Bijscholing voltige-instructeurs 21 december 2014 Doreth Chatwick & José Oost
Programma 10.45- 11.15 theorie 11.15-12.30 praktijk (ton) 12.30-13.30 praktijk (paard en ton) 13.30-14.30 lunch 14.30-15.00 vragen? praktijk (paard en ton)
Het doel In 2013 is er een bijscholing geweest op 4 locaties in Nederland voor de nivo 2 instructeurs en 2 avonden voor de nivo 3 instructeurs. Hierin lag nadruk op theorie en alle verplichte oefeningen. Nu focus op praktijk en 3 oefeningen: opsprong, voorwaarts- en achterwaarts opzwaaien
Theorie > praktijk Wat is handig om in je achterhoofd te houden van de theorie tijdens de trainingen? Enkele belangrijke principes: Lichaamszwaartepunt (lzp) Steunvlak Voorwaardelijke vaardigheden
LZP Het lichaamszwaartepunt is het punt waarop alle krachten aangrijpen Het bepalen van de plaats van het lichaamszwaartepunt is niet alleen belangrijk om het statisch evenwicht te bepalen, maar ook om de baan, die het massamiddelpunt beschrijft tijdens bewegen te analyseren. LZP verplaatst zich bij bewegen
Steunvlak Een goede techniek en economisch bewegen is alleen mogelijk als het zwaartepunt van de voltigeur midden in zijn eigen steunvlak valt. Alleen dan krijgt het paard de Mogelijkheid om optimaal ontspannen te kunnen galopperen.
De Opsprong Essentie Hoogte en positie, in een vloeiende beweging van lichaamszwaartepunt Beoordeling: Zwaai Contante en vloeiende beweging van LZP naar boven Heupen parallel (rechterbeen zwaait naar achter) Handstand Landing
Basisscores: 10 Handstand positie met een rechte, nagenoeg verticale lichaamsas. De benen zijn in een spagaat in een verticale lijn met het linkerbeen naar beneden. De heupen en schouders zijn op het hoogste punt parallel aan de schouderas van het paard. 8 Lichaamsas is recht tot circa 70%, maar armen zijn niet uitgestrekt. De benen zijn in een split in een verticale lijn met het linkerbeen naar beneden. De heupen en schouders zijn op het hoogste punt parallel aan de schouderas van het paard. 6 Lichaamsas is recht tot 30%, maar armen zijn niet uitgestrekt. De benen zijn in een split in een verticale lijn met het linkerbeen naar beneden. Het lichaamszwaarte punt is niet boven de grepen. De heupen en schouders zijn op het hoogste punt parallel aan de schouderas van het paard. 5 De schouders zijn lager dan de grepen en aan de binnenzijde van het paard tijdens het hoogste punt van de opsprong. Het lichaamszwaartepunt bereikt de hoogte van de paardenrug.
Fasen opsprong Sprongfase (beweging extra versnellen d.m.v. armkracht) Zwaai fase Steunfase Landing fase
Benodigde vaardigheden Coördinatie om mee te lopen in de beweging van het paard Rompstabiliteit Sprongkracht en –snelheid Coördinatie gedurende de gehele beweging Arm strek- duw- steunkracht (snelkracht + coördinatie) Zwaaikracht vanuit rechterbeen Bewegingsuitslag van 180 graden van de benen
Voorwaarts opzwaaien Essentie Zwaai beweging Hoogte en positie, in een vloeiende beweging van lichaamszwaartepunt Beoordeling: Zwaai Vloeiend lijn opwaarts van LZP Benen heupbreedte/Benen sluiten Handstand Landing (2 manieren van teruggaan)
Basisscores 10 Correcte techniek en nagenoeg handstandpositie. Zachte landing tot een opgerichte basiszit. 7 Recht/gestrekt lichaam van schouders tot voeten, met een hoek van 45 tot de bovenlijn van het paard. De armen zijn maximaal gestrekt. Zachte landing tot een opgerichte basiszit. 5 Recht/gestrekt lichaam van schouders tot voeten, met een hoek van 20° tot de bovenlijn van het paard. De armen zijn gebogen gedurende de hele beweging. Zachte landing tot een opgerichte basiszit.
Benodigde vaardigheden Coördinatie/gevoel met de beweging v.h. paard Rompstabiliteit Coördinatie en balans in de gehele oefening Been zwaai/snelkracht naar achteren Lenigheid in de schouders om tot handstand te kunnen komen Basis steun- en duwkracht in de armen Door het snel omhoog zwaaien van gespannen, gestrekte, ledematen stijgt het lzp. Deze stijging is maar van korte duur omdat de zwaartekracht zijn werk doet.
Achterwaarts opzwaaien Essentie Beweging in harmonie met het paard uitgevoerd Coördinatie van de beweging en de hoogte Beoordeling Zwaai Heupen en voeten bereiken gelijktijdig hoogste punt Hoek tussen armen en lichaam Landing
10 De verticale lijn tot het bovenlichaam is circa 90 en de hoek tussen de benen en het bovenlichaam is minder dan 90. 8 De verticale lijn tot het bovenlichaam is circa 45 en de hoek tussen de benen en het bovenlichaam is minder dan 90. 6 De verticale lijn tot het bovenlichaam is circa 20en de hoek tussen de benen en het bovenlichaam is minder dan 90. 5 De verticale lijn tot het bovenlichaam is circa 20 en de hoek tussen de benen en het bovenlichaam is meer dan 90.
Benodigde vaardigheden Coördinatie/gevoel met de beweging v.h. paard Rompstabiliteit Coördinatie en balans in de gehele oefening Been zwaai/snelkracht naar voren Lenigheid in de schouders Basis steun- en duwkracht in de armen
Belangrijke aandachtspunten Bedenk welke vaardigheden een voltigeur moet kunnen om een oefening te kunnen uitvoeren Leer oefeningen stapsgewijs aan Leer geen “foute” bewegingen
Vragen? En dan nu de praktijk!