraak tot toewijzing van het verzoek om een bevel tot instemming met een schuldregeling, bedoeld in artikel 287a, eerste lid, kunnen de schuldeisers die het verzoek betrof gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep komen. Tegen de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan noch door schuldeisers noch door andere belanghebbenden verzet, hoger beroep of cassatie worden ingesteld. Tegen de uitspraak tot afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan de schuldenaar gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep komen. Wanneer het verzoekschrift tevens een verzoek inhield als bedoeld in het eerste lid, wordt dit verzoek eveneens aan het gerechtshof voorgelegd. 4. Het hoger beroep wordt ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaatshebben binnen twintig dagen na de dag van de indiening van het verzoekschrift. De uitspraak vindt niet later plaats dan op de achtste dag na die van de behandeling van het verzoekschrift ter terechtzitting.
21
Art. 292 Fw 5. Van het arrest, waarbij het verzoek van de schuldenaar bedoeld in de eerste zin van het derde lid, en indien van toepassing tevens het verzoek bedoeld in de tweede zin van het derde lid, door het gerechtshof is afgewezen, kan de schuldenaar gedurende acht dagen na die van de uitspraak in cassatie komen. 6. Van het arrest, waarbij het verzoek van de schuldeisers bedoeld in het eerste lid, door het gerechtshof is afgewezen, kunnen deze schuldeisers gedurende acht dagen na die van de uitspraak in cassatie komen. Het beroep in cassatie wordt ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van de Hoge Raad. Indien het verzoek van de schuldenaar in hoger beroep of cassatie wordt verworpen, kan de schuldenaar niet ambtshalve in staat van faillissement worden verklaard. 9. Wordt de toepassing van de schuldsaneringsregeling pas in hoger beroep of cassatie uitgesproken, dan geeft de griffier van het rechtscollege daarvan onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank, waarbij de schuldenaar zijn verzoek heeft ingediend. De rechtbank gaat terstond na die kennisgeving over tot benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder.
22
Toetsingscriteria dwangakkoord
Voorstel door onafhankelijke en deskundige partij Goed en betrouwbaar gedocumenteerd Uiterste inspanning schuldenaar (ga eerst maar werken!) Concurrentieverstoring voor schuldeisers? Precedentwerking? Zwaarte van financieel belang schuldeiser vs schuldenaar Aandeel weigerende schuldeisers in totaal (75%) Staat schuldeiser alleen in zijn weigering? Is een eerdere regeling (niet) naar behoren nagekomen?
23
Gerechtshof Arnhem LJN: BF0769 12-09-2009
R.o. 5: “Tegenover deze omstandigheden die tezamen genomen meebrengen dat van appellant medewerking aan het dwangakkoord kan worden gevergd, staat dat zijn aandeel in de totale schuldenlast groot is. In het licht van al het hiervoor overwogene is dit echter toch onvoldoende om zijn weigering te kunnen dragen. Het hof betrekt mede in de overweging dat het weliswaar niet uitgesloten is dat [appellant] bij faillissement van [geïntimeerden], mede gelet op de relatief jonge leeftijd van beiden, op langere termijn enig uitzicht zal hebben op de realisering van een groter deel van zijn vordering, maar dit perspectief is te onzeker om in de belangenafweging gewicht in de schaal ten voordele van hem te kunnen leggen. [Geïntimeerden] hebben voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat de positie van appellant er bij toelating van hen tot de schuldsanering niet, althans niet zonder meer, beter op zal worden. [Appellant] heeft daartegen onvoldoende ingebracht.”
24
Richtlijnen dwangakkoord Gerechtshof Arnhem, LJN: BD6836 10-07-2008
Op grond van het feit dat het hof, ook na een daartoe gedaan verzoek, niet beschikt over een volledig aanvraagdossier c.q. alle relevante stukken, zou in hoger beroep het vonnis van de rechtbank in beginsel moeten worden vernietigd en het verzoek van schuldenaar om schuldeiser te bevelen in te stemmen met het "dwangakkoord" alsnog moeten worden afgewezen, aangezien aldus niet kan worden geoordeeld dat schuldeiser in redelijkheid niet tot zijn weigering heeft kunnen komen. Dit nog los van eventuele verzuimen van schuldeiser. KORTOM: SCHULDENAAR LEVERT COMPLEET DOSSIER! met een origineel uittreksel uit het persoonsregister © Richard A. Korver
25
NOG MEER STUKKEN Stukken waaruit blijkt: welke financiële gevolgen voor schuldeiser zullen voortvloeien uit een hem gegeven bevel in te stemmen met het akkoord en wat de inhoud is van de koopovereenkomst die schuldeiser bij de verkoop van zijn bedrijf aan schuldenaren heeft gesloten DUS: CASUSSPECIFIEKE INFORMATIE © Richard A. Korver
26
BEWIJS(AANBOD) Daarbij komt dat het aanbod op een te laat moment in de procedure is gedaan. Het hof ziet er dan nog aan voorbij dat een bewijsaanbod zich in het algemeen slecht verdraagt met de bijzondere aard van de onderhavige procedure, waarin het gelet op de in het geding zijnde belangen, aankomt op een snelle beslissing, die niet wordt opgehouden door een dikwijls tijdrovende bewijslevering. CONCLUSIE: INDIEN BEWIJS DAN: DIRECT!
27
Goede Trouw LJN: BD a FW de kwestie van de goede trouw door het hof ook worden betrokken bij de primaire vraag of schuldeiser kan worden bevolen medewerking te verlenen aan een dwangakkoord. Het is immers, behoudens bijzondere omstandigheden die in de afweging van de belangen moeten worden betrokken, niet wel denkbaar dat van een schuldeiser dergelijke medewerking kan worden gevergd indien de schuldenaar of schuldenaren er niet in slagen aannemelijk te maken dat de schulden te goeder trouw zijn ontstaan of onbetaald gelaten.
28
Goede Trouw LJN: BD9626 287a FW SCHULDENAAR DIENT AAN TE VOEREN/TONEN:
hoe de schulden zijn ontstaan en op welke gronden het hof in de visie van schuldenaren tot het oordeel zou moeten komen dat er sprake is van goede trouw aan hun zijde. Zij dienen hier de aangevoerde stellingen van schuldeiser bij te betrekken.
29
Huwelijkse voorwaarden dwangakkoord: Gerechtshof Amsterdam, LJN: BL6811 04-03-2010
Bij verrekenbedingen zal in ieder geval inzage moeten worden verschaft in vermogen, kosten en dergelijke van de echtgenote of echtgenoot die veelal juist buiten schot wenst te blijven en ten wiens behoeve de huwelijkse voorwaarden meestal zijn opgesteld.
30
DWANGAKKOORD VERSUS KORT GEDING
Voordelen t.a.v. bodemprocedure Minder uitgebreid dossier aan te leveren Geen 285f Fw verklaring van B&W Wel mogelijkheid van Hoger Beroep Sneller dan bodem
31
STOK ACHTER DE DEUR Kostenveroordeling schuldeiser (art 287a lid 6 Fw)
Combiverzoek (minnelijke dwang - WSNP) (art. 287a lid 7 Fw) Mogelijkheid afkoeling (art. 287b Fw)
32
REDENEN & ESCAPE(?) Bij weigering akkoord mogelijk wel WSNP
Indien wel WSNP geen Hoger Beroep (292 lid 2 Fw) Weigering toelating WSNP, wel Hoger Beroep (292 lid 3 Fw) Geen ambtshalve faillissement bij afwijzing! (292 lid 8 Fw) Mogelijk wel Kort Geding om mogelijkheid Hoger Beroep te creëren (?)
33
KETTING OM DE NEK Schuldeiser mag wel in Hoger Beroep tegen dwangakkoord, schuldenaar mag NIET in Hoger Beroep tegen weigering dwangakkoord (art. 292 lid 1 Fw)
34
Ter afwending dreigende situatie tijdens minnelijk traject
MORATORIUM Ter afwending dreigende situatie tijdens minnelijk traject
35
TOETSING RECHTER Sprake van bedreigende situatie
Goeder trouw t.a.v. ontstaan schulden Schuldhulpverlener ingeschakeld Schuldenaar kan tijdens het moratorium lopende verplichtingen betalen Uitspraken bijvoegen
36
Bedreigende situatie Opzeggen of ontbinden van de huurovereenkomst
Afsluiten gas, water, elektra of verwarming Ontbinding zorgverzekeringsovereenkomst
37
Bewindvoering
38
Discussie: beloning bewindvoerders
De jaarlijkse beloning wordt, wanneer de wettelijke norm van 5% van de netto-opbrengst van de vruchten niet voldoet, in 2010 gesteld op: a. voor de niet beroepsmatige bewindvoerder die om een beloning vraagt: € 544 per jaar (€ 405 loon en € 139 ongespecificeerde kosten); b.voor de professionele, niet bij de Branchevereniging aangesloten bewindvoerder: € 814 per jaar (€ 675 loon ongespecificeerde kosten) exclusief BTW; c. voor de professionele, bij de Branchevereniging aangesloten bewindvoerder: € 934 (795 loon en € 139 ongespecificeerde kosten); exclusief BTW. Bron: / aanbevelingen meerderjarigen bewind
39
Op grond van bijzondere omstandigheden kan Kantonrechter de beloning anders regelen.
40
HR NJ 1988/ januari 1988, “Het is de Rechtbank niet verboden een algemene regel in te stellen op grond van de bijzondere omstandigheid dat er sprake is van een ernstige wanverhouding tussen de uit de 5 %-regel resulterende beloning en de door de bewindvoerder verrichte werkzaamheden.”
41
Ontwikkeling jaren 90: Toename vraag beschermingsbewind
Meer professionele bewindvoerders Groot onderscheid in beloningssystemen voor bewindvoerders door Kantonrechters Onduidelijkheid over bijzonder bijstand en vergoeding bewindvoerder
42
Problemen bij professionele bewindvoerders
Stichting in Utrecht: Dossiers cliënten en administratie complete chaos > justitie grijpt in Amsterdam: Stichting voor beschermingsbewind gaat failliet
43
ZEMBLA: Bewindvoerdersbende http://zembla. vara. nl/Afleveringen. 1973
44
Wijzigingsvoorstel Boek 1 BW bewind, mentorschap, curatele
Aanleiding: Eigenmachtig beleid van een stichting die het beschermingsbewind verzorgde en aan wie het beheer van geld en goederen van enkele tientallen rechthebbenden was toevertrouwd. Bron:
45
Doel van de regeling: Misstanden in toekomst voorkomen d.m.v.:
Kwaliteitseisen professionele bewindvoerders, curatoren en mentoren Taakomschrijving bewindvoerders verduidelijkt Onnodige verschillen curatele, mentor en bewind worden opgeheven bron:
46
Nieuw: rol Kantonrechter
Kan zelf bewind opheffen indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting ervan niet zinvol is.
47
Belangrijkste wijzigingen
Aanvullende voorschriften voor bewindvoerders o.b.v. o.a. aanbevelingen Landelijk Overleg Kantonrechters (LOK) Bewindvoerder moet aan bij AMvB vast te stellen kwaliteitseisen voldoen Publicatie van het bewind in openbare registers ook buiten situaties waarin thans reeds een publicatieplicht bestaat. Bron: Concept MvT wijzigingsvoorstel
48
Kritiek Ontslagaanvraag bewindvoerder nog altijd alleen door Kantonrechter, onder bewind gestelde of OvJ. Familie buiten spel
49
Extra jurisprudentie
50
Rechtbank Maastricht, sector Kanton LJN: BL4313 03-02-2010
Moeder, onder bewind gesteld, wordt aangesproken voor kosten medische behandeling van haar minderjarige kind. Bewindvoerder ten onrechte niet mede gedagvaard Eiseres niet ontvankelijk in vordering
51
Gerechtshof ‘s-Gravenhage LJN: BK2703 07-10-2009
Geschil omtrent de persoon van de te benoemen bewindvoerder/mentor.
52
r.o. 4 “Hoewel de onderbewindstelling, het mentorschap en andere beschermende maatregelen ten aanzien van meerderjarigen in beginsel worden beheerst door de nationale wet van de rechthebbende, wordt in de rechtspraktijk inmiddels vooruitgelopen op het Verdrag inzake de internationale bescherming van volwassenen, …”
53
r.o. 13 “Uit artikel 1:435 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek volgt dat de rechter bij de benoeming van de bewindvoerder de uitdrukkelijke wens van de betrokkene volgt, tenzij gegronde redenen zich tegen de benoeming vezetten.”
54
In casu werden gegronde redenen aangevoerd tegen de benoemde bewindvoerder, waardoor het Hof een andere bewindvoerder aanstelde op verzoek van appellanten (zusters van onder bewind gestelde).
55
Rechtbank Zutphen LJN:BL7873 09-03-2010
Wrakingsverzoek afgewezen Dat rechter partij verplicht om rekening en verantwoording in te dienen is geen blijk van vooringenomenheid.
56
Rechtbank Haarlem, sector Kanton LJN: BM2543 08-04-2010
Verzoek tot opheffing bewind Verzoeker krijgt, gedurende een proefperiode van een jaar, de kans om zijn financien en administratie zelfstandig te regelen.
57
Rechtbank Leeuwarden LJN: BM2874 03-05-2010
In verband met overlijden bewindvoerder nieuwe bewindvoerder benoemd. Groepstoevoeging aangevraagd i.v.m. verzoekschrift ex art. 4:204 BW (benoemen vereffenaar van nalatenschap overleden bewindvoerder) Slechts 1 toevoeging van hele groep toegewezen wegens samenhang van de zaken
58
Rechtbank Maastricht, sector Kanton LJN: BM0784 25-02-2010
Beschermingsbewind ex art. 1:431 BW naast bewindvoering ex art. 287 Fw. Woning verkocht met toestemming van RC in kader van WSNP. Behoeft geen toestemming van rechthebbende of Kantonrechter voor verkoop.
59
DOOR HET OOG VAN DE NAALD: De Kantonrechter overweegt als volgt.
“Aan de orde is de verkoop van de woning van rechthebbende. Dit is een beschikkingshandeling in de zin van art lid 2 BW, waarvoor zij toestemming van rechthebbende, hetzij machtiging van de Kantonrechter dient te hebben. In het onderhavige geval is niet van toestemming van de rechthebbende dan wel machtiging van de kantonrechter gebleken, terwijl - met inachtneming van de door de R-C verleende toestemming tot verkoop van de woning, in het kader van de Wsnp – wel een koopovereenkomst tot stand gekomen is. Nu deze beschikkingshandeling reeds verricht is en de rechtsgeldigheid daarvan niet betwist is, ziet de kantonrechter geen aanleiding om (achteraf) machtiging te verlenen voor verkoop van de woning, althans deze door een toestemmingshandeling te bekrachtigen.”
60
MEER WETEN of INTERESSANTE UITSPRAKEN?
Mail: of Bel :
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.