Jennifer de Vries vrije@hr.nl med.hro.nl/vrije Communicatie College 1 Jennifer de Vries vrije@hr.nl med.hro.nl/vrije
Programma vandaag Kennismaking Organisatie module Introductie communicatie Reflecteren Feedback
Module communicatie
Literatuur Hulpmiddel: geheugenstick Opnameapparatuur
Weetjes 4 x 50 minuten ingeroosterd 2 groepen, ieder 2 x 50 minuten les & 2 x 50 minuten oefenen Aanwezigheidsplicht 2 kwartalen 5 EC = 140 uur - werkcollege: 25u - literatuur bestuderen: 40u - huiswerk: 60u - schrijven reflectieverslag: 10u - toetsing op school: 2u - overig: 3u
Toetsing Aanwezigheid A. Tentamen (mc vragen) B. Toetsgesprek C. Reflectieverslag (kw 4, beschrijving ontwikkeling) Alle onderdelen moeten minimaal met een 5.5 worden afgerond Eindcijfer is gemiddelde van A, B en C
Toetsgesprek Week 7/8 kwartaal 4 Min. 7 minuten en max. 10 minuten Geleerde vaardigheden: - hanteren van een gespreksmodel en rol - toepassen van basisvaardigheden - toepassen van nuancerende vaardigheden - evalueren van het gesprek
Vragen???
Opdracht Wat is je eerste reactie bij het volgende plaatje? Schrijf op
Waarnemen Waarnemen is het zintuiglijk ervaren van een bepaalde prikkel Er is geen oordeel verbonden aan de actie ‘het waarnemen’
Interpreteren Interpretatie= persoonlijk beredeneerd oordeel over de betekenis van een waarneming of een tekst
Waarneming: dit kind zit en heeft zijn hoofd naar voren gebogen Interpretatie: dit kind is verdrietig
Interpreteren Communicatie - Kenmerken en gedrag van de ander - Jouw waarneming van kenmerken of gedrag - Jouw interpretatie van je waarnemingen - Jouw reactie - De ander neemt jou en je reactie waar - De ander interpreteert zijn waarnemingen - De ander reageert - Jij neemt waar etc……………
Foutenbronnen bij interpretatie Te snel begrijpen en reageren Generaliseren Vooroordelen Stereotyperingen Halo-effect Identificatie Projectie Persoonlijke norm
Opdracht Beschrijf een situatie waarin je verkeerd geïnterpreteerd hebt of een situatie waarin je door anderen verkeerd bent begrepen. Welke factoren speelden daarbij een rol?
Communicatie Boodschappen hebben een inhouds- en betrekkingsniveau Inhoudsniveau: de inhoud van de boodschap (meestal verbaal) Betrekkingsniveau: hoe de boodschap overgebracht wordt (meestal non-verbaal)
Luisteren Waarom is luisteren belangrijk? Je kunt hierdoor begrip tonen Je kunt stimuleren tot verder vertellen Je kunt duidelijkheid scheppen Je voorkomt dat je voorbarige conclusies trekt Je bied de ander mogelijkheid zijn verhaal te vertellen
Luisterfouten Ongeïnteresseerde houding Niet uit laten spreken Eigen verhaal gaan vertellen Met gedachten ergens anders zijn Impulsief reageren Te snel adviseren Waarderend reageren Veronderstellingen uiten
Opdracht Welke luisterfout(en) maak jij het meest? Geef hiervan een voorbeeld Welke luisterfout vind je het meest irritant en waarom?
Wat is communicatie? Non verbaal 70% Verbaal 30% Waar let jij vooral op bij een 1e kennismaking?
Non-verbaal gedrag Manier van spreken Uiterlijk Lichaamshouding Gebaren Mimiek Nabijheid Stiltes
Opdracht In tweetallen Jij en je gesprekspartner gaan met de rug naar elkaar toe zitten Laat je gesprekspartner een verhaal vertellen dat niet al te eenvoudig is Bespreek na: welke barrières ervoer je bij het volgen van dit verhaal. Hoe heeft je gesprekspartner het ervaren om ‘in de ruimte’ te praten
Reflecteren Wat is dat???
Reflecteren Gaat over het nadenken over jezelf en jouw handelen Verwerven van inzicht in eigen persoon en handelen Erkennen van eigen sterktes en zwaktes
Vaardigheidsontwikkeling Fase 0: onbewust onvaardig Fase 1: bewust onvaardig Fase 2: bewust vaardig Fase 3: onbewust vaardig
Welke vragen kun je jezelf stellen? Wat heb ik geleerd? Wat is mij opgevallen? Wat kan ik goed? Wat vind ik moeilijk? Wat ga ik verbeteren? Hoe ga ik dat verbeteren?
Opdracht Stel: je zit op een onbewoond eiland en kunt niets anders doen dan wachten of er een boot voorbij komt die je mee terug wil nemen naar huis. Waar denk je aan? Wat voel je? Wat en wie mis je het meest? Waarom?
Feedback
Feedback Feedback = terugkoppeling
Opdracht Welke feedback heb jij vandaag of gister gegeven en aan wie? Welke feedback heb jij vandaag of gister ontvangen en van wie?
Functies van feedback Positief gedrag wordt ondersteund en bevestigd Negatief gedrag kan worden gecorrigeerd Het verduidelijkt de relaties tussen mensen
Manieren van feedback Verbaal of nonverbaal Bewust of onbewust Spontaan of op verzoek Formeel of informeel
Regels voor geven van feedback Kondig feedback aan Beschrijf concreet gedrag Beschrijf gedachten en gevoelens Beschrijf de effecten Doe suggesties ter verbetering Gebruik de ik-vorm Wees niet uitsluitend negatief Wees uitnodigend (aanleiding tot gesprek) Geef bruikbare feedback Non-verbaal gedrag
Geven van feedback Doen we in de vorm van top en tip
Regels voor ontvangen van feedback Luister naar de feedback Vraag door op de gegeven feedback Vat de feedback samen in eigen woorden Geef aan wat de feedback voor jou betekent
Opdracht Tweetallen Vraag je medestudent om feedback (over een specifieke situatie, gebeurtenis). Dit kan zowel een positieve uitkomst geven als een kritisch of een combinatie. Na ontvangst en acceptatie feedback wisselen.