Week 5 Sociologie en diversiteit SOCIALE ONGELIJKHEID / ONGELIJKHEID TUSSEN GROEPEN / INTERCULTURELE COMMUNICATIE
Sociale ongelijkheid
Oorzaken? Marx: sociale ongelijkheid is het gevolg van de kapitalistische eigendomsverhoudingen. De eigenaar van de productiemiddelen eigent zich de meerwaarde toe van de productie van goederen en diensten door de arbeiders die afhankelijk zijn van de eigenaar van de productiemiddelen Accumulatie van kapitaal (opeenhoping)
Meerwaarde: Loon van de arbeider is gebaseerd op de gemiddeld noodzakelijke loonkosten (wat is er nodig om in leven te blijven?) Gemiddeld noodzakelijke loonkosten: de kosten van de reproductie van de arbeid (eten, slapen, een dak boven je hoofd en alles wat tot de gebruikelijke levensstandaard behoort) Meerwaarde: het verschil tussen de verkoopprijs van producten en diensten en de gemiddeld noodzakelijke loonkosten om die producten en diensten te produceren
Kapitalisme: Samenlevingsvorm waarin de productiemiddelen in particuliere handen zijn. Rol van de staat daarin: reguleren van de eigendomsverhoudingen Monopolie van geweld (leger en politie) Justitie Onderwijs, gezondheidszorg, openbaar bestuur Infrastructuur
Marx: klassenstrijd is de moter van de geschiedenis Oercommunisme: gemeenschappen van jagers en verzamelaars
Na de agrarische revolutie Boeren: veehouders en landbouwers Stadsstaten: Ontstaan van bovenklasse van koningen en priesters Ontstaan van onderklasse: slaven, horigen en lijfeigenen Vrije boeren en vrije burgers (stedelingen)
Na de Franse revolutie: industrialisatie Engeland: industriele revolutie. Marx: oorspronkelijke accumulatie van kapitaal
Gevolgen”: Arbeidersklasse leefde in grote armoede
Sociale questie: sociale ongelijkheid Arbeiders hadden geen stemrecht Kinderarbeid Ontbreken van sociale voorzieningen Geen toegang tot onderwijs Geen controle op arbeidsomstandigheden
Opkomst verzorgingsstaat: College vorige week: Om sociale ongelijkheid terug te dringen en opstand te voorkomen
Meritocratie Sociaal economische positie wordt bepaald door iemands verdienste(n) Niet de aanleg maar de prestaties
Armoede in Nederland Relatieve armoedeAbsolute armoede
CBS:
Welke groepen? Alleenstaanden met kinderen Kinderen Ouderen Migranten Chronisch zieken Mensen met een beperking Mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen
Sociale ongelijkheid Instrumenten: Nivelleren Onderwijs Wonen Sociale vernieuwing!
Artikel E: Interculturele communicatie Laagcontextcultuur: informatie wordt expliciet gecommuniceerd. Woorden, taal, gesproken of geschreven zijn belangrijk. hoogcontext: deel van de boodschap zit in de persoon en in de context van de boodschap (Wie zegt iets en in welke situatie?) Wat is onze cultuur?
Misverstanden Door teveel of te weinig context:
Monochrone en polychrone tijdbeleving Monochroon: via de klok, de agenda, schema’s Polychroon: zee van ruimte en contact