Week 5 Sociologie en diversiteit SOCIALE ONGELIJKHEID / ONGELIJKHEID TUSSEN GROEPEN / INTERCULTURELE COMMUNICATIE.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Sociologische verklaringen voor sociale stratificatie
Advertisements

H3 Industralisatie en Ismen.
Hoofdstuk 6 Sociale ongelijkheid.
Schematische weergave
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
Aantekening §2 B-nummers.
Het socialisme Paragraaf 7..
Globalisering H2.
Globalisering H2.
Over het arbeidersklasse in Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
Ontstaan en ontwikkeling van een politieke stroming
Samenvatting hoofdstuk 4
De staatsinrichting van Nederland.
Taalgebieden in België
Autisme in de dagelijkse praktijk
de tijd van burgers en stoommachines
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Wiki Interculturele communicatie
Tijd van burgers en stoommachines,
De economische dimensie
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Wat moet je weten aan het einde van de les?
M. GIMBRERE Tijd van burgers en stoommachines,
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Tijd van wereldoorlogen,
Tijd van de burgers en stoommachines ( )
Hoe werkt de maatschappij? Is deze maakbaar? Hoe beïnvloed je de economie?
Sociologie Cultuur en Context J1.3. Bezetting Maagdenhuis Jeugd en muziek.
Arm vs. Rijk (1910) 'Wij zijn vegetariërs, wij eten nooit vleesch.'
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
Tijd van burgers en stoommachines,
Het Kapitalisme Handelskapitalisme Oostzeevaart VOC/WIC
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
3.2: Sociale Partners en overheid Sociale partners: werkgevers- en werknemersorganisaties Poldermodel: ‘oplossen van problemen door overleg met de betrokkenen.
Vragen vorige les. Uitleg. Opdracht. Quiz. Afsluiting.
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Derde bijeenkomst Organisatie van de hulpverlening.
1 Sociologie en Diversiteit hoorcollege 3 Harrie Manders
sociologie en diversiteit
‘De Industriële revolutie is goed geweest voor de mensheid’
H9.1 De Industriële revolutie
Wat feiten en cijfers Calvijn Business School
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties Paragraaf 8.3 Burgers aan de macht.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
Tijdvak 1 Jagers en boeren de levenswijze van jagers-verzamelaars
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
Tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
de tijd van burgers en stoommachines
Visie ontwikkeling
Geschiedenis M3.
Tijd van jagers en boeren
Sociologische paradigma’s
Economische kringloop
Niet alleen op de wereld
§2.3 De sociale kwestie In deze presentatie leer je over:
Hoofdstuk 3 Eerlijke handel
Zorgen voor participatie Kim Putters Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau Care Summit, Vaals, 2015.
Duurzaamheid C en D Hoofdstuk 2 People.
TIJD VAN JAGERS EN BOEREN. FILM: BC BC is een film over het leven van een jager verzamelaar, hij is zeer onrealistisch maar dat neemt niet.
Transcript van de presentatie:

Week 5 Sociologie en diversiteit SOCIALE ONGELIJKHEID / ONGELIJKHEID TUSSEN GROEPEN / INTERCULTURELE COMMUNICATIE

Sociale ongelijkheid

Oorzaken?  Marx: sociale ongelijkheid is het gevolg van de kapitalistische eigendomsverhoudingen.  De eigenaar van de productiemiddelen eigent zich de meerwaarde toe van de productie van goederen en diensten door de arbeiders die afhankelijk zijn van de eigenaar van de productiemiddelen  Accumulatie van kapitaal (opeenhoping)

Meerwaarde:  Loon van de arbeider is gebaseerd op de gemiddeld noodzakelijke loonkosten (wat is er nodig om in leven te blijven?)  Gemiddeld noodzakelijke loonkosten: de kosten van de reproductie van de arbeid (eten, slapen, een dak boven je hoofd en alles wat tot de gebruikelijke levensstandaard behoort)  Meerwaarde: het verschil tussen de verkoopprijs van producten en diensten en de gemiddeld noodzakelijke loonkosten om die producten en diensten te produceren

Kapitalisme:  Samenlevingsvorm waarin de productiemiddelen in particuliere handen zijn.  Rol van de staat daarin:  reguleren van de eigendomsverhoudingen  Monopolie van geweld (leger en politie)  Justitie  Onderwijs, gezondheidszorg, openbaar bestuur  Infrastructuur

Marx: klassenstrijd is de moter van de geschiedenis  Oercommunisme: gemeenschappen van jagers en verzamelaars

Na de agrarische revolutie  Boeren: veehouders en landbouwers  Stadsstaten:  Ontstaan van bovenklasse van koningen en priesters  Ontstaan van onderklasse: slaven, horigen en lijfeigenen  Vrije boeren en vrije burgers (stedelingen)

Na de Franse revolutie: industrialisatie  Engeland: industriele revolutie.  Marx: oorspronkelijke accumulatie van kapitaal

Gevolgen”:  Arbeidersklasse leefde in grote armoede

Sociale questie: sociale ongelijkheid  Arbeiders hadden geen stemrecht  Kinderarbeid  Ontbreken van sociale voorzieningen  Geen toegang tot onderwijs  Geen controle op arbeidsomstandigheden

Opkomst verzorgingsstaat:  College vorige week:  Om sociale ongelijkheid terug te dringen en opstand te voorkomen

Meritocratie  Sociaal economische positie wordt bepaald door iemands verdienste(n)  Niet de aanleg maar de prestaties

Armoede in Nederland Relatieve armoedeAbsolute armoede

CBS:

Welke groepen?  Alleenstaanden met kinderen  Kinderen  Ouderen  Migranten  Chronisch zieken  Mensen met een beperking  Mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen

Sociale ongelijkheid  Instrumenten:  Nivelleren  Onderwijs  Wonen  Sociale vernieuwing!

Artikel E: Interculturele communicatie  Laagcontextcultuur: informatie wordt expliciet gecommuniceerd. Woorden, taal, gesproken of geschreven zijn belangrijk.  hoogcontext: deel van de boodschap zit in de persoon en in de context van de boodschap (Wie zegt iets en in welke situatie?)  Wat is onze cultuur?

Misverstanden  Door teveel of te weinig context:

Monochrone en polychrone tijdbeleving  Monochroon: via de klok, de agenda, schema’s  Polychroon: zee van ruimte en contact