Trappen van vergelijking

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
PAST SIMPLE (VERLEDEN TIJD)
Advertisements

Lees- en Taalproblemen
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Verdeel het woord in lettergrepen
HET BIJWOORD L’ADVERBE.
2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
Engels periode 3 en 4 MOH 2 en MOH 3.
Concentration Camp versus Extermination Camp
Everything you need to know for your test in the test week!
Tekenopdracht Voor en achter elkaar.
Lots of, a lot of, much, many little, few
Grammar Chapter 5 G 2 Vergrotende en overtreffende trap.
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 kgt.
bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
Trappen van vergelijking
She is beautiful/beautifully.
Meervoud in het Nederlands / Engels
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
trappen van vergelijking  met korte woorden: -er en -est  bijv:  short - shorter - shortest  long - longer - longest  Let op:  happy - happier -
Wanneer gebruik je ied of ies Wanneer verdubbeld de klinker
Comparative / Superlative (vergelijken)
Los Acentos.
Trappen van vergelijking
Trappen van vergelijking
Brugklas Werkwoordspelling.
Tekenopdracht Voor en achter elkaar.
De trappen van vergelijking
Overige spellingsregels
Hoofdstuk 1 Spelling Verkleinwoorden
Bijvoeglijk naamwoord Functie: zegt iets over het zelfstandig naamwoord voorbeeldde grote auto la grande voiture het blauwe boek le livre bleu.
Past simple Als je over iets wilt praten dat in het verleden is gebeurd en ook is afgelopen, dan gebruik je de past simple.
Past Simple Deel 2: Onregelmatige werkwoorden
Is ‘t kofschip gezonken…?
DAG VAN HET LEREN Hoe komt zo'n taal eigenlijk in je hoofd? door Henk Wolf.
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
Naam: 1 Zelfstandig naamwoord: Type je naam in het vak en druk op de play knop Beantwoord de vragen en kijk hoeveel je er goed had succes.
Naam: 1 Bijvoeglijk naamwoord: Type je naam in het vak en druk op de play knop Beantwoord de vragen en kijk hoeveel je er goed had succes.
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
Werkwoordspelling -d of –t?
Meervoud op –”n of - ën Maar weet je waar de klemtoon ligt?
Welke woorden horen bij deze groep en hoe werkt het?
Welke woorden horen erbij en hoe werkt het?
Allesvoorengels.nl. 1. Korte woorden 2. Lange woorden 3. Uitzonderingen 4. Oefening allesvoorengels.nl.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden? 2. Wat zijn bijwoorden? 3. Oefening 4. Hoe maak je bijwoorden? 5. Samenvatting allesvoorengels.nl.
 Grammar year 1 Everything you need to know for your test in the test week!
Werkwoorden vervoegen
Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B
Welke woorden horen erbij en hoe werkt het?
Spellingregels G1.
De Onvoltooid Verleden Tijd
Trappen van vergelijking
Onvoltooid deelwoord/bijvoeglijk gebruikt deelwoord
BIJWOORD.
Trappen van vergelijking Dan mij?…als ik?
Trappen van vergelijking
Spelling Klinkers en medeklinkers
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
  Tijd Inhoud UNIT 6 SPORTS Werkvorm Media / Materiaal Inleiding
Dactylische Hexameter
Bijvoeglijk naamwoord
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
English 23 April 2018.
Bijvoeglijk gebruikt deelwoord hoofdlettergebruik
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
A little/a few/few/little - vergelijkingen
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Adverbs and Adjectives
Transcript van de presentatie:

Trappen van vergelijking Degrees of comparison

Wanneer gebruiken we deze trappen? We gebruiken deze trappen om twee dingen met elkaar te vergelijken.

Hoe maken we deze trappen van vergelijking? We maken deze trappen van vergelijking door: -er / -est achter een bijvoeglijk naamwoord te zetten (big – bigger - biggest) More en most te gebruiken (more beautiful – most beautiful)

Hoe weet ik nu welke ik moet gebruiken? We kijken hiervoor naar de hoeveelheid lettergrepen in het bijvoeglijk naamwoord. (1 lettergreep, 2 lettergrepen en 3 of meer lettergrepen)

Bijvoeglijke naamwoorden met 1 lettergreep Bij deze woorden gebruik je –er en –est achter het bijvoeglijk naamwoord. tall – taller – tallest Large – larger – largest Nice – nicer - nicest

Woorden met 3 of meer lettergrepen Bij deze woorden gebruiken we more en most voor het bijvoeglijk naamwoord. Attractive (aantrekkelijk) – more attractive – most attractive Beautiful – more beautiful – most beautiful Exciting (spannend) – more exciting – most exciting

Woorden met 2 lettergrepen (1) Bij deze woorden hebben we twee keuzes. Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op –le / -er / -ow / -y / of –some dan gebruiken we –er / -est. Simple – simpler – simplest Clever – cleverer – cleverest Yellow – yellower – yellowest Pretty – prettier – prettiest Handsome – handsomer - handsomest

Woorden met 2 lettergrepen (2) Als een bijvoeglijk naamwoord niet eindigt op –le / -er / -ow / -y / -some dan gebruik je gewoon more en most voor het bijvoeglijk naamwoord. Boring – more boring – most boring Careful – more careful – most careful

Onregelmatige vormen Natuurlijk hebben we ook onregelmatige vormen. Hier volgen de belangrijkste: Little – less – least (weinig) Much of many – more – most (veel) Good – better – best (goed) Bad – worse – worst (slecht)

Spellingsregels Bijvoeglijke naamwoorden die al eindigen op een –e krijgen –r / -st (dus geen extra letter e) Large – larger - largest Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een –y (met daarvoor een medeklinker) krijgen –ier / -iest Happy – happier – happiest Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker met daarvoor een klinker krijgen een verdubbeling van de laatste letter. Big – bigger - biggest

Vergelijkingen Als je twee dingen wilt vergelijken met elkaar dan gebruik je as … as John is as tall as Mary / Mary is not as tall as Jessica Als je wilt zeggen dat iets anders is dan het andere gebruik je than. John is taller than Jessica / She sings better than he does.

Oefenen! Geef de trappen van vergelijking van de volgende woorden: big 6. amazing thin 7. lucky serious 8. cheap high 9. good fast 10. important