Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700
Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Europa 17e eeuw tijd van absolute vorsten Frederik Willem I Keurvorst van Pruisen 1713 - 1740 Peter de Grote Tsaar van Rusland 1682 - 1725 Lodewijk XIV Koning van Frankrijk 1643 - 1715 http://www.schooltv.nl/video/paleis-versailles-lodewijk-xiv/#q=lodewijk%20xiv
Ranking the stars Versailles
Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 1 Werk individueel. Zorg dat niemand op je blaadje kijkt. Niemand mag weten wie je hebt en wat je daarover schrijft. Lees de korte biografie van de persoon die je hebt gekregen. Schrijf op hoeveel invloed deze persoon volgens jou heeft gehad aan het Franse hof. Leg uit waarom je dat denkt. Denk eraan dat je goed rekening houdt met de situatie van toen, dus 2e helft 17e eeuw!
Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 2 Aan het Franse hof waren diverse groepen te onderscheiden: politici, hofdames, bisschoppen, soldaten enzovoorts. In deze ronde gaan jullie de volgende personen in de juiste volgorde van invloed zetten: Links (richting bureau) heeft meeste invloed. Rechts (richting deur) heeft minste invloed.
Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 2a Welke persoon heeft volgens jou het meeste invloed gehad aan het hof rond het jaar 1656? 1. Lodewijk XIV van Frankrijk - Zonnekoning 2. Anna van Oostenrijk - de moeder van Lodewijk XIV 3. Kardinaal Mazarin - Eerste Minister tussen 1642 en 1661 8. De Prins de Condé - belangrijkste edelman en neef van de koning 9. De Prins de Conti - jongere broer van Prins de Condé 10. Jean-Baptiste Colbert - Minister van Financiën tussen 1661 1n 1683
Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 2b Welke persoon heeft volgens jou het meeste invloed gehad aan het hof rond het jaar 1666? 11. Molière – toneelschrijver en acteur 14. Antonio Barberini - kardinaal en de Groot Kapelaan 15. Jean-Baptiste Lully – keukenhulp en later hofcomponist 22. Jacques-Bénigne Bossuet – bisschop en schrijver 24. Constance Bonacieux - hofdame van Anna van Oostenrijk 27. Jean Hérault, Baron van Gourville – edelman van bescheiden komaf
Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Ranking the stars Versailles Ronde 2c Aanvulling Welke persoon heeft volgens jou het meeste invloed gehad aan het hof rond het jaar 1666? 5. Françoise d’Aubigné, Madame de Maintenon – één van de minaressen van Lodewijk XIV 12. Alexander Bontemps - Eerste Kamerknecht van Lodewijk XIV
Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Vragen 6 t/m 10 pagina 162 6 Frankrijk: macht van de adel steeds verder aan banden gelegd. Rusland: macht van de adel beperkt en trok de tsaar alle macht naar zich toe. macht in handen gelegd van centraal geleide organen. Pruisen: adel succesvol ingeschakeld bij het realiseren van een centrale staat. De heer/vorst wist de adel aan zich te binden door het geven van privileges. Republiek: geen sterke of afhankelijke adel, wel sterke burgerij. Daardoor bleef de macht van de stadhouders beperkt. Engeland: positie van de burgerij en lage adel steeds sterker. Zij vergrootten de macht van het parlement. De hoge adel daarentegen steunde de vorst. 7 Rusland: in beide landen wordt de macht van de adel beperkt en gecentraliseerd + centralisatie van het geloof. 8 De belangrijke positie van de burgerij in de samenleving.
Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Vragen 6 t/m 10 pagina 162 9a Anders zou chaos zou uitbreken en zouden mensen elkaar te gronde zouden richten. 9b Soeverein is afgebeeld met de hele bevolking in zijn lichaam. Hij is gecreëerd (door een contract) door allen en torent nu hoog boven iedereen uit met de tekens van de wereldlijke (zwaard) en geestelijke (staf) macht. 9c Hobbes: mensen geven natuurrecht weg de soeverein beslist wat goed voor hen is. Omdat mensen dit recht vrijwillig uit handen geven, vorst dan absolute macht. Locke: soevereiniteit ligt bij de gemeenschap. Als de regering haar macht misbruikt, heeft de gemeenschap het recht om zich daartegen te verzetten. 9d Overeenkomst: beiden bepleiten absoluut gezag. Verschil: Bossuet komt hiertoe vanuit Bijbelse argumenten en Hobbes vanuit het idee van een vrijwillig contract. 10a Locke legde soevereiniteit bij het volk (parlement) en niet bij de vorst. 10b De waardering voor zijn opvattingen veranderde toen met de Glorious Revolution de strijd tussen parlement en vorst definitief ten gunste van de eerste was beslecht.
Tijd van regenten en vorsten, 1600-1700 Huiswerk woensdag 3 juni Maken vragen 11, 12 en 13 pagina 163