Het Bijvoeglijk Naamwoord

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Advertisements

Persoonsvorm Saskia Hoekx.
HET BIJWOORD L’ADVERBE.
PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
Grammaire chapitre 4 1 hv.
2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
Namen van landen Les noms des pays.
Tegenwoordig deelwoord
Grammaire thème 5 4 vwo.
Bijvoeglijk naamwoord
Grammaire chapitre 2 2 havo/vwo.
Unité 14 Texte 1 Manneken Pis et le Shuttle. Manneken Pis et le Shuttle de hemel* de hemel* een minuut* een minuut* een seconde* een seconde* een week*
Ces bottes sont blanches. Deze jeans is grijs. Vertaal ! Spel het bijv.nw. ! Ce jeans est gris. Dit jasje (vest) is grijs. Cette veste jeans est grise.
Franse Les Les 16 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates chapitre 8,9, 10 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
Franse Les Les 16 Anne chapitre 1 à 4 Aujourd’huis nous sommes vendredi le 13 février 2015 QUEL JOUR SOMMES-NOUS?
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
Franse Les Les 19 Vorige les & huiswerk Voyages unité 8 Écouter Pirates chapitre 6 & 7 Vorige les & huiswerk Voyages unité 8 Écouter Pirates chapitre 6.
Grammaire chapitre 3 3 havo.
Grammaire chapitre 1 2 vwo (+).
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
In en naar (à, au, aux, en) 2 VMBO - Frans.
Vergelijkingen 2HAVO-VWO - Frans.
Franse Les Les 3 Vorige les & huiswerk Voyages p. 37/38/39
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Franse Les Les 12 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre 7 die/deze hij/zij/het/hen Alma 2 Anne chapitre 5 et 6 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre.
Het bijvoeglijk naamwoord
Franse Les Les 4 Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Nous sommes mercredi le 8 avril 2015.
Faire 3 VMBO - Frans.
Franse Les Les 7 Vorige week Voyages p. 18/19 Verbe : avoir + faire
Venir 2 VMBO - Frans.
HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Het werkwoord être (= zijn)
Bijvoeglijk naamwoord Functie: zegt iets over het zelfstandig naamwoord voorbeeldde grote auto la grande voiture het blauwe boek le livre bleu.
Bezittelijk voornaamwoord
Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Quel jour sommes-nous aujourd’hui?
Lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord bijvoorbeeld Ik heb een boek gevonden. Ik heb het gevonden. Stefan heeft Sarah gisteren gezien. Stefan heeft.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
De lidwoorden Kleine woorden met grote gevolgen!! Welke ken je? (ne en fa du)
Welke woorden horen bij deze groep en hoe werkt het?
Welke woorden horen erbij en hoe werkt het?
Voorzetsels bij landen en steden
Het lidwoord Het bepaald lidwoord Nederlands:de/het In het Frans zijn er vier verschillende vormen.
L´adjectif.  Regarde Fabien, ce pantalon bleu.  Et regarde la chemise verte.
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
DE PASSÉ COMPOSÉ de voltooid tegenwoordige tijd.
Delend lidwoord l'article partitif.
BIJWOORD.
Trappen van vergelijking
Benadrukt persoonlijk voornaamwoord
LES ADVERBES.
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Het lidwoord: de, het mannelijk enkelvoud Le garçon - de jongen
Persoonlijk voornaamwoord
Lidwoorden Le, la, l’, les Un, une, des
Bezittelijk voornaamwoord
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
Onregelmatig werkwoord être
Klokkijken.
Grammaire L’adverbe.
Vergelijkingen Minder dan moins + bijvoeglijk naamwoord + que
HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Le passé compose et l’imparfait
Transcript van de presentatie:

Het Bijvoeglijk Naamwoord

Wat doet een Bijvoeglijk Naamwoord Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandignaamwoord

Vormen in het Frans; Il est grand Elle est grande Ils sont grands Het bijvoegelijk naamwoord past zich aan, in getal en geslacht, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij staat In tabel vorm ziet het er als volgt uit Il est grand Elle est grande Ils sont grands Elles sont grandes   Man Vrouw EV E MV S ES

Uitzonderingen Als een bijvoegelijk naamwoord eindigt op een e krijg je er bij vrouwelijk enkelvoud en meervoud niet nog een e bij. (le train jaune, la table jaune) Als een bijvoegelijk naamwoord eindigt op een s, krijg je bij mannelijk meervoud niet dubbel s. (l’éléphant gris, les éléphants gris)

Voorbeelden Le pull est gris Les pulls sont gris Le jean est bleu les jeans sont bleus Théo est petit Théo et Alex sont petits La jupe est rose Les jupes sont roses

Bijzondere Vormen Man ev Vrouw ev Man mv Vrouw mv Nieuw nouveau   Man ev Vrouw ev Man mv Vrouw mv Nieuw nouveau nouvelle nouveaux nouvelles Mooi beau belle beaux belles Goed bon bonne bons bonnes Dik gros grosse grosses Lang long longue longs longues Duur/lieve cher chère chers chères Oud vieux vieille vieilles