Maken van een film Bedenk een verhaal op basis van de situaties (bv: hoe het niet moet en dan hoe het wel moet.) Humor is belangrijk! Bedenk een plaats en personages Schrijf het verhaal zo op dat het te verfilmen valt Verdeel het verhaal in scènes Spreek ter plaatse met iedereen door hoe je gaat filmen Repeteer vooraf zonder te filmen
Het filmen zelf: Tel af van 5 tot 0 (2 en 1 worden in stilte gezegd) Laat de acteurs doorspelen nadat je gestopt bent met filmen en roep dan bv we zijn gestopt Zorg dat iedereen stil is tijdens het filmen, zorg voor stille locatie Hou de camera zo stil mogelijk (eventueel met “vriendenstatief”) gebruik geen zoom Film niet langer dan 3 tot 5 tellen hetzelfde als er een actie gebeurd. Verander je camerastandpunt als je opnieuw filmt om geen “springers” te krijgen. Voldoende dicht, microfoon vaak ontoereikend
Inhoudelijk wat moeten jullie meegeven in je filmmateriaal Bij aanspreken eerst begroeten Pas je stijl aan de situatie aan (verschil zakelijke persoonlijke relaties) Dank je wel en asjeblieft gebruiken Geen kauwgom in zakelijk sociaal verkeer Ik-boodschap gebruiken Ga bij communicatie in op de manier waarop en niet alleen op de inhoud De sociale voorrangsregels: leeftijd, functie, geslacht
Mogelijke situaties Een nieuwe leerling staat alleen op de speelplaats Je kan je niet aanmelden aan de computer en gaat dit meedelen aan het coôrdinatielokaal Je vraagt een leerkracht om de klas open te doen Een leerkracht zegt: “onozele trut” tegen een leerling Krijt vragen in een naburige klas Aan iemand op straat vragen hoe laat het is Vragen aan de bushalte of de bus stopt aan het station Vragen om een toets uit te stellen Met twee aan de deur komen