Tijd van regenten en vorsten,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1.5 Vorsten in Europa Republiek De Nederlanden waren een republiek: - De macht lag bij de Staten Generaal - Opvolgers werden gekozen. Monarchie Frankrijk,
Advertisements

Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
17de eeuw (1.3) Politieke rechten De Republiek was een Statenbond zonder sterk centraal gezag Dat leidde tot -moeizame besluitvorming (tijdrovend) -een.
Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Paragraaf 6.3 Vorige les: De Gouden Eeuw Deze les: - bezoek
4. PERIODE De Republiek ontstaat als internationaal erkende staat
4.3 Stadhouder-koning Willem III
1.1 De koningen van Engeland en Frankrijk
De Republiek in een tijd van vorstenH4.3 Stadhouder-koning Willem III Karel II was familie van Lodewijk XIV en wilde ook een absolute koning worden Hij.
6 De Republiek in Europa.
Frankrijk Politiek- I: Koning Lodewijk de XIVde had de adel buiten spel gezet en was een absolute vorst. Hij zou zijn macht van God gekregen hebben;
De Republiek in een tijd van vorsten Een Gouden Eeuw voor de Republiek § 4.3.
De Republiek in een tijd van vorsten
De Republiek in een tijd van vorsten
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.3.
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
Kenmerk 23 Streven naar Absolutisme Les 1: Centralisering van de macht
De Republiek in Europa Les 23: Bestuur & macht in Europa
H7:§ 3:p168-9 Verlichte Macht In de 18e zijn er absolute vorsten van het Ancien Régime die hun macht op sommige gebieden wijs aanwenden Zij voerde een.
Absolutisme.
Lodewijks oorlogen.
Absolutisme.
H2 De tijd van pruiken & revoluties
4.3 Revolutie in Frankrijk
Republiek versus Frankrijk
Absolutisme vs Regenten
Wat moet je weten aan het eind van de les?
H4:§ 6:p79-80 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Goed voorbereid naar de Pabo!
Tijd van pruiken en revoluties,
Bestuur in andere landen
Hoofdstuk 3: Regenten en Vorsten
De Republiek der zeven verenigde nederlanden
Wetenschappelijke revolutie
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Vrijheid en democratie De opmars van het parlement
Rond 1500 was Europa een standenmaatschappij
Tijd van regenten en vorsten,
Tijd van televisie en computer, 1950 – Tijd van televisie en computer, Met het vertrek van Europeanen uit Afrika en Azië ontstonden.
Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Republiek in de Gouden eeuw
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Herhaling hst 5 Vroegmoderne tijd - ( n. Chr.) Renaissance
Politieke situatie Europa rond 1800
Tijd van steden en staten
Absolutisme in de rest van Europa. Vooraf In Frankrijk in de 17 e eeuw had de koning veel macht (absolutisme) Gold dat ook voor Engeland?
1.5 Vorsten in Europa Absolute vorsten
H7.1 Absolutisme in Frankrijk
Historische overzicht Bataafse Revolutie
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Machthebbers in Europa
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Regenten en vorsten 2.1 Machthebbers in Europa
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
Absolute vorsten De vorsten (koningen) waren afhankelijk van de adel, de adel betaalde namelijk veel geld en zorgden voor soldaten  een koning is dit.
Regenten en vorsten 3.1 Machthebbers in Europa
Pruiken en revoluties 4.1 De pruikentijd
H7.1 Absolutisme in de rest van Europa
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
H8.2 Vorsten met Verlichte ideeën
HET STREVEN VAN VORSTEN NAAR ABSOLUTE MACHT
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Franse Revolutie
Thema 8: hoe vrij ben jij? Blok 1: Franse volk eist vrijheid
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
§6.2 Nederland en Europa In deze presentatie leer je over:
Transcript van de presentatie:

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Europa 17e eeuw  tijd van absolute vorsten Frederik Willem I Keurvorst van Pruisen 1713 - 1740 Peter de Grote Tsaar van Rusland 1682 - 1725 Lodewijk XIV Koning van Frankrijk 1643 - 1715 http://www.schooltv.nl/video/paleis-versailles-lodewijk-xiv/#q=lodewijk%20xiv

Ranking the stars Versailles

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 1 Werk individueel. Zorg dat niemand op je blaadje kijkt. Niemand mag weten wie je hebt en wat je daarover schrijft. Lees de korte biografie van de persoon die je hebt gekregen. Schrijf op hoeveel invloed deze persoon volgens jou heeft gehad aan het Franse hof. Leg uit waarom je dat denkt.  Denk eraan dat je goed rekening houdt met de situatie van toen, dus 2e helft 17e eeuw!

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 2 Aan het Franse hof waren diverse groepen te onderscheiden: politici, hofdames, bisschoppen, soldaten enzovoorts. In deze ronde gaan jullie de volgende personen in de juiste volgorde van invloed zetten: Links (richting bureau) heeft meeste invloed. Rechts (richting deur) heeft minste invloed.

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 2a Welke persoon heeft volgens jou het meeste invloed gehad aan het hof rond het jaar 1656? 1. Lodewijk XIV van Frankrijk - Zonnekoning​ 2. Anna van Oostenrijk​ - de moeder van Lodewijk XIV 3. Kardinaal Mazarin​ - Eerste Minister tussen 1642 en 1661 8. De Prins de Condé​ - belangrijkste edelman en neef van de koning 9. De Prins de Conti​ - jongere broer van Prins de Condé 10. Jean-Baptiste Colbert​ - Minister van Financiën tussen 1661 1n 1683

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 2b Welke persoon heeft volgens jou het meeste invloed gehad aan het hof rond het jaar 1666? 11. Molière – toneelschrijver en acteur 14. Antonio Barberini​ - kardinaal en de Groot Kapelaan 15. Jean-Baptiste Lully – keukenhulp en later hofcomponist 22. Jacques-Bénigne Bossuet – bisschop en schrijver 24. Constance Bonacieux - hofdame van Anna van Oostenrijk 27. Jean Hérault, Baron van Gourville – edelman van bescheiden komaf

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 2c Aanvulling Welke persoon heeft volgens jou het meeste invloed gehad aan het hof rond het jaar 1666? 5. Françoise d’Aubigné, Madame de Maintenon – één van de minaressen van Lodewijk XIV 12. Alexander Bontemps - Eerste Kamerknecht van Lodewijk XIV

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Vragen 6 t/m 10 pagina 162 6 Frankrijk: macht van de adel steeds verder aan banden gelegd. Rusland: macht van de adel beperkt en trok de tsaar alle macht naar zich toe. macht in handen gelegd van centraal geleide organen. Pruisen: adel succesvol ingeschakeld bij het realiseren van een centrale staat. De heer/vorst wist de adel aan zich te binden door het geven van privileges. Republiek: geen sterke of afhankelijke adel, wel sterke burgerij. Daardoor bleef de macht van de stadhouders beperkt. Engeland: positie van de burgerij en lage adel steeds sterker. Zij vergrootten de macht van het parlement. De hoge adel daarentegen steunde de vorst.   7 Rusland: in beide landen wordt de macht van de adel beperkt en gecentraliseerd + centralisatie van het geloof. 8 De belangrijke positie van de burgerij in de samenleving.

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Vragen 6 t/m 10 pagina 162 9a Anders zou chaos zou uitbreken en zouden mensen elkaar te gronde zouden richten. 9b Soeverein is afgebeeld met de hele bevolking in zijn lichaam. Hij is gecreëerd (door een contract) door allen en torent nu hoog boven iedereen uit met de tekens van de wereldlijke (zwaard) en geestelijke (staf) macht. 9c Hobbes: mensen geven natuurrecht weg  de soeverein beslist wat goed voor hen is. Omdat mensen dit recht vrijwillig uit handen geven, vorst dan absolute macht. Locke: soevereiniteit ligt bij de gemeenschap. Als de regering haar macht misbruikt, heeft de gemeenschap het recht om zich daartegen te verzetten. 9d Overeenkomst: beiden bepleiten absoluut gezag. Verschil: Bossuet komt hiertoe vanuit Bijbelse argumenten en Hobbes vanuit het idee van een vrijwillig contract.   10a Locke legde soevereiniteit bij het volk (parlement) en niet bij de vorst. 10b De waardering voor zijn opvattingen veranderde toen met de Glorious Revolution de strijd tussen parlement en vorst definitief ten gunste van de eerste was beslecht.

Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Huiswerk woensdag 3 juni Maken vragen 11, 12 en 13 pagina 163