A little/a few/few/little - vergelijkingen

Presentatie over: "A little/a few/few/little - vergelijkingen"— Transcript van de presentatie:

1 A little/a few/few/little - vergelijkingen
Grammar 2.1 & 2.2 A little/a few/few/little - vergelijkingen

2 (a) little and (a) few NIET TELLEN (niet telbaar) a little little
een beetje of een paar weinig NIET TELLEN (niet telbaar) a little little TELLEN (telbaar) a few few

3 een paar appels Kun je appels tellen? Ja, 1 appel, 2 appels
a few appels een beetje of een paar weinig NIET TELLEN a little little TELLEN a few few

4 weinig zout Kun je zout tellen?
Nee, 1 zout, 2 zout??? (wel 1 zoutkorrel, 2 zoutkorrels) little salt een beetje of een paar weinig NIET TELLEN a little little TELLEN a few few

5 Vergelijkingen

6 Korte woorden Vergrotende Trap Overtreffende trap Small Smaller
Smallest High Higher Highest Cute Cuter Cutest Sweet Sweeter Sweetest

7 Veranderende woorden Vergrotende Trap Overtreffende Trap Happy Happier
Happiest Guilty Guiltier Gultiest Big Bigger Biggest Smelly Smellier Smelliest

8 Lange woorden woorden met 2 lettergrepen die niet eindigen op een –Y en woorden met 3 lettergrepen of meer Vergrotende Trap Overtreffende Trap Silent More silent Most silent Expensive More expensive Most expensive Careful More careful Most careful Melodious More melodious Most melodious

9 Uitzonderingen Vergrotende Trap Overtreffende trap Good Better Best
Bad Worse Worst Much/many More Most

10 Hetzelfde Tim is even groot als Els. Jaap is even sterk als Jon. Laura is net zo mooi als Jane. Tim is as big as Els. Jaap is as strong as Jon. Laura is just as pretty as Jane.