Module Waarnemen, observeren en rapporteren Les 2

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het doen van eigen onderzoek
Advertisements

Opwarmer : zoek de 5 verschillen
Kan je de onderdelen van een verslag uitleggen
Peter Strawson.
Hoofdstuk 3 – Gegevens verzamelen
Observeren en rapporteren
Observeren en rapporteren
Media en creativiteit module 6 Identiteit
MEDMEC01 Elske Revelman de Vries Mail:
Literatuuronderzoek en veldonderzoek
Media en creativiteit module 6 Identiteit Jaar 2.
Marktonderzoek MK02 MK02 HEO-CE1.
Natuurwetenschappelijk verslag
Collegeweek 3 Observeren
Leesvoorkeurenonderzoek
Onderzoek doen Hoofdstuk 1 - Onderzoek.
Training Basisvaardigheden voor Mentoren
Communicatieve vaardigheden SAMENWERKEN
Observeren en rapporteren
Gedrag • Gedrag is/zijn de waarneembare handelingen van een dier of mens • We proberen gedrag te kwalificeren (wat doet een dier) kwantificeren (hoe vaak.
Hogeschool Rotterdam, Opleiding Vastgoed & Makelaardij drs. ing. M.M.A. Scheepers Collegejaar college.
Module ‘Kijken naar Kinderen’ AD opleiding ‘Pedagogisch educatief medewerker’ Week 2 Pascal van Schajik.
Madeleine Meurs Med.hr.nl/meurm Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek 1.
Kijken naar Kinderen Week 4
Kijken naar Kinderen Week 1
Bijeenkomst 2 Ethiek 3, Normatieve professionaliteit
De onderzoekscyclus Oriënteren Richten Plannen Verzamelen
Pascal van Schajik Module ‘Kijken naar Kinderen’ AD opleiding ‘Pedagogisch educatief medewerker’ Week 1 Pascal van Schajik
Module Waarnemen, observeren en rapporteren Les 1.
Module Waarnemen, observeren en rapporteren les 6. week 7
SPH voltijd Onderzoeksvaardigheden voltijd jaar 1 Werkcollege week 2.
onderzoeksvraag Soorten onderzoeksvragen Exploratieve onderzoeksvraag
Kijken naar Kinderen Week 3
wie ben ik? leeftijd? woonplaats? getrouwd/ongetrouwd/its complicated?
Module Waarnemen, observeren en rapporteren Les 3 + 4
Kijken naar kinderen les 2 Hafida El-Gharbaoui
Module ‘Kijken naar Kinderen’ AD opleiding ‘Pedagogisch educatief medewerker’ Week 3 Pascal van Schajik.
Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek I Bijeenkomst 3 kwartaal 2.
Communicatie 2 – kw 2 Les 1.
Hogeschool Rotterdam, Opleiding Vastgoed & Makelaardij drs. ing. M.M.A. Scheepers Collegejaar college.
Les 7 Verantwoorden, legitimeren en professionaliseren.
Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek I Bijeenkomst 2 kwartaal 2.
Kijken naar Kinderen Week 4
Kijken naar Kinderen Week 3
Jennifer de Vries med.hro.nl/vrije
Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije
Communicatie 2 – kw 2 Les 4.
Kijken naar Kinderen Week 5
Plancyclus, les 4  Actualiteit  Vragen naar aanleiding van vorige les  Vragen over hoofdstuk 4 en 5  Observeren met een plan; het verschil tussen observeren.
Organisatiecultuur “bestaat” niet, maar “ontstaat” steeds weer opnieuw als mensen met elkaar in de weer zijn. Organisatiecultuur.
Programma week 3 Terugblik: kennismakingsgesprek Toelichting: basis LSD-techniek Oefening 1: actief luisteren Oefening 2: echt actief luisteren Huiswerk.
Rotterdam, 00 januari 2007 Kijken naar kinderen Bijeenkomst 3 kwartaal 3.
Waarom? Als je straks klaar bent met studeren ga je werken. Of je nou voor jezelf begint of in loondienst gaat, het is belangrijk om iets te doen.
Waarom? Iedereen heeft sterke en zwakke punten. Met je sterke punten kun je heel ver komen en het is dan ook van belang om deze in te zetten.
1 Module Waarnemen, observeren en rapporteren les 5. week 6 Dorien `t Hart.
Observeren Les 3.
Observeren en rapporteren
B. Stof 5 Natuurwetenschappelijk onderzoek
Observeren rapporteren
Thema Gedrag.
Thema Gedrag.
Methodiek Observeren.
23 november 2017 bijeenkomst 2; wpl1 RijnIJssel, Utrechtsestraat, Arnhem Jacqueline van der Zee en Jacques de Goede.
Thema 8 Gedrag.
Observeren en rapporteren
Observeren Les 2.
Observeren Les 2.
Observeren, rapporteren
Training Observeren Kijken naar kinderen en leerkrachten
Observeren rapporteren
Transcript van de presentatie:

Module Waarnemen, observeren en rapporteren Les 2 Dorien `t Hart HarDo@hr.nl http://med.hro.nl/hardo 1

Programma van vandaag Terugblik vorige week Context Interpretatie vs obs. Betrouwbaarheid en validiteit. Doelstelling. Soorten observaties. Een onderzoeksvraag formuleren https://webmail.hro.nl/gw/webacc?action=Item.Read&User.context=hocqsfNg9lmbqd3Eq6&Item.drn=18350z31z0&merge=msgitem&Url.Folder.type=Folder.UNOPENED 2 https://webmail.hro.nl/gw/webacc?action=Item.Read&User.context=hocqsfNg9lmbqd3Eq6&Item.drn=18573z30z0&merge=msgitem&Url.Folder.type=Folder.UNOPENED

Terugblik vorige keer: Hoe staat het er mee? Begonnen op de stage? Een eerste verkenning gedaan voor een onderzoeksvraag? 5 Minuten waargenomen? Studiehandleiding gevonden? Vragen?

Redenen om te observeren Hulpmiddel (a + b) Informatie Toetsing eigen aanpak

6 Blinde mannen doen een ontdekking

Zij vinden een… Damwand Speer Slang Boomstam Touwtje Waaier

Wat zijn alle onderdelen samen? Moraal: Als wij onze eigen beelden verklaren tot de werkelijkheid, vergeten wij onze inzichten te delen en raken de ‘ware wijsheid’ kwijt. (Samen zie je meer dan alleen!)

Context Lees de casus. Wat zou je willen weten om nog beter voor je te kunnen zien wat er aan de hand is?

5 Soorten observatie Gedragsobservatie Dagelijkse observatie Systematische observatie Participerende observatie Zelfobservatie Opdracht: lees de casus. Welk van bovenstaande soorten is/zijn van toepassing?

Zo objectief mogelijk.. Uitgaan van feiten, van waarneembaar gedrag, zonder je mening gedachten en gevoelens te laten meespelen. Wat moet je dan wel opschrijven? En wat moet je dan niet opschrijven? Hoe objectief is de casus beschreven? Waar liggen verbetermogelijkheden? 10

Opdracht In 3-tallen: Lees het verslag van een ander Onderstreep in kleur aan waar sprake is van een interpretatie, mening, visie, oordeel etc. Nabespreking over: Wat vind je goed aan het verslag? Wat valt je op? Wat kan er beter? Dit doen we ook in week 8 voor het inleveren van het eindverslag: wees kritisch naar elkaar toe. Daar leer je het meest van.

Betrouwbaarheid = Herhaalbaarheid tot eenzelfde uitkomst van die observatie Inter-observatie-betrouwbaarheid  betrouwbaarheid tussen verschillende observatoren Intra-observatie-betrouwbaarheid  betrouwbaarheid binnen één observator 12

Welk type betrouwbaarheid? Anita observeert Tisha. Ze constateert dat Tisha sterk afkeurend reageert op André, de jongste uit de groep. Tisha blijkt zeer aanwezig te zijn in bijzijn van André. Ze heeft op- en aanmerkingen op alles wat André doet. Meestal zijn deze negatief van aard. Anita constateert telkens het bovenstaande na het uitvoeren van 8 observaties in 2 weken tijd. Wat is er te zeggen over de objectiviteit van het stukje? Dit is intra-observatie betrouwbaarheid. Wat is een voorbeeld van inter-betrouwbaarheid? 13

Validiteit Heb je gemeten wat je wilde meten? Dan is je observatie VALIDE. V.b. Observatievraag: zijn de bijwerkingen van Ritalin merkbaar bij Raya? Observatie: Op dag een krabt Raya het eerste half uur zestien maal aan haar onderarmen na het innemen van de Ritalin. Op dag twee doet zij dit vier maal gedurende een half uur. Wat is mogelijk niet-valide in dit voorbeeld? 14

Validiteit Constructvaliditeit: meet je wat je wilt meten? ( ben je echt bijwerkingen aan het turven? ) Inhoudsvaliditeit: Hoe groot is de inhoud van de meting? ( zijn alle bijwerkingen geturfd? ) Predictieve validiteit: In hoeverre voorspellen de observaties gedrag in de toekomst? Concurrent validiteit: In hoeverre voorspellen de observaties gedrag in het heden, bijvoorbeeld vergeleken met andere gegevens? 15

Validiteit 16 Voorbeeld ex-gedetineerde ( blz 37 ) Constructvaliditeit: Inhoudsvaliditeit: Predictieve validiteit: Concurrent validiteit: 16

Observatorbias 17 Waarneming Vertaling / Perceptie Conclusies Beperkingen van de zintuigen Beperkingen van de waarnemer Vertaling / Perceptie Selectie Je neemt niet alles waar Interpretatie Je vindt er wat van op grond van wie je bent, wat je weet, etc. Conclusies Halo-effect Horn-effect Voorbarige conclusies Handelen op grond van conclusies Primair reageren (ondoordacht, emotioneel) Je ervaart prikkels en weet niet wat je waarneemt. De waarnemer probeert te ontdekken wat hij/zij ziet, hoort, voelt, ruikt of proeft. Als je een voorwerp ziet, begint er razendsnel proces in de hersenen van nagaan in ons geheugen of er iets is dat overeenkomt met wat we al eerder hebben waargenomen. Het is onmogelijk om alle stimuli (prikkels) waar te nemen. We zouden gek worden. Over het algemeen nemen we alles wat dichtbij en beweegt waar. We kijken selectief. Een hulpverlener richt zijn aandacht op bepaalde bewoners en op bepaalde gebeurtenissen. Hij/zij kan in gesprek zijn met een bewoner en tegelijk zijn aandacht richten op een fluisterend gesprek tussen 2 andere bewoners in de gang. Dit moet je wel trainen. Regelmatig reflecteren op wat je hoort en ziet kunnen je je dit aanleren en nagaan hoe het zit met jou perceptie en selectie. 17 17

Beoordelaarsfouten, 2 voorbeelden: Halo-effect en Horn-effect Zien wat je wilt zien 18

Oefening Titel: Iemand die langzaam verdwijnt. 1e keer: waarnemen http://www.youtube.com/watch?v=CjxsR6Ictks 1e keer: waarnemen Wat zie je? Wat zou een onderzoeksvraag kunnen zijn? 2e keer: observeren Wat selecteer je? Wat is het antwoord op je onderzoeksvraag?

Oefening 1e keer: waarnemen 2e keer: observeren Wat zie je? http://www.netwerk.tv/uitzending/2010-02-02/crimineel-de-dop http://www.youtube.com/watch?v=aDIhaIKrIAc&feature=related 1e keer: waarnemen Wat zie je? Wat zou een onderzoeksvraag kunnen zijn? 2e keer: observeren Wat selecteer je? Wat is het antwoord op je onderzoeksvraag?

Onderzoeksvragen Soorten onderzoeksvragen Exploratief / verkennend Beschrijvend Vergelijkend Toetsend Probleemoplossend

Onderzoeksvragen Wat voor vraag heb jij? Maak eens deelvragen. Concretiseren en operationaliseren.

Volgende keer Huiswerk zie handleiding