B37 HET KLIMAATSYSTEEM VAN KÖPPEN.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Klimaten in de wereld koud (polaire) 60° koud (polaire) Warme klimaten
Advertisements

Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Weer en klimaat in de VS.
Hoofdstuk 1 van atheneum 4
Klimaat en Vegetatie De wereldklimaten.
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 7
Hoofdstuk 3 Wat een klimaat!
Hoofdstuk 2 Wonen en werken in één wereld
23 Europa: klimaat- en vegetatiezones
Hoe ontleed ik een klimatogram?
Vervolg op deel 1.
De klimaatklassificatie van Köppen
4 havo, H.2 Tot en met par. 12 af? PO-materiaal inleveren
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Les 5 - Klimaatsysteem van Köppen
Klimatologie: Van Zuylen
Europa – Klimaat II en Europa – Invloed van Zee
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Agenda: Klimatogram lezen p
2.2 – Het Middellandse Zeeklimaat
Klimaatsysteem van Köppen
Paragraaf 6 Natuurlijke zones op aarde (2)
Weer en klimaat Paragraaf 6 en verder.
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Aardrijkskunde 4 vwo ( ) les 9.
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
HOOFDSTUK 5 NATUURLANDSCHAPPEN
ZUID-AFRIKA.
HOOFDSTUK 4 GLOBALISRING IN AZIE
KLIMAATSYSTEEM VAN KÖPPEN
Natuurlijk Europa Klimaten.
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §2 en 3
1 havo/vwo 2 klimaat, §2, 3 en 4.
Landbouwdriehoek: landbouwgebied in Rusland dat wordt begrensd door de steden Odesa, Irkutsk en Sint-Petersburg.
Latijns-Amerika - klimaat
Vegetatietypes Michelle borghers.
3 havo Köppen en Buys Ballot
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §6 en 7
3 havo Köppen.
In de weer voor het klimaat
China.
1 HV Hoofdstuk 2 Klimaat § 8-9
1 T/H Klimaten Hoofdstuk 2 § 2 - 4
Hoofdstuk 9 Weer en klimaat in de Verenigde Staten.
Wij zijn allemaal wereldburgers
Klimaat.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 6-9. Het weer in Nederland isobaren lijnen op een tussen plaatsen met dezelfde luchtdruk lagedrukgebieden: rond de.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 2-4. Het weer Weer Atmosfeer Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats Luchtlaag die om.
4 havo 2 Klimaat en landschap § 5-8
Wat een klimaat Hoofdstuk 3.
Regen in de woestijn.
Tropisch regenwoud & Savanne
Klimaten op aarde, heel logisch!
Hoofdstuk 2 natuurlandschappen op aarde
Mondiale lucht- en zeestromen
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Hooggebergte Hoofdstuk 2.
Steppen & woestijnen Hoofdstuk 2.
Klimaten Natuurlijke zones.
Thema 2 blok 1 Op zoek naar voedsel.
Koud Gematigd Droog Warm Kisangani Ligging: D.R. Congo Afrika Ki Ki.
Cursus 2.1 Klimaten en Plantengroei Klas 2 KGT Lesweek 1
Cursus 2.1 Klimaten en Plantengroei Klas 2 BK Lesweek 1
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §2 en 3
De kaart van Freek Voor op je kamer!.
Neerslag: 640 mm/jaar Klimaat: Cf (Parijs). Neerslag: 640 mm/jaar Klimaat: Cf (Parijs)
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §6 en 7
Formatieve toets thema 2
Köppen klimaat systeem
Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
Transcript van de presentatie:

B37 HET KLIMAATSYSTEEM VAN KÖPPEN.

Er zijn op aarde verschillende klimaten:

Deze klimaten hebben geen echte grenzen.

De Duitse bioloog / klimatoloog Köppen heeft een klimaatsysteem bedacht waarin de klimaten wel begrensd worden.

Het Köppensysteem

Köppen onderscheidt 5 klimaatzones. (A,B,C,D en E)

Elke klimaatzone is gekoppeld aan een bepaalde vorm van plantengroei.

HET KÖPPENSYSTEEM: A TROPISCHE KLIMATEN B DROGE KLIMATEN C ZEE KLIMATEN D LANDKLIMATEN E KOUDEKLIMATEN

A-KLIMATEN

Kenmerken A-KLIMATEN: Temperatuur van koudste maand is hoger dan 180C.

-Temperatuur van koudste maand is hoger dan 18˚C. Af -Temperatuur van koudste maand is hoger dan 18˚C. - Gehele jaar door neerslag (f) tropisch regenwoud

-Temperatuur van koudste maand is hoger dan 18˚C. Aw -Temperatuur van koudste maand is hoger dan 18˚C. - Klimaat met neerslag in de zomer. Droge winter (w) Savanne

B-KLIMATEN:

Kenmerken B-KLIMATEN: DROOGTE… verdamping > neerslag. Steppeklimaat: Woestijnklimaat:

BW: - Geen temperatuurgrenzen - Neerslag minder dan 100 mm

BS: - Geen temperatuurgrenzen. - Neerslag tussen 100 en 200 mm per jaar.

C-KLIMATEN

Kenmerken C-KLIMATEN: Temperatuur koudste maand < 18 en > -3 0C Temperatuur warmste maand > 10 0C

Cf - Temperatuur koudste maand < 18 ˚C en > -3˚C . Temperatuur warmste maand > 10˚C. Neerslag gehele jaar. (f)

Cs - Temperatuur koudste maand < 18 ˚C en > -3˚C . Temperatuur warmste maand > 10˚C. Weinig neerslag in de warmste periode .(s)

Cw - Temperatuur koudste maand < 18 ˚C en > -3˚C . Temperatuur warmste maand > 10˚C. Weinig neerslag in de winter.(w)

D-KLIMATEN:

Kenmerken D-KLIMATEN: warmste maand > 10 0C en koudste maand < -3 0C

Df -Warmste maand > 10˚C en koudste maand < -3˚C -Neerslag hele jaar.(f)

Dw -Warmste maand > 10˚C en koudste maand < -3˚C -met droge winter (w)

E-KLIMATEN:

Kenmerken E-KLIMATEN: -grens met D klimaat is 10˚C (= boomgrens) . -warmste maand < 10˚ C .

ET warmste maand > 0 ˚C maar niet warmer dan 10 ˚C

Vorstklimaat met warmste maand < 0˚C EF/EH Vorstklimaat met warmste maand < 0˚C

FF oefenen met klimaatgrafieken:

Aflezen van de temperatuur.

Aflezen van de neerslag.

GRAFIEK 1: Cf

GRAFIEK 2: Aw

GRAFIEK 3: Dw

GRAFIEK 4: Cf

GRAFIEK 5: BS

GRAFIEK 6: Dw

GRAFIEK 7: Cs