Soortenkennis 17 februari 2014 – Frank Ouwerkerk Zwarte roodstaart– Roodborsttapuit– Geelgors
Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros) Kenmerken 14 cm lang, spanwijdte 23 tot 25 cm Mannetjes roetzwart met witte vlekken op de vleugels en roestrode staart Vrouwtjes minder roetzwart en geen witte vlekken op de vleugels en roestrode staart
Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros) Leefgewoonten Eet vooral insecten De vogel zit vaak op een zit post en vliegt vervolgens naar de grond om insecten op te pikken Trekvogel
Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros) Leefomgeving & Verspreiding Hij leeft in middel- en hooggebergte, stedelijk gebied Broedt periode vanaf april, Twee of drie legsels per jaar 4 tot 6 eieren per legsel Belangrijk voor de zwarte roodstaart is een warme en droge omgeving die ligt in het zonlicht. 27.000-37.000 broedparen in Nederland (in 1998-2000)
roodborsttapuit (Saxicola rubicola) Kenmerken 11,5-13 cm lang, spanwijdte 21 tot 23 cm Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een oranje borst maar het zijn de mannetjes die echt opvallen. De vrouwtjes hebben naast de oranje borst bruin gestreepte bovendelen en twee witte vlekken op de bovenvleugel. Mannetjes hebben deze vleugelvlekken ook en hebben daarnaast een (deels) witte stuit, witte halszijden en een zwarte kop. Opvallend: zit vaak op een hoge uitkijkpost te zoeken naar prooien
roodborsttapuit (Saxicola rubicola) Leefgewoonten Eet voornamelijk insecten maar ook wormen, spinnen, slakken, zaden en bessen Roodborsttapuiten zoeken hun voedsel en nestgelegenheid in structuurrijke open gebieden. De toppen van lage bomen en struiken worden veel als uitkijk- en zang post gebruikt.
roodborsttapuit (Saxicola rubicola) Leefomgeving & Verspreiding Het nest wordt laag bij de grond gemaakt, goed verscholen in een dichte vegetatie. 2 tot 4 legsels per jaar met 5 tot 6 eieren 6.500-7.000 broedparen in Nederland (in 1998-2000)
Geelgors (Emberiza citrinella) Kenmerken 15 tot 17 cm lang, spanwijdte 23 tot 29 cm De gele kop en borst vallen sterk op, evenals de karakteristieke, verdragende roep. De mannetjes en vrouwtjes zijn te onderscheiden aan hun gedrag en de geelheid van de kop.
geelgors (Emberiza citrinella) Leefgewoonten Eet over het grote deel zaden, maar ook ongewervelde dieren zoals wormen. Mannetje houdt van zingen op een heg of uitkijkpunt Jaarvogel
geelgors (Emberiza citrinella) Leefomgeving & Verspreiding Broedperiode eind april tot eind augustus 2 tot 3 legsels met 4 tot 6 eieren 22.000-28.000 broedparen in Nederland (in 1998-2000) Akkers, heide, hoogveen, vennen, weilanden
audiomateriaal Tot slot nog een mooi stukje geluid. Zwarte roodstaart Roodborsttapuit mannetje Roodborsttapuit vrouwtje Geelgors