3.5 Plantagelandbouw in Sub-Sahara Afrika

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1 havo/vwo 2 klimaat, §7 en 8.
Advertisements

DIA 1 Blanco start KLIK voor DIA 2
Traditionele irrigatieakkerbouw in Moesson-Azië
Weer en klimaat in de VS.
Eric Goyvaerts François Verspagen 19 Weer en klimaat.
Hoofdstuk 4 Azië en globalisering (voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie)
21. Weer en klimaat 21.1 Het weer…zeer belangrijk voor de mens
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 7
Systeem aarde: windsystemen en orkanen
Hoofdstuk 2 Wonen en werken in één wereld
2.5 Landen vergelijken Mali
4 havo, H.2 Tot en met par. 12 af? PO-materiaal inleveren
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Hoofdstuk 2 Europa, verenigd of versnipperd?
Plantagelandbouw.

Klimaten in Indonesië.
Land van de moesson Paragraaf 1.
Indonesië.
Windsystemen Paragraaf 1.
Windsystemen Paragraaf.
Indonesië.
Temperatuurfactoren Basisboek nummers 33 t/m 39.
Paragraaf 2: Natuurlijke en landschappelijke kenmerken.
Weer en klimaat Paragraaf 6 en verder.
Bevolking en welvaart over de wereld
Thema 3: Verschillen tussen agrarische regio’s
5.3 verschillen in klimaten
3.7 landschappen en natuurrampen
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Hoofdstuk 1 Aarde: landschapszones Paragraaf 3
Theorie Depressies.
Wat is een tropische orkaan?
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §2 en 3
Vegetatietypes Michelle borghers.
3 havo Köppen en Buys Ballot
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §6 en 7
Traditionele landbouw in Moesson Azië
Herhaling vorige les: Deze les: Welk voedselprobleem?
Situering van Europa in de wereld
Wat is een moesson? Verschillende soorten?.
1 havo/vwo H2 klimaat, §4.
De algemene circulatie
In de weer voor het klimaat
Reliëf in Europa Michelle Borghers.
1 HV Hoofdstuk 2 Klimaat § 8-9
Hoofdstuk 7 Nederlands weer en klimaatverschillen.
Inleiding Van waar komt onze rijst? Rijst in de wereld 4.
2 TH Hoofdstuk 4 Water § 2-4 Wereld. Grootste deel van het aardoppervlak = zee = zout Geschikt / Ongeschikt als drinkwater? Water Geschikt / Ongeschikt.
Klimaat: Temperatuur, luchtdruk en wind, Neerslag
3. Klimaat- en vegetatietypes in Europa
Klimaat.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 6-9. Het weer in Nederland isobaren lijnen op een tussen plaatsen met dezelfde luchtdruk lagedrukgebieden: rond de.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 2-4. Het weer Weer Atmosfeer Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats Luchtlaag die om.
4 havo 2 Klimaat en landschap § 5-8
Regen in de woestijn.
Mondiale lucht- en zeestromen
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Landschapszones en klimaat
Klimaten Natuurlijke zones.
Thema 2 blok 1 Op zoek naar voedsel.
Koud Gematigd Droog Warm Kisangani Ligging: D.R. Congo Afrika Ki Ki.
Cursus 2.1 Klimaten en Plantengroei Klas 2 KGT Lesweek 1
Cursus 2.1 Klimaten en Plantengroei Klas 2 BK Lesweek 1
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §2 en 3
PPT A5 086 Lucht als energietransporteur/3.3 hogedruk/lagedruk
De kaart van Freek Voor op je kamer!.
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §6 en 7
Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
Transcript van de presentatie:

3.5 Plantagelandbouw in Sub-Sahara Afrika Werkboek p 83  p 73

P 83 Rijstteelt in Moesson- Azië

2. Teeltvoorwaarden rijst Temperatuur: minstens 2 maanden met Tm>20°C Neerslag: minstens Nj=1000mm Liefst met enkele droge maanden Bodem: niet of weinig vochtdoorlatend Reliëf: vlak

3. Klimaat

3.2 Moesson = Een tropische wind die om het half jaar van richting verandert

3.3 Wintermoesson: Land zee Hoge luchtdruk Lage luchtdruk DROGE LUCHT KOUD Land zee Hoge luchtdruk DROGE LUCHT WARM Lage luchtdruk

3.3 Wintermoesson: Koud Aflandig (van land naar zee) Droog

3.4 zomermoesson: Land zee Lage luchtdruk Hoge luchtdruk WARM Lage luchtdruk Land zee VOCHTIGE LUCHT KOUD Hoge luchtdruk

3.4 Zomermoesson: warm Aanlandig (van zee naar land) Vochtig

Moessonwerking??

5. reliëf Vlakten langs rivieren en langs de kusten

5. reliëf rijstterrassen

6. Ontwikkelingsgraad (p69). Hoge tewerkstelling in de landbouw. Hoge analfabetisering, maar hoge op platteland. Laag inkomen  geen geld voor machines of meststoffen. Hoge bevolkingsdichtheid Lage scholingsgraad  technische vernieuwingen worden afgeremd.

7. kenmerken

7. kenmerken Kleine familliebedrijfjes Hoge tewerkstelling Hoog aantal arbeiders per ha Hoog aantal meststoffen. Voornamelijk rijstteelt Matig rendement Sinds de groene revolutie soms uitvoer mogelijk

8. technieken

9. Groene revolutie p 90-92

10. Rijstteelt elders in de wereld