BESLAG X DEEG (het) beslag kloppen (het) deeg kneden

(de) garde (de) deegroller – deeg uitrollen (ww.)

(de) springvorm (de) deegschraper

(de) handmixer (de) staafmixer

(de) (beslag)kom lange vingers

zure room/slagroom/crème fraîche magere/halfvolle/volle kwark zure room/slagroom/crème fraîche

verse/gedroogde gist poeder-/kristal-/vanillesuiker

tarwe-/zelfrijzende bloem bakpoeder

deeg laten rijzen een ovenschaal invetten eieren loskloppen eiwitten stijfkloppen oven verwarmen op 200 C/eten opwarmen vlees afspoelen/droogdeppen uien pellen en snipperen laten afkoelen

stoven – producten worden gaargemaakt lange tijd op lage temperatuur in een pan afgedekt met een deksel braden/bakken roerbakken stomen – het bereiden van voedsel boven kokend water (een stoompan) sudderen – het zachtjes laten koken van voedsel met een lange bereidingstijd

frituren olie verhitten inkoken – het koken van een vloeistof in een open pan zodat het minder wordt invriezen/ontdooien (be)strooien insmeren eetlepel/theelepel benodigheden/ingrediënten

(de) spatel (de) knoflookpers – uitpersen (ww.)

(de) rasp – raspen (ww.) (de) kaasschaaf

(de) zeef (het) vergiet – afgieten (ww.)

(de)snijplank, (de) keukenweegschaal

SOS Piet http://www.youtube.com/watch?v=W2J2z0VaUw8

Ik vind hem te ........, te .........., het is precies konijnenvoer.

Ik vind hem te zuur, te pappig, het is precies konijnenvoer.

-Wat is de bedoeling? - Dat die niet .............

-Wat is de bedoeling? - Dat die niet aanbranden.

De crouton, dat moet mooi. , dan moet hij olie De crouton, dat moet mooi ............, dan moet hij olie ............, zodat dat geen spons wordt, maar een .............

De crouton, dat moet mooi toeschroeien, dan moet hij olie opnemen, zodat dat geen spons wordt, maar een krokant korstje. toe/dichtschroeien = het in hete boter of een andere vetstof verhitten van vlees, etc. zodat het een mooi bruin korstje krijgt

Dan ....... ik een ........ look.

Dan pers ik een teentje look. look= knoflook

We gaan ze gewoon .................... op een .........................

We gaan ze gewoon uitscheppen op een keukenrolleke.

De .......................... moet je toevoegen op het einde.

De zuurheid moet je toevoegen op het einde.

Dan hebben we ...................., dit doe je naar smaak.

Dan hebben we ansjovis, dat doe je naar smaak.

Is dat niet te veel, Piet, twee ...........................?

Is dat niet te veel, Piet, twee eetlepels?

Dan neem ik deze grote ...........

Dan neem ik deze grote kom.

Caesar salad wordt gemaakt met een ............. sla en dat is .......................... .........

Caesar salad wordt gemaakt met een krokante sla en dat is Romeinse sla.

Dan gaan we ze .................., maar niet met lepels.

Dan gaan we ze mengen, maar niet met lepels.

De salade mag hier nog een half uur staan, die gaat nooit .................

De salade mag hier nog een half uur staan, die gaat nooit inzakken.

IDIOMEN De kosten rijzen de pan uit = de kosten stijgen ongecontroleerd Kosten voedselvergiftiging VS rijzen de pan uit

Uit iemands hand eten = afhankelijk zijn

Eten als een bootwerker = veel eten

Met lange tanden eten = met tegenzin eten

Koken van woede = heel erg kwaad zijn