The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 

Presentatie over: "The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? "— Transcript van de presentatie:

1

2 The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you?  Shall gebruik je alleen in vragen bij I en we

3 vertaal de volgende zinnen:  Het zal gaan regenen morgen.  Zullen wij jou de e-mail sturen?  Het zal niet weer gebeuren.  Zal ik jouw vader bellen?  We zullen elkaar gauw weer ontmoeten.

4 juist:  It will rain tomorrow  Shall we send you the e-mail?  It won't happen again.  Shall I call your father?  We will meet again soon.

5  vorm 2: zeggen dat je iets van plan bent  am  is + going to + hele ww  are  I am going to do some shopping  He is going to visit his mum  We are going to make cupcakes!

6 vertaal de volgende zinnen:  Zij gaat haar huiswerk maken  Wat gaan we nu doen?  Ik ga een brief schrijven.

7 juist:  She is going to do her homework  What are we going to do now?  I am going to write a letter.

8  vorm 3: toekomst die al vastligt (vaste plannen)  am  is + hele ww + -ing (present continuous)  are  I am meeting my friends tonight.  My dad is taking me to school today.  We are flying to Rome this Friday.

9 vertaal de volgende zinnen:  Ik ga morgen naar een concert.  NEC speelt een wedstrijd deze zondag.  Zij gaan volgende week naar Spanje verhuizen.

10 juist:  I am going to a concert tomorrow.  NEC is playing a match this Sunday.  They are moving to Spain next week.

11  vorm 4: toekomst die helemaal vastligt, zoals bijv. treintijden, roosters, schema's etc  simple present: hele ww (s.h.it + -s)  the train leaves at eight.  school starts at 8.20.  the plane arrives at 5 o'clock.

12 vertaal de volgende zinnen:  Onze school begint om 9 uur en eindigt om 3 uur.  De bus vertrekt om 5 over 4.  De wedstrijd begint om 7 uur 's avonds.

13 juist:  Our school starts at 9 and finishes at 3.  The bus leaves at 5 past 4.  The match begins at 7 o'clock in the evening.