Wanneer een woord met een klinker (klank) begint (a,e,o,u,i) dan gebruik je ‘an’: an apple an egg an orange an umbrella an idea let op:an hour (je hoort de ‘h’ niet !)
Wanneer een woord met een medeklinker (klank) begint (d,k,l,m,etc.) dan gebruik je ‘a’: a door a book a school a piano Let op:a university (klinkt als ‘j’university!)
Vul nu de antwoorden in op het stencil. Je hebt 15 minuten de tijd.
1.an old book 2. a window 3. a horse 4.an airport 5.a new airport 6.an organisation 7.a university 8.an economic problem.
1.A duck is a bird. 2.A carrot is a vegetable. 3.Tennis is a sport. 4.A hammer is a tool. 5.Everest is a mountain. 6.Jupiter is a planet. 7.A pear is a fruit. 8.The Amazon is a river. 9.A rose is a flower. 10. A trumpet is a musical instrument.
1. She’s a dentist. 2. He’s a shop assistant. 3. She is a photographer. 4. She is a taxi driver. 5. He is an electrician. 6. She is a nurse. 7. He is a private detective. 8. I am a pupil.
1. I want to ask you a question. 2. Tom never wears a hat. 3. I can’t ride a bicycle. 4. My brother is an artist. 5. Barbara works in a bookshop. 6. Ann wants to learn a foreign language. 7. Jim lives in an old house. 8. This evening I am going to a party.
Vul a of an in op je menukaart.
an apple a piece of cheese a bowl of soup a glass of beer a piece of pie a hamburger a glass of wine a hot dog a slice of cake a plate of hors d’oeuvres a croissant a bowl of strawberries an ice – cream a bunch of grapes a plate of sausage rolls a piece of cheese a cup of tea a slice of bread a slice of pizza
3)Iedereen kiest zelf 5 dingen van zijn of haar menu en zet er een cirkel omheen. 4)Kies een pion en leg deze op start. 5)Gooi allemaal de dobbelsteen 1x. Degene die het hoogste gooit begint en gooit weer 1x met de dobbelsteen. Loop het gegooide aantal ogen als stapjes op het spelbord.
6)Degene die links zit van degene die aan de beurt is stelt de vraag: “Would you like to have a / an + ‘plaatje’?” De speler die aan de beurt is kijkt of hij/zij deze heeft omcirkelt op zijn of haar menukaart. Ja: dan zeg je: “Yes, I would like to have a /an + plaatje, please.” De speler zet dan een krul door het woord op zijn/haar menu. Nee: Dan zeg je: “No, thank you.” De speler kan en mag niks aftekenen op de menukaart. De beurt is daarna voorbij en de volgende speler mag nu.
7)Wanneer een speler precies op plaatje 19 is gekomen kijken alle spelers hoeveel etenswaren ze hebben afgetekend op hun menukaart. Degene die de meeste etenswaren heeft kunnen aftekenen heeft gewonnen. 8)Tijd over? Kies dan 5 andere etenswaren uit en speel het spel nog een keer.