DE KLASSIEKE OUDHEID De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
GELOOF ROMEINEN (EIGENLIJK ALLE VOLKEN UIT DE OUDHEID) JODEN TEMPEL POLYTHEISTISCH TEMPEL OFFEREN GODEN HEBBEN MENSELIJKE TREKKEN (ZIJN DUS NIET PERFECT) MYTHEN MONOTHEISTISCH SYNAGOGE BIDDEN JAHWEH HEEFT GEEN ZWAKHEDEN HEILIG BOEK (LEEFREGELS EN WETTEN) UITVERKOREN VOLK BELOOFDE LAND (NU: ISRAEL EN PALESTINA) WACHTEN OP EEN VERLOSSER
JEZUS VAN NAZARETH JEZUS IS EEN JOOD HIJ WORDT DOOR AANHANGERS GEZIEN ALS DE MESSIAS (DE VERLOSSER) JEZUS WORDT GEZIEN ALS BEDREIGING VEROORDEELD TOT DE DOODSTRAF (HET KRUIS) APOSTELEN VERSPREIDEN ZIJN WOORD VOLGELINGEN WORDEN CHRISTENEN GENOEMD
CHRISTENDOM OVEREENKOMSTEN MET HET JODENDOM: MONOTHEISTISCH BIDDEN HEILIG BOEK (ZELFDE WETTEN EN LEEFREGELS) VERSCHIL MET HET JODENDOM: CHRISTENENEN: JEZUS IS DE VERLOSSER, DE ZOON VAN GOD JODEN: DE VERLOSSER MOET NOG KOMEN
VAN SEKTE TOT STAATSGODSDIENST CHRISTENDOM SPREEKT MENSEN AAN MET WEINIG RECHTEN (VROUWEN, SLAVEN, ARMEN): LEVEN NA DE DOOD VOOR GOD IS IEDEREEN GELIJK DE CHRISTENEN KRIJGEN DE SCHULD VAN ALLES WAT FOUT GAAT IN HET RIJK. HET CHRISTENDOM IS VERBODEN AANTAL GELOVIGEN GROEIT (GOEDE ORGANISATIE; VERVOLGING ZORGT VOOR SAAMHORIGHEID). IN 312 BEKEERT KEIZER CONSTANTIJN. CHRISTENDOM WORDT GELIJKGESTELD MET ANDERE RELIGIES KEIZER THEODOSIUS MAAKT HET CHRISTENDOM IN 395 DE STAATSGODSDIENST VAN HET RR
ICHTUS I(ESOUS) JEZUS CH(RISTOS) CHRISTUS TH(EOU) GODS U(IOS) ZOON S(OTER) VERLOSSER