Empirisch onderzoek in België en Europa (deel 1) Maandag 24 februari 2003 Empirische criminologie
I. Empirisch onderzoek in België
1. Institutioneel kader A. Universitair kader B. Politiek kader C. Onderzoeksprogramma’s D. Europees kader
A. Universitair kader Aparte opleiding criminologie Bijna geen mogelijkheden voor onderzoekscarrière Tijdelijke statuten Lichte stijging (vooral door interdisciplinariteit)
B. Politiek kader Financieringsbronnen zeer verscheiden Federaal: Min. v. BZ, Min. v. Just., DWTC Vaak n.a.v. schokkende gebeurtenissen Dienst Strafrechtelijk Beleid - N.I.C.C. VSPP APSD (Veiligheidsmonitor) Parl. onderzoekscommissies
C. Onderzoeksprogramma’s (1) Ministerie van Binnenlandse Zaken - 2-jaarlijkse programma’s (2) Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden (DWTC) - Steunpunt Criminaliteit, Bestuurlijke Politie en Strafrechtsbedeling ( ) - Burger en rechtsbescherming ( )
- Prospectieve socio-economisch onderzoek ( ) - ondersteuning van het gerechtelijk beleid ( ) (3) Ministerie van Justitie APSD - NICC : bijna geen middelen
D. Europees kader Vooral juridische analyses Internationale politiële en justitiële samenw. Drugbeleid Immigratie en sociale uitsluiting Fraude met Europese subsidies
Onderzoeksthema’s 1. Misdrijven en criminalisering 2. Strafrechtelijk beleid 3. Benadering van specifieke misdrijven 4. Slachtoffers in beeld 5. Strafrechtsbedeling 6. Retrospectieve studies
Conclusies (1) Sterke stijging aantal onderzoeken onderzoek op bestelling weinig theorievorming, veel beleidsondersteuning weinig fundamenteel onderzoek meer doctoraten criminologie
Conclusies (2) Traditionele vormen van criminaliteit Witteboordencriminaliteit onderbestudeerd Nadruk op strafrechtelijk beleid en strafrechtsbedeling Politie meest bestudeerd - justitie minst toegankelijk
Conclusies (3) Stijging van historische studies Stijging van reflexieve studies
Conclusies (4) Theoretische perspectieven zijn gelinkt aan universitaire equipes: UCL‘acteur sociale’ KUL‘restorative justice’ RUG‘rechten van rechtssubjecten’ VUB‘rechten van rechtssubjecten’
Conclusies (5) Iedere indeling of taxonomie van onderzoek is kunstmatig epidemiologisch onderzoek evaluatie-onderzoek beleidsvoorstellen theoretische analyse interdisciplinariteit inbreuken - beleid - uitvoering - constructie van normen
II. Empirisch onderzoek in Europa
Politieke & sociale context Politieke gebeurtenissen (mode-trends) Grote wetenschappelijke instituten (waakhonden, long term research) Opdrachtgevers (beleidsondersteuning, one shot projects) Empirische traditie
Onderzoekspotentieel Opdrachtgevers: staten, ministeries, regio’s, gemeenten. Grote wetenschappelijke instituten –Deutsche Forschung Gesellschaft (DFG) –Max-Planck Gesellschaft –Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek (FWO) –Centre National de Recherche Scientifique (CNRS) Privé-studiebureau’s
Onderzoeksthema’s Productie van strafrechtsnormen publieke politie administratieve inspectiediensten private beveiliging strafrechtsbedeling straffen, gevangenissen preventie slachtofferschap, onveiligheidsgevoelens vormen van criminaliteit globale analyses
Theoretische onderbouw Weinig theoretische vernieuwing, geen grote controverses Nieuwe inspiratie dankzij geschiedkunde, antropologie, ethnologie nood aan verruiming van het begrippenarsenaal
Methodologie Nood aan professionalisering van onderzoekers Nood aan grote wetenschappelijke instituten Nood aan minder juridisme Nood aan fundamenteel, comparatief, lange termijn onderzoek Nood aan het opvullen van de blinde vlekken
Valorisatie van resultaten Afhankelijkheid van opdrachtgever (?) Invloed onderzoek op beleid (?) valorisatie via massamedia (?) Nieuwsbrieven, internet,… Wetenschappelijke pers
Hiaten Niet-klassieke thema’s: economische criminaliteit, corruptie, witwassen, informaticacriminaliteit Positieve analyses (nieuwe sociale relaties, veranderende normen) Herverdeling van bevoegdheden en machten (supranationaal, publiek vs. privé, nationaal vs. lokaal)
Volgende les Criminaliseringsprocessen (deel 2)