pathofysiologie Hoger risico indien 1e graads familielid ook OCD Beeldvorming toont betrokken gebieden: prefrontal cortex, cingulate gyrus, basale ganglia (met name nucleus caudatus) Serotonine speelt mogelijk ook een belangrijke rol in het ontstaan van OCD. Groep kinderen die OCD kreeg na groep A beta-hemolytische streptococcal pharyngitis
Anatomische Locaties
Behandeling Behandeling is lastig, veel relapse en incomplete respons Psychotherapie cognitieve gedragstherapie gedragstherapie exposure-respons therapie SSRI’s Clomipramine
Behandeling (2) Effectiviteit: 1.63 (SSRIs) 1.47 (gedragstherapie), 1.04 (cognitieve gedragstherapie) 1.99 (combinatie van antidepressiva met GT) 1.85 (placebo met GT).
Obsessief of compulsief Terugkerende gedachten, impulsen of beelden die angst veroorzaken. Heeft indringende werking op het ADL en veroorzaakt buiten- sporige zorgen Deze klachten zijn niet geassocieerd met andere psychiatrische aandoeningen Compulsief Ritualistisch gedrag of gedachten die uitgevoerd moeten worden in reactie op een obsessie of rigiditeit Deze worden buitensporig vaak gedaan, om angst te verminderen of om een gebeurtenis te vermijden. Heeft geen logische relatie met gebeurtenis