1 Prof. dr. Jozef Pacolet HIVA Onderzoeksinstituut voor arbeid en samenleving, Katholieke Universiteit Leuven Naar een Basisdecreet Vlaamse Sociale Bescherming. Bedenkingen bij de de Visienota van de Vlaamse Regering op basis van vroeger onderzoek Werkgroep Decreet Vlaamse Sociale Bescherming Strategiscge Adviesraad voor het Vlaams Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid Brussel, 3 juni 2010
22 Inhoud 1.Vier delen van het Basisdecreet Vlaamse Sociale Bescherming 1.Consolidatie Vlaamse Zorverzekering 2.Maximumfactuur in de (thuis)-zorg 3.De Vlaamse Hospitalisatieverzekering 4.De begrenzing van de kostprijs voor de residentiële zorg 2.Niet over de Vlaamse premie voor jonge kinderen 3.Op basis van recent en vroeger onderzoek 1.Verbeterde tenlasteneming in de zorg 2.Programmatie in functie van het woon-zorgdecreet 3.Kostprijs van de residentiële zorg 4.Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg 5.Satellietrekeningen voor de zorgsector
33 Voorafgaand: basisdecreet Vlaamse Sociale Bescherming detecteert werkelijke leemten in onze sociale bescherming 1.Verbetering in de tenlasteneming van de zorgverzekering 2.Groeiende privatisering en gevaar van dualisering van de ziekteverzekering via de hospitalisatieverzekering 3.Onvoldoende verzekering van de rusthuisopname 4.En herontdekking van de mogelijkheden voor een verbeterde sociale bescherming binnen de huidige instrumenten als : 1.Financiering gezinszorg een aanvullende thuiszorg 2.Verbeterde tenlasteneming van de wooncomponent in de residentiële zorg, als deel van de totale kost 5.Niet alles kan en niet alles tegelijk of het ene doen en het andere niet laten 6.Hoe hoog legt men de (kwalitatieve) lat voor de grondwettelijke sociale grondrechten
4 Prof. dr. Jozef Pacolet, Sigrid Merckx, Nele Spruytte, Sofie Cabus HIVA Onderzoeksinstituut voor arbeid en samenleving, Katholieke Universiteit Leuven Naar een verbeterde tenlasteneming van de kosten van niet-medische zorg thuis.
55 Inhoud 1.Opzet 2.Probleemstelling 3.Principes van tenlasteneming 4.Organisatie grote en grondige bevraging 5.Welke niet-medische kosten hebben wij in beeld gebracht 6.Mogelijkheden voor een verhoogde tenlasteneming 7.Mogelijke scenario’s 8.Budgettaire implicaties 9.Conclusies
66 Uitgangspunt 1.Mantelzorg- en thuiszorgpremie van 130 euro van de Vlaamse zorgverzekeringg zou onvoldoende zijn voor een aantal genieters 2.Welke zijn die niet niet-medische kosten? 3.Hoe groot zijn die? 4.En hoe kan men die extra hoge kosten compenseren? 5.Zijn er bepaalde groepen die niet genieten van de mantelzorgpremie en die zouden moeten meegenomen worden (wij hebben één groep extra bekeken, met name de genieters van een zorgforfait)
77 Principes van tenlasteneming 1.Financiering van het aanbod van voorzieningen (quasi volledig gesubsidieerd) 2.Terugbetaling gemaakte kosten 3.Forfait: is huidige regeling 4.Forfait in functie van hulpbehoevendheid 5.Eigen bijdrage in functie van het inkomen 6.Maximumfactuur in functie van het inkomen 7.Al dan niet gecorrigeerd voor de aanwezigheid van de mantelzorg 8.Lessen uit het buitenland 9.Lessen uit de aanwezige stelsels in Vlaanderen en België
88 Cliënten residentiële zorg, thuiszorg en gerechtigden zorgverzekering Vlaanderen: het Vlaams mirakel
99 Doeltreffendheid van de zorgverzekering en impliciete selectiviteit : een Vlaams mirakel bis
10 Niet medische kosten (groen) en totaal medische en niet- medische kosten (blauw), in euro per maand in vergelijking met de tegemoetkoming van 130 euro
11 Gezinszorg Poetsdienst Thuisverpleging Tegemoetkoming zorgverzekering rusthuis Tegemoetkoming zorgverzekering thuiszorg Tegemoetkoming Zorgforfait Vlaanderen Dienstencheques ouderen Bereik van een aantal zorgvoorzieningen op Vlaams niveau, aantal personen
12 Maximumfactuur ZIV Tegemoekoming hulp aan bejaarden Forfait chronisch zieken waarvan zorgforfait Andere tegemoetkomingen, België, Aantallen
13 Vergelijking representativiteit tussen populatie, steekproef en antwoordgroep voor de geselecteerden via het Vlaams Zorgfonds PopulatieSteekproefAntwoordgroep voorlopig bestand Aantal%Gewogen %Aantal% % Geslacht van de zorgbehoevende persoon Onbekend1 Man , , Vrouw , , Leeftijd van de zorgbehoevende persoon Onbekend5. < 65 jaar , , – 74 jaar , , – 84 jaar , , > 85 jaar , ,
14 Kostenconcepten 4 grote groepen: 1.Eigen bijdragen professionele niet-medische zorg: ‘teller’ mogelijk 2.Netto (materiële) uitgaven en overige diensten: facturen mogelijk 3.Overige gestegen kosten 4.Vergoeding mantelzorg
15 Definitie verschillende kostencategorieën, cumulatieve en afzonderlijke categorieën, voor de steekproef ZVZ, geëxtrapoleerd tot de totale populatie, in miljoen euro Cumul1_1Gezinszorg Cumul1_2Poetshulp (in het kader aanv. Thuiszorg) Cumul1_3Overige professionele niet-medische hulpverlening Cumul1_4Nettoprijs verzorgingsmiddelen (excl. verbanden en injec tiespuiten) Cumul1_5Nettoprijs duurzame hulpmiddelen (via huurprijs of afschrijving netto kostprijs acht jaar) Cumul1_6Nettoprijs woningaanpassingen (via afschrijving netto kostprijs en waarborg over acht jaar) Cumul1_7Vervoerskosten Cumul1_8Nettoprijs verbanden en injectiespuiten Cumul1_9Meerkosten in het huishouden, t.g.v. zorgbehoevendheid Cumul1_10Vergoeding mantelzorgers Cumul 7 min cumul 3: Overige niet medische kosten
16 Gemiddelde cumulatieve kosten, in aantal personen in de steekproef en bedrag in euro per maand voor ZFF en ZVZ
17 Weerhouden kostencategorieën in enge en ruime betekenis, in euro per maand voor de totale steekproef zorgverzekering
18 Omvang verschillende kostencategorieën, cumulatieve en afzonderlijke categorieën, voor de steekproef ZVZ, geëxtrapoleerd tot de totale populatie, in miljoen euro KostCumulatieve kost Cumul1_1Gezinszorg49,7 Cumul1_2Poetshulp (in het kader aanv. Thuiszorg)12,862,6 Cumul1_3Overige professionele niet-medische hulpverlening28,791,2 Cumul1_4Nettoprijs verzorgingsmiddelen (excl. verbanden en injectiespuiten) 28,2119,4 Cumul1_5Nettoprijs duurzame hulpmiddelen (via huurprijs of afschrijving netto kostprijs acht jaar) 37,3156,8 Cumul1_6Nettoprijs woningaanpassingen (via afschrijving netto kostprijs en waarborg over acht jaar) 17,6174,3 Cumul1_7Vervoerskosten30,6204,9 Cumul1_8Nettoprijs verbanden en injectiespuiten8,7213,6 Cumul1_9Meerkosten in het huishouden, t.g.v. zorgbehoevendheid 43,5257,1 Cumul1_10Vergoeding mantelzorgers44,6301,7 Cumul 7 min cumul 3: Overige niet medische kosten113,7
19 Vergelijking van de gemiddelde medische en niet-medische kosten voor een aantal groepen, in een aantal studies, in euro per maand, prijzen van nu
20 Basisscenario groep ZVZ: huidige situatie niet-medsiche kosten en mantelzorg- en thuiszorgpremie van 130 euro
21 Basisscenario groep ZVZ: huidige situatie niet-medsiche kosten en mantelzorg- en thuiszorgpremie van 130 euro
22 Mogelijk scenario’s om kosten ten laste te nemen 1.Remediëren aan de eigen bijdragen of terugbetaling bepaalde kostencategorieën (is eigen bijdrage in gezinszorg nog te hoog?) 2.Maximumfactuur in bepaalde diensten (maar streven naar bijdrage in functie van inkomen) 3.Op basis van facturen indien men (zeer) hoge uitgaven heeft, bijvoorbeeld boven een bepaald % van het inkomen 4.In functie van zorgbehoeftegradatie: veralgemeend gebruik Bel schaal, gecombineerd gebruik schalen, vernieuwde Bel-schaal (één of meer hogere forfaits – cfr. buitenland waar er differentiatie was; ook in Vlaamse zorgverzekering is er differentiatie geweest)
23 Mogelijk scenario’s: voor- en nadelen OmschrijvingAdministratieve complexiteitInkomensselectivitei t Selectiviteit op basis van afhankelijkheid BasisscenarioEenvoudig (in functie van be staande schalen) Niet(In functie van be staande schalen) Modulering eigen bijdragen gezinszorg (en poetshulp) Franchise voor gebruiker van kost gezinszorg boven 3.91 euro per uur FictiefIn feite wel: hoge bij drage per uur is gevolg van hoogte inkomen Beperking van de kosten gezinszorg en poetshulp tot 10% van het beschikbaar inkomen en betalen van een gedifferentieerd forfait Teller via diensten of VESTA en gebaseerd op bestaande schalen Inkomens en kosten selectief Beperking van de kosten gezinszorg en poetshulp tot 5% van het beschikbaar inkomen en betalen van een gedifferentieerd forfait Teller via diensten of VESTA en gebaseerd op bestaande schalen Inkomens en kosten selectief Plafonnering van de eigen bijdragen in de gezinszorgKan gebeuren in de diensten zelfInkomens en kosten selectief Maximumfactuur Beperking van de kosten voor professionele zorg (cumul 3) hoger dan 130 euro tot 3% of 5% van het inkomen Teller via diensten of VESTASelectief voor werkelijke kosten Beperking van de kosten voor professionele zorg (cumul 7) hoger dan 130 euro tot 3% of 5% van het inkomen Teller moeilijk te operationaliserenSelectief voor werkelijke kosten Differentiëring in functie van afhankelijkheidsschaal Bijkomende vergoeding van 130 of 260 euro (afhankelijk van BEL-schaal en Katz-schaal) voor respondenten die meer dan 130 euro kosten hebben voor cumul 7 Teller moeilijk te operationaliserenSelectief voor werkelijke kosten Selectief Bijkomende vergoeding van 130 of 260 euro voor iedereen (afhankelijk van BEL-schaal en Katz-schaal) Kan op basis van de bestaande inschaling of van periodieke her ziening Selectief
24 Mogelijk scenario’s: voor- en nadelen OmschrijvingAdministratieve complexiteitInkomensselectiviteitSelectiviteit op basis van afhankelijkheid Idem als vorige maar vergoeding beperkt tot extra gemiddelde kost van 50 en 120 euro voor iedereen (afhankelijk van BEL-schaal en Katz-schaal) Kan op basis van de bestaande inschaling of van periodieke herziening Selectief Bijkomende vergoeding van 130 euro voor de zwaardere hulpbehoevenden Kan op basis van de bestaande inschaling of van periodieke herziening Selectief Bijkomende vergoeding van 130 euro voor de allerzwaarste hulpbehoevenden Kan op basis van de bestaande inschaling of van periodieke herziening Selectief Toekenning additioneel forfait voor zwaar hulpbehoevenden waar gemiddelde kost hoger is dan 3% van het inkomen Kan op basis van de bestaande inschaling of van periodieke herziening Inkomens-selectiefSelectief Toekenning additioneel forfait voor zwaar hulpbehoevenden waar gemiddelde kost hoger is dan 10% van het inkomen Kan op basis van de bestaande inschaling of van periodieke herziening Inkomens-selectiefSelectief
25 Scenario beperkingen eigen bijdragen in professionele zorg 1.Vergelijking kostprijs met huidige regime van eigen bijdragen in gezinszorg (in functie van inkomen, zorgbehoefte, zorgintensiteit, en duur) en andere professionele niet- medische hulpverleners: kan volledig ten laste worden genomen boven een bedrag van 125 euro. 2.Alternatief: beperking aftopping eigen bijdragen in gezinszorg tot een gemiddeld bedrag; wie een werkelijke eigen bijdrage heeft die hoger ligt (omwille van hoger inkomen) moet dit zelf dragen (soort franchise)
26 Basisscenario groep ZVZ: huidige situatie niet-medsiche kosten en mantelzorg- en thuiszorgpremie van 130 euro
27 Stuurgroep 16 januari 2009Maximumfactuur in de zorg Prof. dr. Jozef Pacolet, Sigrid Merckx, Nele Spruytte Hoger Instituut voor de Arbeid, Katholieke Universiteit Leuven Scenario beperkingen eigen bijdragen in professionele zorg: franchise
28 Gebruik gezinszorg, poetshulp (eng, in het kader van de aanvullende thuiszorg) en overige niet-medische hulpverlening, aantal respondenten en als % totale steekproef, ZVZ
29 Ruime definitie van poetshulp: gebruik van poetshulp in het kader van de aanvullende thuiszorg en de poetshulp van particulieren of betaald via dienstencheques, aantal respondenten en als % totale steekproef, ZVZ
30 Gebruik van gezinszorg, poetshulp (ruim) en overige niet-medische hulpverlening, aantal respondenten en als % totale steekproef, ZVZ
31 Scenario beperkingen eigen bijdragen in professionele zorg: cumul 3 beperken tot 3% inkomen
32 Stuurgroep 16 januari 2009Maximumfactuur in de zorg Prof. dr. Jozef Pacolet, Sigrid Merckx, Nele Spruytte Hoger Instituut voor de Arbeid, Katholieke Universiteit Leuven Scenario beperkingen eigen bijdragen in professionele zorg: cumul 7 beperken tot 3% inkomen
33 Stuurgroep 16 januari 2009Maximumfactuur in de zorg Prof. dr. Jozef Pacolet, Sigrid Merckx, Nele Spruytte Hoger Instituut voor de Arbeid, Katholieke Universiteit Leuven Scenario beperkingen eigen bijdragen in professionele zorg: gedifferentieerd forfait als kosten boven de 130 € uitstijgen
34 Stuurgroep 16 januari 2009Maximumfactuur in de zorg Prof. dr. Jozef Pacolet, Sigrid Merckx, Nele Spruytte Hoger Instituut voor de Arbeid, Katholieke Universiteit Leuven Scenario beperkingen eigen bijdragen in professionele zorg: gedifferentieerd forfait voor iedereen in functie van afhankelijkheid
35 Afbakening van de doelgroepen voor een gedifferentieerd forfait op basis van de afhankelijkheidsschaal en gerapporteerde kost, cumul 7 Aantal in de steekproef Katz N of ABCTotaal BEL< >= Totaal Totaal aantal lage afhankelijkheid362 Totaal aantal hoge afhankelijkheid107 Totaal aantal zeer hoge afhankelijkheid40
36 Afbakening van de doelgroepen voor een gedifferentieerd forfait op basis van de afhankelijkheidsschaal en gerapporteerde kost, cumul 7 Respondenten die kost opgaven (cumul 7) Katz N of ABCTotaal BEL< >= Totaal Totaal aantal lage afhankelijkheid323 Totaal aantal hoge afhankelijkheid97 Totaal aantal zeer hoge afhankelijkheid38
37 Afbakening van de doelgroepen voor een gedifferentieerd forfait op basis van de afhankelijkheidsschaal en gerapporteerde kost, cumul 7 Gemiddelde kost (cumul 7) voor diegenen die kosten rapporteren, in euro per maand Katz N of ABCTotaal BEL<25171, ,05130,35142, ,42187,08471,63207,11 >= 55234,57175,90187,26 Totaal151,35178,50240,59161,50 Gemiddelde kost bij lage afhankelijkheid147,91 Gemiddelde kost bij hoge afhankelijkheid176,15 Gemiddelde kost bij zeer hoge afhankelijkheid239,64
38 Scenario beperkingen eigen bijdragen in professionele zorg: gedifferentieerd forfait op basis van werkelijke kosten en als % van het inkomen 1.Gedifferentieerd forfait als geschatte kost hoger is dan 3% van het inkomen Impliciete kost (-130 euro) hoge hulpbehoevendheid 46,15 Impliciete inkomensgrens hoge hulpbehoevendheid, in euro per maand Impliciete kost (-130 euro) zeer hoge hulpbehoevendheid 109,64 Impliciete inkomensgrens zeer hoge hulpbehoevendheid, in euro per maand Gedifferentieerd forfait als geschatte kost hoger is dan 10 % van het inkomen Impliciete kost (-130 euro) hoge hulpbehoevendheid 46,15 Impliciete inkomensgrens hoge hulpbehoevendheid, in euro per maand Impliciete kost (-130 euro) zeer hoge hulpbehoevendheid 109,64 Impliciete inkomensgrens zeer hoge hulpbehoevendheid, in euro per maand 1 096
39 Budgettaire implicaties van een aantal scenario’s, telkens beperkt tot de cumul 7 van de kosten (tot en met vervoerskosten) 192 Hoo fdst uk 9 Kost in euro per persoon per maand: a) Gemiddelde kost over steekproef N=527 b) Gemiddelde kost waar hij voorkomt N=473 c) Oorspronkelijke kost waar hij voorkomt N=473 Kost per jaar voor totale populatie (in miljoen euro):a) Kost totale populatie op basis scenario b) Oorspronkelijke kost totale populatie c) Verschil: grotere tenlasteneming
40 Budgettaire implicaties van een aantal scenario’s, telkens beperkt tot de cumul 7 van de kosten (tot en met vervoerskosten) OmschrijvingKost in euro per persoon per maand1 Kost per jaar voor totale populatie (in miljoen euro)2 Basisscenarioa) 145,9 b) 162,6 c) 162,6 a) 204,9 b) 204,9 c) - Modulering eigen bijdragen gezinszorg (en poetshulp) Franchise voor gebruiker van kost gezinszorg boven 3.91 euro per uur a) 136,1 b) 151,6 c) 162,6 a) 191,1 b) 204,9 c) 13,8 franchise voor hoge inkomens zelf Maximumfactuur Beperking van de kosten voor professionele zorg (cumul 3) hoger dan 130 euro tot 3% van het inkomen a) 129,2 b) 143,95 c) 162,6 a) 181,4 b) 204,9 c) 23,5 Beperking van de kosten voor professionele zorg (cumul 7) hoger dan 130 euro tot 3% van het inkomen a) 97,4 b) 108,5 c) 162,6 a) 136,7 b) 204,9 c) 68,2 Differentiëring in functie van afhankelijkheidsschaal Bijkomende vergoeding van 130 of 260 euro (afhankelijk van BEL-schaal en Katz-schaal) voor respondenten die meer dan 130 euro kosten hebben voor cumul 7 a) 121,3 b) 135,1 c) 162,6 a) 170,3 b) 204,9 c) 34,6 Bijkomende vergoeding van 130 of 260 euro voor iedereen (afhankelijk van BEL-schaal en Katz-schaal) a) 103,26 b) 115,05 c) 162,6 a) 145,0 b) 204,9 c) 59,9 extra tenlasteneming d) 64,8 extra budget 192 Hoo fdst uk 9
41 Budgettaire implicaties van een aantal scenario’s, telkens beperkt tot de cumul 7 van de kosten (tot en met vervoerskosten) OmschrijvingKost in euro per persoon per maand1 Kost per jaar voor totale populatie (in miljoen euro)2 Idem als vorige maar vergoeding beperkt tot extra gemiddelde kost van 50 en 120 euro voor iedereen (afhankelijk van BEL-schaal en Katz- schaal) a) 128,1 b) 142,67 c) 162,6 a) 179,8 b) 204,9 c) 25,1 extra tenlasteneming d) 27 extra budget Toekenning additioneel forfait voor zwaar hulpbehoevenden waar gemiddelde kost hoger is dan 3% van het inkomen a) 130,4 b) 145,28 c) 162,6 a) 183,1 b) 204,9 c) 21,8 Toekenning additioneel forfait voor zwaar hulpbehoevenden waar gemiddelde kost hoger is dan 10% van het inkomen a) 144,95 b) 161,50 c) 162,6 a) 203,5 b) 204,9 c) 1,4 192 Hoo fdst uk 9
42 Slotbedenkingen 1.Drie mogelijkheden van verbeterde tenlasteneming 1.Remediëren aan de bron: gedifferentieerde bijdragen 2.Differentiëren mantelzorgpremie in functie van afhankelijkheid 3.Vormen van maximumfactuur 2.Voorzien van categorie behartenswaardige gevallen 3.Impact voor de zorgverzekering: overal elders is die ook gedifferentieerd 4.Mantelzorgpremie: moet deze ook een gedifferentieerde vergoeding voor de mantelzorg inhouden 5.Inkomensmodulering: is dat wenselijk als men (naar de toekomst toe) bijdragen int naar draagkracht 6.Moeten nieuwe doelgroepen bereikt worden? 7.Is een verbetering betaalbaar?
43 Prof. dr. Jef Breda, Prof. dr. Jozef Pacolet, Georges Hedebouw,Jonas Vogels Nieuwe programmatienormen voor het woon- zorgdecreet.
44 Woon- en zorgcentra Relatieve omvang van ROB en RVT bedden in woonzorgcentra en gerealiseerde, geplande en programmatie assistentiewoningen (voorheen serviceflats), 2009
45 Beleidsaanbevelingen Programmatie is geen fixatie van het verleden maar een dynamische verkenning - normering van de toekomstige ontwikkelingen Woon-zorgdecreet kan en zal één en ander in beweging brengen Wij hebben nog geen echt beleid van desinstitutionalisering gehad Programmatie van de voorzieningen door Vlaanderen kan niet los worden gezien van de ontwikkelingen op federaal vlak Substitutie tussen thuiszorg en residentiële zorg is denkbaar Substitutie binnen in de thuiszorg
46 Beleidsaanbevelingen Substitutie binnen in de thuiszorg en de institurionele zorg is denkbaar Substitutie binnen de werksoorten is denkbaar (thuisverpleging – gezinszorg – schoonmaakhulp) Substitutie tussen reguliere en private diensten (thans ook dienstencheque)
47 Verschuivingen die mogelijk zijn VolumeEenheidsprijsBudget (in €)(in miljoen €) GezinszorgUrenPrijs per uur Geprogrammeerde uren ,52441,9 Maximaal subsidiabel urencontingent ,6 Vervanging door poetshulp ,4 Vervanging residentiële zorg (O & A) ,2 Vervanging door poetshulp en opvangen residentiële zorg ,4 Logistieke hulp (programmatie 2010)UrenPrijs per uur Huidige programmering ,5294,8 Vervanging rustoordbedden (O & A) ,9 Vervanging van gezinszorg ,4 Totaal huidige gebruik en vervanging van gezinszorg en rustoordbedden ,1 Oppasdienst (gepresteerde uren 2007)Uren Waarvan vrijwillige oppas Waarvan professionele oppas HerstelverblijfPlaatsenPrijs per dag Bezetting 100% minimum72554,7614,5 Bezetting 100% maximum ,9 KortverblijfPlaatsen Huidige programmatie2 596 Bezetting 100% minimum567 Programmatie nieuw decreet921
48 Verschuivingen die mogelijk zijn Volume Eenheidsprij s Budget (in €)(in miljoen €) WoonzorgcentraPlaatsen Programmatie Huidig gebruik 2010 (gebaseerd op gebruikscijfers 2006) O ‑ en A-bedden Huidig gebruik zonder O en A Als % van het huidig gebruik69% Met gebruikscijfers van regio met lage gebruikscijfers Als % van het huidig gebruik79% Gebruik bij maximaal aantal assistentie woningen erkend als woonzorgcentra Als % van het huidig gebruik70% AssistentiewoningPlaatsen Programmatie Gerealiseerd en gepland Bijkomende vraag ter vervanging O ‑ en A-bedden Totaal huidig aantal plaatsen en ter vervanging O ‑ en A-bedden
49 Prof. dr. Jozef Pacolet Dekking van de kosten in de woon-zorgcentra: Onderzoek voor VVI over het silhouet van de bewoners van de woon-en zorgcentra
50 Gemiddelde kosten en opbrengsten per dag, naar grootte van de ACC-instelling, Vlaanderen, 2000
51 Publieke financiering residentiële zorgvoorzieningen, Vlaamse Gemeenschap (prijs in euro per dag)
52 Verband tussen tewerkgesteld zorgpersoneel en RIZIV- norm en Vlaamse personeelsnorm
53 Aandeel meerpersoonskamers, Vlaanderen, 2001
54 De private-publieke financieringsmix in de gezondheidszorg en de ‘LTC- langdurige zorg’ VS Zwitserland Australië Nieuw Zeeland Nederland Canada Spanje Ierland Zweden Japan VK Duitsland België Canada Japan % publieke uitgaven in de totale uitgaven voor gezondheidszorg % publieke uitgaven in de totale LTC uitgaven Aandeel publieke financiering voor LTC groter dan aandeel publieke financiering gezondheidszorg Aandeel publieke financiering voor LTC kleiner dan aandeel publieke financiering gezondheidszorg
55 Prof. dr. Jozef Pacolet Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg: macro-economische kosten en financiering en nood aan een publieke hospitalisatieverzekerin?
56 Publieke en private uitgaven LTC en gezondheidszorg, België en Nederlandstalige/Franse Gemeenschap VlWaBeVlWaBeVlWaBeVlWaBe 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 in % BBP Publieke uitgaven LTC ouderen (instellingen + thuis) Overige gezondheidszorguitgaven LTC gehandicapten Privé-uitgaven LTC ouderen (instellingen + thuis) Overige gezondheidszorg remgelden Extra private uitgaven: out-of-pocket Extra private uitgaven: aanvullende private verzekering
57 Vaststellingen omtrent private- publieke financiering 1.Privatisering financiering via remgelden in gezondheidszorg is nog beperkt (0,53% BBP), en wordt verder geremedieerd door maximumfactuur (0,08% BBP) 2.Eigen bijdrage is evenwel aanzienlijk in residentiële ouderenzorg (0,61% BBP), dit in tegenstelling tot het buitenland: de dagprijs voor de rusthuissector, 1 % van de bevolking, is groter dan alle remgelden in rest van de gezondheidssector 3.Aanvullende private verzekeringen hebben een groeiend marktbereik, maar in volume is hun omvang nog beperkt (0,46% BBP, met inbegrip van aanvullende verzekering kleine risico’s die er uit zullen verdwijnen in 2006) 4.De private uitgaven beginnen te tenderen naar de helft van de publieke uitgaven of 1/3 van de totale uitgaven
58 Vaststellingen omtrent private- publieke financiering 5.5,5 % BBP publieke uitgaven voor gezondheid, 1 % voor LTC ouderenzorg en 0,5 voor personen met een handicap 6.Met 1,5% BBP komt publieke uitgaven LTC in buurt betere OESO-landen 7.Het RIZIV heeft de jongste tien jaar een groeiend aandeel van de kost voor langdurige zorg opgenomen (+0,30 % BBP); samen met de hulp aan bejaarden (+0,07% BBP), en de maximum-factuur (+ 0,08% BBP) spreken wij van ‘de stille kracht’ van een impliciete zorgverzekering op federaal vlak (samen goed voor ongeveer 0,80% BBP in 2003) 8.Maar ook de Vlaamse Zorgverzekering (ook 0,07% BBP) heeft, met beperkte bijdragen van de burger, toch ook op korte termijn een significant en ruim bereik gerealiseerd