Latijns-Amerika - klimaat Periode 2
Proefwerkstof PEP2 - donderdag Hele topografie Latijns Amerika REGIO hoofdstuk 6 Geologische kalender Platentektoniek – toegepast op Latijns-Amerika Klimaten en Köppen – toegepast op Latijns-Amerika (gebruik ook paragraaf 5.2)
Samenvatting Köppen Zie ook paragraaf 5.2
A klimaten: tropische klimaten Hele jaar door minimaal 18o C Jaaramplitude (verschil tussen warmste en koudste maand) is klein. Geen droge tijd: Af Wel droge tijd: As of Aw
B-klimaten: droge klimaten Neerslag is hele jaar door kleiner dan de verdamping (in de regel minder dan 400 mm). Neerslag minder dan 200 mm: BW Neerslag tussen 200 en 400 mm: BS
C-klimaten: maritieme klimaten (1) Zee heeft invloed op temperatuur (gematigd) en neerslag (relatief veel). Winters niet erg koud (warmer dan -3 oC), koele zomers Kleine jaaramplitude, t.o.v. D-klimaten. Neerslag hele jaar: Cf
C-klimaten: maritieme klimaten (2) Zee heeft invloed op temperatuur (gematigd) en neerslag (relatief veel). Mediterraan klimaat: warme droge zomers, natte koele winters, aanduiding: Cs
D: continentale klimaten Grote jaaramplitude t.o.v. C-klimaten: koude winters, hete zomers. Neerslag hangt af van afstand tot zee en overheersende windrichting. Df – alle jaargetijden Dw – droge winters
E: koude klimaten Te koud voor bomen en struiken. Gemiddelde hoogste maandtemperatuur blijft onder 10oC. EH: max. 10oC, veel neerslag EF: max. 0oC
Invloed zeestromen Bekijk de atlas op bladzijde 182 (52e druk). Wat valt op als je de zeestromen bekijkt en vergelijkt met de aangrenzende klimaten (gebruik ook kaart 181C)?
Invloed verschuiving equatoriaal minimum Vergelijk kaarten 180B en 180D. Hoe zie je, in Latijns Amerika, de verschuiving van het equatoriaal minimum terug op de kaart? Zelfde vraag voor de kaarten 168A en B.
En nu zelf verder werken Topografie nakijken (zie antwoordenblad). Opgave 9 uit het boekje maken (= huiswerk woensdag).