Vers 1 'k Hef, vol verlangst, van dag tot dag mijn ogen om hulp en uitkomst bergwaarts heen. Mijn hulp komt van de Heer alleen, die 't aardrijk schiep en 's hemels ruime bogen door zijn vermogen. Liedboek 17
Vers 2 Hij zal uw voet van 't spoor niet laten glijden; Hij, uw vertrooster in 't verdriet, de wachter Isrels sluimert niet; zijn wakend oog zal u in alle tijden van ramp bevrijden. Liedboek 17
Vers 3 De Heer zal u beschermen als voor dezen, is schaduw aan uw rechterhand, opdat bij dag der zonne brand, noch 's nachts de maan u hinderlijk moog' wezen, of leed doe vrezen. Liedboek 17
Vers 4 De Heer zal u in onheil en gevaren met gunstig' ogen gadeslaan; Hij zal, waar ge in of uit moogt gaan, van nu tot in uw laatste levensjaren u steeds bewaren. Liedboek 17