Lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord bijvoorbeeld Ik heb een boek gevonden. Ik heb het gevonden. Stefan heeft Sarah gisteren gezien. Stefan heeft.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Herhaling van hoofdstuk
Zinsontleden Gemaakt door: B & G.
Oefenen voor de toets unité 2
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Futur van regelmatige werkwoorden
Havo 3 Grammaire chapitre 4.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
Tegenwoordig deelwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Grammatica Nederlands
Grammaire thème 5 4 vwo.
Bienvenue à tous.
Grammaire thème 4.
Havo 3 Grammaire chapitre 6.
3 VWO (+) Grammaire chapitre 3. Bijvoeglijke naamwoorden: bijzondere vormen Sommige bijv. nw. veranderen wanneer ze vóór een mannelijk zn. staan dat begint.
Stijl Extra uitleg 4 havo.
Taaloefeningen.
Franse Les Les 16 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates chapitre 8,9, 10 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
2 VWO Werkwoorden.
Grammaire chapitre 3 3 havo.
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
De ontkenning 2 VMBO - Frans.
Wat gaan we doen vandaag?
HET VRAGEND VOORNAAMWOORD
Hoofdstuk 4 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
De persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Meewerkend voorwerp & Lijdend voorwerp
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Grammatica: de zinsbouw Mélanie Baelen. La phrase simple.
Werkwoordspelling -d of –t?
Lijdend Voorwerp Juni 2014.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
PERIODE 4: KAPITEL 4 + 5C + 6C Grammatik 4: C +I Grammatik 5: C Grammatik 6: C Redemittel D + J.
L´adjectif.  Regarde Fabien, ce pantalon bleu.  Et regarde la chemise verte.
 Cherche une palette moins cher.  Voilà, je l’ai déjà.   Zoek een goedkoper doosje.  Kijk, ik heb het al.
De zinsdelen De onderdelen van een zin. Zinsdelen  Het onderwerp  Het gezegde  Het lijdend voorwerp  Het meewerkend voorwerp  Het voorzetselvoorwerp.
Hoofdstuk 5 Grammatica zinsdelen Meewerkend voorwerp.
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Woordenschat H4 In deze powerpoint: Opfrissen: Wat is een voorzetsel?
Foutieve samentrekking
Onvoltooid deelwoord/bijvoeglijk gebruikt deelwoord
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
LE FUTUR Je vais aller en France ce week-end.
Delend lidwoord l'article partitif.
Wat is het grootste getal
Betrekkelijk voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
BINGO! Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling en voorzetselvoorwerp.
Vragend voornaamwoord
Werkwoorden Koppelwerkwoord Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord
HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Grammatica: werkwoorden
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord bijvoorbeeld Ik heb een boek gevonden. Ik heb het gevonden. Stefan heeft Sarah gisteren gezien. Stefan heeft haar gezien.

Vormen onderwerplijdend voorwerp jeme (m’) tute (t’) ille (l’) ellela (l’)nousvous ilsles ellesles

Le/la/l’/les Meestal gebruik je le, la, l’ en les. Deze gebruik je om een zelfstandig naamwoord te vervangen. Kijk naar het getal en geslacht van het zelfstandig naamwoord. mnl. ev. leklinkerbotsingl’ vr. ev.lameervoudles

Plaats 1.voor de infinitief Je vais donner un cadeau. Je vais le donner. 2.voor de persoonsvorm Je donne un cadeau. Je le donne.

Let op! Staat er geen heel werkwoord in de zin, maar wel een ontkenning, dan komt het persoonlijk voornaamwoord tussen ne en de persoonsvorm. Je n’ ai pas vu Marianne. Je ne l’ai pas vu.