Een veel gebruikte functie in Excel De als-functie Een veel gebruikte functie in Excel
Voorbeeld (1) De Als-functie ziet er als volgt uit: Als er in kolom B een m staat dan schrijf je in de cel man anders schrijf je in de cel vrouw
Voorbeeld (2) De Als-functie ziet er NOG STEEDS als volgt uit: Als er in kolom B een m staat dan schrijf je in de cel man anders schrijf je in de cel vrouw
Hoe ziet dat er precies uit?
De layout van de functie (1) = ALS ( parameters ) = teken omdat het een formule is De naam van de functie Elke functie heeft een beginhaakje De waarden waarmee de functie iets doet Elke functie heeft een eindhaakje
De layout van de functie (2) De drie parameters van de functie: De test; Als waar; Als onwaar = ALS ( test; test is waar; test is onwaar) De test puntkomma Uitkomst als test waar is puntkomma Uitkomst als test onwaar is
De layout van de functie (3) De drie parameters van de functie: Voorwaarde; Als waar; Als onwaar =ALS (B2="m"; "man"; "vrouw") De test puntkomma Uitkomst als test waar is Puntkomma Uitkomst als test onwaar is
De formules weergegeven
Ander voorbeeld
Hier wordt in de test zelf de functie ISLEEG() gebruikt Nog een voorbeeld Hier wordt in de test zelf de functie ISLEEG() gebruikt
Geneste ALS-functies
De geneste Als-functie in schema: Groter dan 8? Waar Het is groter dan 8 Onwaar Groter dan 5? Het is groter dan 5 5? Het is 5 Het is kleiner dan 5 Eerste ALS-test Tweede ALS-test Derde ALS-test