6. Seismische activiteit Natuurgeweld
Aardbeving = plotselinge verschuiving in de aardkorst.
4 soorten aardbevingen Tektonische aardbevingen Vulkanische aardbevingen Horsten en slenken Instortingsaardbevingen
4 soorten aardbevingen Tektonische aardbevingen Vulkanische aardbevingen Horsten en slenken Instortingsaardbevingen Waar schollen zich van elkaar, langs of naar elkaar toe bewegen. Dit zijn vaak de zwaarste aardbevingen.
4 soorten aardbevingen Tektonische aardbevingen Vulkanische aardbevingen Horsten en slenken Instortingsaardbevingen Voorbeeld IJsland, bekijk het filmpje.
4 soorten aardbevingen Tektonische aardbevingen Vulkanische aardbevingen Horsten en slenken Instortingsaardbevingen Merapi Indonesië Bij vulkanisme. Vulkanische aardbevingen zijn meestal licht en alleen plaatselijk in de buurt van de actieve vulkaan te meten.
4 soorten aardbevingen Tektonische aardbevingen Vulkanische aardbevingen Horsten en slenken Instortingsaardbevingen Bij breukenlijnen die ondieper zijn dan de breuklijnen tussen platen. Middelzwaar en zelden zwaar (tussen magnitude 3 en 5).
Horsten en slenken Horst → omhoog komen van de aardkorst. Slenk → omlaag gaan van de aardkorst.
4 soorten aardbevingen Tektonische aardbevingen Vulkanische aardbevingen Horsten en slenken Instortingsaardbevingen
Zwaarte Diepte van de aardbeving. Wrijving van de platen.
Zwaarte
Epicentrum = de plaats aan het aardoppervlak recht boven de aardbevingshaard. De gevolgen van een aardbeving zijn vaak het grootst in de buurt van het epicentrum.
Hypocentrum = het punt in de aarde waar de aardbeving ontstaat.
Seismometer = apparaat waarmee kracht van de beving gemeten wordt.
Meting Schaal van Richter → geeft de totale energie van de aardbeving aan. Logaritmische schaal, elke punt hoger is tien keer zo sterk. Schaal van Mercalli → geeft de maat van gevolgen voor de mens aan.
Bouwwijze
Spreiding aardbevingen