Kwaliteits- en pulptelevisie Maarten Reesink Media en cultuur (Universiteit van Amsterdam) 11 juni 2008
Het medium televisie Het imago van de televisie Is vanaf het begin dubieus geweest Hangt sterk samen met de culturele context bij de opkomst (angst voor massamedia in het algemeen) Maar: speelt ook nu weer bij de introductie van de nieuwe, digitale media
Het medium televisie Het imago van de televisie Jaren 50: pater Kors (KRO) Jaren 60-70: Komst Veronica en TROS vertrossing (Van Dale: “oppervlakkig waardevrij amusement”), verVOOzing Jaren 80-90: opkomst commerciële televisie
Treurbuis volgens Van Dale Treurbuis: cynische benaming voor televisie, voor het eerst gebruikt door Gerrit Komrij Nutteloze tijdsbesteding Nonsenstelevisie Passiviteit Platte cultuur voor klapvee Commerciële rotzooi Geestdodend en verslavend
Lachen wij ons dood? Neil Postman, Amusing Ourselves to Death (1985) Televisie als bron van culturele vervlakking Strikte scheiding tussen hoogwaardige kwaliteit (nieuws en kunst) versus laagwaardige kwaliteit (amusement) Kritiek op over-commercialisering
TV, critici en commercie Marieke van Leeuwen: “Kwaliteit ontketend: argumenten voor een nieuwe televisiekritiek” (2001) beoordeling commerciële zenders altijd negatief overmatige aandacht voor journalistieke en cultuurprogramma’s publieke zenders meerderheid strikt persoonlijke meningen nauwelijks aandacht voor esthetiek televisie Logo’s kranten
“Quality television” Televisie en kwaliteit: Nieuws en achtergronden: NOS Journaal (RTL Nieuws), documentaires Kunst en cultuur Drama: Vuurzee, Deadline, Sopranos, 24 (HBO) Gebaseerd op traditionele genres in andere media: journalistiek, theater, film
Ien Ang (1954) “Het geval Dallas” (1982, vert. “Watching Dallas” 1985) Zeer controversieel boek want: onderwerp (lage, Amerikaanse, commerciële cultuur methode (brieven van vrouwelijke kijkers met evident ‘vals bewustzijn’) Een van de eerste publieksonderzoeken in de NAR-traditie
Ien Ang (1954) Soap opera en realisme: emotioneel realisme dramatisch levensgevoel dus: niet zuiver en alleen escapisme of vertekening van de realiteit Kijkers geven langs diverse lijnen betekenis aan de soaptekst
TV, kwaliteit en gender Liesbet van Zoonen: “Feminist media studies” (1994) ‘vrouwelijke’ (sub)genres zijn steeds de inferieure uitingen van het medium * roddelbladen * Bouquetreeks * soap opera’s * melodrama (‘weepies’)
Pierre Bourdieu (1930-2002) “(La) Distinction” (1984, oorspr. 1979) grootschalig onderzoek in Frankrijk in tweede helft 60er jaren de conclusie: smaak voor allerlei vormen van cultuur (media en muziek, maar ook drank, voedsel, kleding) hangt in hoge mate samen… en wordt vooral bepaald door klasse! de vraag: hoe komt dat dan?
‘Cultureel kapitaal’ Pierre Bourdieu: (hoge) Cultuur is de cultuur van de hogere klassen (culturele elites) kennis over die Cultuur fungeert als financieel kapitaal: sluit bepaalde groepen in en andere uit belangrijkste functie van consumptie van en oordeel over cultuur is dus niet cultureel naar sociaal: zich onderscheiden van anderen
Drie dimensies van kwaliteit esthetische dimensie: scenario, acteerwerk, montage, belichting, etc. ethische dimensie: integriteit, politieke keuzes vorm en inhoud, toegankelijkheid extatische dimensie: emotionaliteit, publieksparticipatie, betrokkenheid Dus: contextgebonden tekstanalyse en/of publieksonderzoek
Voorbeeld I: reality-soap De gouden kooi (vs. Big Brother): vormgeving en cameravoering mooi, verhaallijnen spannend (of juist fake, totaal geen reality meer?) maatschappelijke thema’s komen aan bod (sociale conflicten, consumentisme) door de combinatie van live (actueel) en reality emotioneel meeslepend (of juist plat en ordinair)?
Voorbeeld II: jongeren en nieuws Irene Costera Meijer: “De toekomst van het nieuws” (2006) groot kwalitatief publieksonderzoek onder Nederlandse jeugd conclusie: het traditionele nieuws bereikt jongeren (steeds) slechter aanbeveling: journalistiek moet creatiever worden in vertellen van verhalen voorbeeld: Midden-Oosten-conflict in soapvorm Twee artiesten
TV en kwaliteit, kwaliteit op TV Voorlopige conclusies: Hoge en lage cultuur beoordelen met hetzelfde vocabulaire (zoals Zwagerman voorstelde)? Ja, maar het vocabulaire moet dan wel radicaal worden uitgebreid! Mijn hypothese: veel lage cultuur scoort op andere dimensie(s) dan veel hoge cultuur… En je moet daarbij voortdurend de vraag stellen: kwaliteit voor of volgens wie?