2 vmbo-T/havo 2 landschap, §6 en 7
Hoog-Nederland
Voor de ijsbedekking was Nederland een groot deltagebied.
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
De rivieren sedimenteerden dikke lagen zand, klei en grind
Het landijs komt uit het noorden
Het ijs schoof zand en grind vooruit
Het ijs verdween De stuwwallen ontstonden.
Hoog-Nederland een afwisselend landschap met bossen, akkers en heide
Welke recreatie vind je in Hoog-Nederland? Groene recreatie bossen Dit komt vooral door de aanwezigheid van: zandverstuivingen heide kleine landbouwbedrijven
Laag-Nederland ontstaat
Laag-Nederland ontstaat De zeespiegel begint te stijgen. De Noordzee lag ver naar het westen. De ondergrond bestaat vooral uit zand. Achter de duinen ontstaat een moerasgebied waar veen ontstaat.
De zeespiegel wordt steeds hoger. De zee sedimenteert dan klei. De jonge duinen ontstaan. Soms breekt de zee door de duinen en overstroomt het land. zand zeewater stijgt veen klei duinen
Zonder dijken loopt Laag-Nederland onder NAP = Normaal Amsterdams Peil
De bewoners bouwden hun huizen op terpen
Dijken en polders Later bouwde men dijken om het water tegen te houden. In de polder moet het water via sloten naar zee worden gepompt.
Welke soort van recreatie vind je in Laag-Nederland? plassen Blauwe Recreatie meren Dit komt vooral door de aanwezigheid van: rivieren strand en zee