Toegepaste biologie O41 2014-2015 Soortenkennis Toegepaste biologie O41 2014-2015.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
VALKPARKIETEN HOBBYKWEKERIJ
Advertisements

3.3 zaadplanten bedektzadigen struiken
Spreekbeurt van Romy Vonk Gr 6M
Het Floraliaproject!!!.
Pinus (den) Naaldboom Stevige naalden in paren of groepjes Wintergroen
Gemaakt door Melissa van Lijssel
HERFST Met het tweede leerjaar op speurtocht …
Vogels 1 Huismus Merel Kauw Spreeuw Wilde eend Kokmeeuw Ekster
1 Pasen: Kies een leuk spel Gertrude van Walstijn.
Pauwentroon Powerpoint: Tilly
Die Nachtegaal serenade
Trekvogels..
De Tijger.
3.3 zaadplanten bedektzadigen bomen
Elke plant zijn eigen plek
Vogels in het park Bij SBO SAM
10 maart 2014– Dennis van de Schoot Haas- konijn- zwarte rat
18 maart 2014 – Romy Remijnse Heggemus – huismus - boompieper
12 December 2013 – Bas van den Bersselaar Sperwer –Buizerd - Torenvalk
Soortenkennis Vick Hermsen
4 februari 2014 – Joris Mathijssen Koolmees - Pimpelmees - Staartmees
9 Januari, Rick den Dekker Wulp, Kievit, Grutto
19 December 2013 – Kira de Bruin Wilde eend – Slobeend – Fazant
1 februari Robin Post Tjiftjaf, Spreeuw, Vink.
Soortenkennis 3 Juni 2014, Koen Stevens
mijn spreekbeurt gaat over
Soortenkennis 11 maart 2013 – Magdalena Organ
7 februari 2014 – Jasper Mol Merel – Zanglijster – Nachtegaal
1 februari 2014 – Luc Hanssen Houtduif – Turkse Tortel - Koekoek.
Soortenkennis 17 februari 2014 – Frank Ouwerkerk
6 juni 2014 – Mike Schuurman Europese Hamster – Bever – Europese Otter
Soortenkennis 25 februari 2014 – Bram Romein
3 februari 2014 – Joris van Lent Ekster -- Vlaamse gaai -- gierzwaluw
Toegepaste biologie O Soortenkennis Toegepaste biologie O
Soortenkennis O41A DEEL 2 van 2
Soortenkennis O41A deel 1 van 2
Soortenkennis O41A deel 2 van 3
Soortenkennis Deel 2 van 3
Soortenkennis O41A deel 3 van 3
Alles wordt anders Het bos De bosbewoners Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
Plantenkennis lijst 1 Bomen Deel 1 G41-G31-GB1+2.
Toegepaste biologie O SOORTENKENNIS DEEL 2/3.
Soortenkennis Deel 3 van 3 O41B
Soortenkennis Deel 1 van 3
Hoe overleven bomen de winter?
Regenwormen.
Bladverliezende heesters G41-G31-GB1+2
Thema planten - Les 6 - Wortels -
Vogels in de winter.
De Pinguïn. Pinguïns komen uit een ei Vrouwtjes pinguïns leggen 1 of twee eieren in een nest. Het mannetje broedt het ei ook uit, samen met het vrouwtje.
Ontdekkingen in de zomer
Alles wordt anders Het bos.
Bladeren, stengels en wortels
Nuttige dieren en abiotische factoren
Plantenkennis – Bos en haagplantsoen
Bladeren herkennen.
Niveau 2, 3 en 4 Plantenkennis Bos en haagplantsoen.
Rozen en bamboe Dinsdag
Niveau 2 Plantenkennis Coniferen.
Soortenkennis Milieu MO
Alles wordt anders Het bos.
Het plantenrijk 2.4.
Niveau 2 Plantenkennis Coniferen.
Regenwormen.
Toegepaste biologie M Soortenkennis Toegepaste biologie M
Dit is gewoonlijk het bovengrondse deel van een groene plant
Basisstof 4 (+12). Het rijk van de planten
Woordenkist Dieren Deel 3.
Ontdekkingen in de herfst
Hogere planten Plaats in het plantenrijk
Transcript van de presentatie:

Toegepaste biologie O41 2014-2015 Soortenkennis Toegepaste biologie O41 2014-2015

Lantaarntje

Kenmerken Lantaarntje Soortgroep Geleedpotige Hoofd-biotoop Moerassen en binnenwateren Uiterlijke kenmerken Het achterlijf is zwart, op één blauw segment (het achtste) na, waarvan de naam Lantaarntje is afgeleid. De larve kan vrij goed tegen watervervuiling, daarom veelvoorkomend. 2 paar vleugels, niet opvouwbaar Extra foto’s

DAS

Kenmerken das Soortgroep Zoorgdieren Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken leeft in een burcht, dat vele generaties meegaat. vooral 's nachts actief en heeft een omnivoor dieet. de bovenzijde is grijs van kleur, de onderzijde en poten zijn zwart. De kop, haren op de oren en de staartpunt zijn wit. Er lopen twee brede evenwijdige strepen over zijn kop De das komt voornamelijk voor in glooiend landschap, bestaande uit loofbossen, afgewisseld met grasvelden. Extra foto’s

Grote brandnetel

Kenmerken grote brandnetel Soortgroep Hoofd-biotoop Bossen en velden Uiterlijke kenmerken Groter dan de gewone brandnetel, bloeit in juni t/m de herfst, kan tot 2,5 m hoog worden, bladrand is gezaagd en op de stengels en bladeren zitten haren die steken Een groot verschil met de kleine brandnetel is de wortel Deze heeft wortelstokken i.p.v. een penwortel De grote brandnetel is tweehuizig Extra foto’s

HOP

Kenmerken hop Soortgroep Hoofd-biotoop Gematigd klimaat Uiterlijke kenmerken Komt wel in het wild voor maar wordt vooral verbouwt Overwintert als wortelstok die wel 100 jaar oud kan worden De vruchten worden gebruikt bij het maken van bier Is een van de snelste groeiers in het plantenrijk, kan wel tot 10cm per dag groeien Extra foto’s

Citroenvlinder

Kenmerken citroenvlinder Soortgroep Hoofd-biotoop Bossen en velden Uiterlijke kenmerken Mannetjes geel, vrouwtjes meer wat groenig Bruine vlekjes op vleugels Ongeveer 55mm lang Kan meer als een jaar oud worden Geen schrikkleuren dus vouwt zijn vleugels op om op een blad te lijken Extra foto’s

Vlier

Kenmerken Vlier Soortgroep Hoofd-biotoop Europa en Noord-Amerika, op open of lichtbeboste plekken Uiterlijke kenmerken Vlier (Sambucus) is een geslacht van snelgroeiende heesters of kleine bomen. In de lente dragen ze tuilen van witte of crèmekleurig bloemen, gevolgd door kleine rode, blauwachtige of zwarte vruchten. Ook komt er een vlier met paars blad en roze bloemen voor. De bloeiperiode is in juni en juli. Extra foto’s

tjiftjaf

Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop Bossen parken en tuinen Uiterlijke kenmerken De tjiftjaf is een kleine, onopvallend geelgroen gekleurde vogel. Hij kan bijna overal gehoord worden: 'tjif-tjaf-tjif-tjaf-tjif'. In het voorjaar en de vroege zomer althans, want tjiftjaffen zijn ondanks hun gewicht van enkele grammen trekvogels die in Noord-Afrika overwinteren. Tjiftjaffen zijn bosvogels die houden van een rijke ondergroei; veel struikgewas en lage bomen. Extra foto’s

Paardenstaart

Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Paardenstaarten zijn verwant aan varens; ze dragen sporen aan het uiteinde van de stengels. Ze behoren tot de groep van de hogere sporenplanten, waarvan het kenmerk is dat de sporendoosjes (sporangiën) in een aarvorm onder aan gesteelde schildjes zitten. Stengels zijn geleed en op elke knoop bevindt zich een krans met schubben, waaruit de bladen groeien. Merkwaardig genoeg is de bouw van bladen, zijstengels en schubben overal gelijk. Bladen vormen een schede om de stengel. Extra foto’s

“vliegend hert” HOOFDFOTO

Kenmerken vliegend hert Soortgroep Hoofd-biotoop Bosrijke gebieden Uiterlijke kenmerken Grote roodbruine mandibels (kaken) Lichaamslengte variabel, maar makkelijk tien centimeter Extra foto’s

“vlaamse gaai” HOOFDFOTO

Kenmerken vlaamse gaai Soortgroep Hoofd-biotoop Steden & dorpen Uiterlijke kenmerken https://www.youtube.com/watch?v=QrUIP2Jo__s lokroep Stevige, donkere snavel. Leverkleurige poten. Lijf vooral bruin, vleugels verschillende kleuren. Extra foto’s

“hulst” HOOFDFOTO

Kenmerken hulst Soortgroep Hoofd-biotoop Beuken- & eikenbossen Uiterlijke kenmerken Getande bladeren met stekels Voor de mens giftige bessen Extra foto’s

Zwarte Specht Geluid van een zwarte specht https://www.youtube.com/watch?v=XJYX0inHzYE

Kenmerken soortnaam Soortgroep Vogels Hoofd-biotoop Gemengd en naaldbos, maar nooit in zeer dichte bossen. Uiterlijke kenmerken De zwarte specht is helemaal zwart op de rode plek op zijn hoofd na. Het vrouwtje heeft een helder rood achterhoofd. Het zijn schuwe dieren want zodra ze een mens zien vliegen ze weg of als een mens rond een boom loopt, loopt de zwarte specht mee aan de achterzijde zodat hij niet gezien wordt. https://www.youtube.com/watch?v=XJYX0inHzYE Extra foto’s

Zwarte Els

Kenmerken soortnaam Soortgroep Planten Hoofd-biotoop De plant groeit op alle gronden, maar verkiest nattere plaatsen zoals waterkanten. Uiterlijke kenmerken De zwarte els kan wel 25 tot 30 m hoog worden al komt het zelden voor. De zwarte els vermeerderd door uitlopers. En de bladeren van zwarte els zijn grote omgekeerde eironde bladeren. Extra foto’s

Adelaarsvaren

Kenmerken soortnaam Soortgroep Planten Hoofd-biotoop De adelaarsvaren wordt voornamelijk aangetroffen in bossen op zandgrond, maar de soort groeit ook op open plekken, waaronder in Nederland. Uiterlijke kenmerken De bladen van de adelaarsvaren staan alleen en zijn vertakt, dubbel geveerd, soms zelfs drievoudig geveerd. (geveerd betekent dat er bv. 2 bladeren of 3 tegenover elkaar staan aan de tak. De bladveren kunnen wel 1 meter hoog worden er zijn zelfs exemplaren van 3 meter hoog. Als men de bladsteel aan de voet schuin doorsnijdt, ziet men een figuur dat op twee adelaars lijkt. Extra foto’s

Koekoek Geluid van een koekoek. https://www.youtube.com/watch?v=U6gb8vOXS_k

Kenmerken soortnaam Soortgroep Vogels Hoofd-biotoop Zeer gevarieerd, geen speciale voorkeur maar vermijdt koude en warme plekken. Uiterlijke kenmerken De koekoek is een slanke vogel met spitse vleugels en een lange afgeronde staart. Jonge dieren hebben gele poten en is de snavel met uitzondering van de basis hoorn grijs. Volwassen mannetje en vrouwtjes zijn grijs maar het vrouwtje kan ook in een bruinen vorm voorkomen maar dat is nogal al zeldzaam. (ook wel de vogel parasiet genoemd). Extra foto’s

Gewone linde HOOFDFOTO

Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop De gewone linde komt van naturen vooral voor in Nederland, België en Luxenburg. (komt uit beekdal) Uiterlijke kenmerken De linde heeft een mooie vorm en word daarom vaak in parken geplaats, hij kan tot 500 jaar oud worden en is 25 tot 30 meter hoog, de zijkanten van de bladeren zijn niet gelijk. De witte, geelachtige bloempjes groeien in hangende trossen.  De bloemen verschijnen in juni-juli en trekken veel bijen aan.   De vruchten, een soort bolletjes die uit één tot drie zaden bestaat, worden verspreid door de wind Extra foto’s

vink HOOFDFOTO

Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop Bos, Park en Tuin Uiterlijke kenmerken De mannetjes en vrouwtjes zijn van de Vink makkelijk uit elkaar te houden. Het mannetje is op de rug bruin en het vrouwtje grijsgroen. De onderkant is van het mannetje rozebruin en van het vrouwtje vaalwit. De stuit van het mannetje is groenig en de kruin en het achterhoofd zijn blauwgrijs. Wel hebben het mannetje en vrouwtje beide twee witte vleugelstrepen. De Vink wordt zo een 14 tot 16 cm groot http://www.youtube.com/watch?v=wI3k7ViA0Os Extra foto’s

pissebed HOOFDFOTO

Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop Vochtige, donkere plaatsen Uiterlijke kenmerken Een pissebed is een kreeftachtige met ovaalvormig afgeplat lichaam, dat bestaat uit harde platen die elkaar overlappende (segmenten). Op de kop zitten twee grote voelsprieten (antennen). Pissebedden hebben 7 paar poten. De poten bestaan uit verschillende deeltjes (leden). De kieuwen bevinden zich op de achterpoten. Pissebedden zijn grijs van kleur, ook wel geelachtig of paarsbruin, soms met lichtere of donkere vlekken.  De landpissebedden hebben de zee verlaten, maar hun kieuwen behouden; deze zijn aanwezig in de vorm van aangepaste "poten" van het achterlijf waarmee de dieren in staat zijn zuurstof op te nemen uit hun omgeving. Dit is mede de reden dat de pissebedden in een droge omgeving niet lang zullen overleven. Extra foto’s

“Pimpelmees” HOOFDFOTO

Kenmerken pimpelmees Soortgroep Zangvogels Hoofd-biotoop Vooral bos en in nabijheid van mensen. Uiterlijke kenmerken -Circa 12cm groot met een spanwijdte van 17-20cm, -De rug is groen van kleur. -De onderzijde is geel van kleur. -De kruin, de stuit en de staart zijn blauw gekleurd. -De wangen en het voorhoofd zijn wit van kleur. -De roep van de pimpelmees klinkt als tsi tsi tsit, de zang is een hoog si si sirrr. Extra foto’s

“Haagbeuk” HOOFDFOTO

Kenmerken haagbeuk Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken -De haagbeuk is eenhuizig; mannelijke en vrouwelijke bloemen komen op één plant voor. -Stuifmeel wordt door de wind verspreid. -Bladrand: Dubbelgezaagd. -De boom zelf is hoger dan 10m. -Erg geschikt als haagplant. -Kan goed tegen wisselende waterstanden. Mannelijke bloeiwijze. Haagbeuk met vruchten. Extra foto’s

“fijnspar (kerstden)” HOOFDFOTO

Kenmerken fijnspar (kerstden) Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Noord- en centraal Europa. Uiterlijke kenmerken -De kroon is smal en kegelvormig. -De takken zijn horizontaal, in het bovenste deel omhoog gericht. -De schors is glad en roodachtig van kleur. -De naalden zijn stijf en scherp gepunt. -Het is een eenhuizige boom. -Mannelijke kegels zijn cilindervormig. -Vrouwelijke kegels zijn rechtopstaand en eivormig. Vrouwelijke kegel Mannelijke kegel Extra foto’s

Look-zonder-look HOOFDFOTO

Kenmerken look-zonder-look Soortgroep Kruisbloemen Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Afmeting: 15 tot 90 cm Stengels: rechtopstaand. Zonder beharing Bladeren: de bladeren zijn hartvormig, getande gegolfde of gekartelde bladrand. Bij wrijven ruikt hij naar ui Bloemen: zijn tweeslachtig, de witte bloemen worden 3 tot 6 mm groot Extra foto’s

Reuze balsemien

Kenmerken reuzenbalsemien Soortgroep Balsemien familie Hoofd-biotoop Bossen en vlak bij water Uiterlijke kenmerken Afmeting: 60 cm tot 2 meter Stengels: dik, geribd, kaal en hebben brede knopen Bladeren: in kransen van 3 tot 5 bladeren. Zijn langwerpig toegespiste. Scherp getand met rood paars achtige punten op de zaagtanden Bloemen: tweeslachtig. Roze/paarse bloemen in pluimen van 2 tot 15 bloemen op rechte stengels. Vrucht: vruchtjes springen open bij aanraking Extra foto’s

tormentil

Kenmerken tormentil Soortgroep rozenfamilie Hoofd-biotoop Heiden, bossen, duinen, waterkanten Uiterlijke kenmerken Afmeting: 15 tot 50 cm Bladeren: zijn drie delig. De bladeren dicht bij de grond hebben lange stengels. De bovenste bladeren hebben een korte steel. De bladeren bestaan uit drie deelblaadjes die omgekeerd eivormig zijn. Bloemen: tweeslachtig. Bloemen groeien los van elkaar op een tak. Zijn 0,5 tot 1 cm groot. En geel oranje van kleur. Extra foto’s

Europese Lork

KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Zaadplanten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken De europese lork is een naaldboom die tot 40m hoogte kan groeien. Hij heeft zachte, groene naalden van ongeveer 5 cm lang. Mannelijke kegels zijn klein, rond en goudgeel en de vrouwlijke kegels zijn bleekrood tot rozerood Extra foto’s

Nachtegaal

KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop Bosranden Uiterlijke kenmerken De nachtegaal heeft een roodbruine bovenkant met een lichte buik en een slanke snavel. De grote van een volwassen vogel is ongeveer 15 centimeter. Hij staat bekend om zijn geweldige zang kwaliteiten Extra foto’s Fluitende nachtegaal

Ree

Kenmerken ree Soortgroep Zoogdieren Hoofd-biotoop Bosachtige streken met open plekken Uiterlijke kenmerken Zomer: Zandgeel tot roodbruin Winter: Grijsbruin tot zwart Jongen hebben witte vlekken Mannetjes hebben een simpel gewei Extra foto’s

Groene specht

Kenmerken Groene specht Soortgroep Vogels Hoofd-biotoop Loofbomen met open stukken Uiterlijke kenmerken Olijfgroen boven, lichtgrijs onder, zwart gezicht, rode kop Mannetjes rode wangvlek Vrouwtjes zwarte streep onder ogen Jongen licht bruine met zwart bruine spikkels op gezicht http://www.youtube.com/watch?v=RLlAhuZhEqs Extra foto’s