Berekeningen aan zuren en basen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Inleiding in de RedOx chemie
Advertisements

Zoutreacties.
Ionisatie-evenwichten zuren en basen
2. Hoe zuur is azijn? 2.1 Wat is azijn?
De theorie van Brønsted
Klas 4. Oplosbaarheid Tabel 45 g = goed oplosbaar. m = matig oplosbaar s = slecht oplosbaar Oplosbaar  splitst in ionen Niet oplosbaar  blijft een vaste.
H16. Berekeningen aan zuren en basen
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal; bv azijn of ontkalker
Magnesiumbromide Natriumfosfaat suiker MgBr2  Mg Br-
Klinische Chemie Leereenheid 4 Evelien Zonneveld 15 december 2005.
Practicum toets azijnzuur
§5.2 - Neerslagreacties.
7 Reacties met elektronenoverdracht
Zoutformules bedenken
Zouten in water.
Zuren en Basen Introductie Klas 5.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Opstellen van zuur-base reacties
PH-berekeningen.
Evenwichtsvoorwaarde
De Mol 2 4 Havo-VWO.
Introductie Zouten klas 4.
Examentraining Havo 5.
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Hoofdstuk 4 Zouten.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
De theorie van Brønsted
De theorie van Brønsted
V5 Chemische evenwicht H11.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Verstoring van het chemisch evenwicht
Opstellen reactievergelijkingen
Eigenschappen buffer pH blijft nagenoeg constant bij:
Oplossen en indampen van zouten
Zuur-base reacties 4GT Nask2 Hoofdstuk 6.4.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal; bv azijn of ontkalker
Chemisch rekenen: overzicht
Evenwichten De K ev is dus afhankelijk van de temperatuur !!!! Als de temperatuur stijgt zal het evenwicht reageren naar de endotherme kant.
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
11 Redoxreacties.
De chemische concentratie
O42 M42 Scheikunde.
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Toepassingen van evenwichten
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
Toepassingen van evenwichten
Zuren en basen Zwakke zuren Hfst 14.8 t/m
Zuur-base eigenschappen van zouten
Zuren en basen Hfst 14 ACH 21: Karin Langereis.
Zuurgraad Verband pH en [H 3 O + ] – pH = - log [H 3 O + ] – [H 3 O + ] = 10 -pH – pH = 3,56 Wat is [H 3 O + ] – [H 3 O + ] = 10 -pH = Hoe zit het met.
Zuur base reactie Zo doe je dat
Practicum titreren.
HOOFDSTUK 6 ZUREN EN BASEN
Scheikunde theorie klas 1
Reacties met ionenuitwisseling in waterig midden CB AB  CD  A+ + B-
Zuren en basen Scheikunde Niveau 3 Jaar 2 Periode 3 Les 2.
H6 Zuren en basen.
Zuurgraad Verband pH en [H3O+ ] pH = - log [H3O+ ] [H3O+ ] = 10-pH
Scheikunde Chemie overal
Zuur base reactie Zo doe je dat
Stappenplan berekeningen zuren en basen
Scheikunde Chemie overal
Oplosvergelijkingen maken. De oplosvergelijking van het oplossen van natriumfosfaat Begin met het opschrijven van de verhoudingsformule van het zout Na.
Zuur base reactie Zo doe je dat
Zuur base reactie Zo doe je dat klopt
Zuur-base reacties. Benodigdheden Micro spatel Zoutzuur 1,0 M NaOH 1
Transcript van de presentatie:

Berekeningen aan zuren en basen

Zuur Deeltje dat H+ aan water afstaat HCl + H2O  H3O+ + Cl- Base Deeltje dat H+ opneemt van water NH3 + H2O  NH4+ + OH- Geconjugeerd zuur/ base-paar Noteren van oplossingen: Sterk zuur: H3O+ + Z- (splitst volledig) Zwak zuur: HZ(aq) (1-10% ionisatie) Sterke base: de ionen die onstaan door reactie met water Zwakke base: Oorspronkelijke ion of molecuul

Ionen als sterke base: Na2O + H2O  2 Na+ + 2 OH- Let op! Een slecht oplosbaar Metaaloxide reageert niet.

Zouten met zwakke base NaF  Na+ + F- F- + H2O <-> HF + OH- Ook hier geldt dat een slecht oplosbaar zout niet reageert.

Meerwaardige basen PO43- + H2O <-> HPO42- + OH- Evenwicht ligt sterk naar links, er ontstaat een veel zwakkere base.

Moleculaire stoffen als base NH3 + H2O <-> NH4+ + OH- Aminen (hexaan-1,6-diamine) Basische oplossingen: Ammonia: NH3 (aq) Natronloog, kaliloog, barietwater en kalkwater

pH- berekeningen pH = -log [H3O+] [H3O+] = 10-pH pOH = -log [OH-] [OH-] = 10-pOH pH + pOH = 14,00 Significantie: Aantal sign. cijfers in conc. geeft aantal decimalen: [H3O+] =1,0E-2 pH=2,00

pH berekening Sterk Sterk zuur: 0,10 M HNO3 pH = -log [H3O+] = 1,00 100% gesplitst, HNO3 geeft 1 H+ Sterke base: 0,20 gram calciumoxide in 0,500 liter water bij kamertemperatuur, bereken pH. CaO(s) + H2O(l)  Ca2+(aq) + 2OH-(aq) 0,00357 mol  x 2  0,00713 mol in 0,500 L 0,014 mol in 1,00 L [OH-] = 0,014 M pOH=-log [OH-]=1,85  pH=12,15

Zwak zuur/base berekening HZ (aq) + H2O  Z- (aq) + H3O+ (aq) B 0,10 0 0 ∆ -x +x +x E 0,10-x x x Kz =[Z- ] . [H3O+] [HZ] Kz= x2  x2 + Kzx – 0,10Kz= 0 (0,10 – x)

Uit dit voorbeeld volgt nu: a = 4, b = 2 en c = -1 (vergeet het - teken niet!) Antwoord: x= 0,31

Zwakke base berekening pH van 0,10 M NaNO2-oplossing berekenen NO2- zwakke base, dus met baseconstante berekenen. NO2-(aq) + H2O(l)  HNO2 (aq)+ OH-(aq) B 0,10 0 0 ∆ -x +x +x E 0,10-x x x Kb = [HNO2 ] . [OH-] = 1,8.10-11 [NO2-] x = [OH-] ? x=1,34 x 10-6 pOH= 5,87 dus pH= 14,00 – 5,87= 8,13

Extra pH Bereken de pH van een oplossing van 1,0 · 10-1 M azijnzuur 1,0 · 10-2 M HCN

Antwoorden extra pH 1 CH3COOH(aq) + H2O ↔ CH3COO-(aq) + H3O+(aq) Kz = 1,8 * 10-5 0,10 mol 0 0 -X +X +X 0,10-X X X Kz= [CH3COO-(aq)] * [H3O+(aq)]/ [CH3COOH(aq)] = X2/(0.1-X)  X = 0.0013 pH = 2,88 2 X= 2.470 * 10-6 pH = 5.61

Verloopt de reactie? Sterk zuur met sterke base Loopt 100% af Sterk zuur met zwakke base en Zwak zuur met sterke base Evenwicht ligt zeer sterk rechts (bijna 100%) Zwak zuur met zwakke base Controleer in Binas 49. Staat zuur boven base dan reactie. (Evenwichtsreactie) Staat zuur onder base. Evenwicht sterk links (geen reactie)

Regels voor reactievergelijkingen Noteer alle deeltjes Sorteer zure en basische deeltjes Sterkste zuur en base Verloopt een reactie? Stel de vergelijking op Klopt je vergelijking wbt deeltjes en lading Check of er deeltjes dubbel staan of binding aangaan Ammonia met azijnzuur NH3(aq), H2O, CH3COOH(aq) Zwak zuur met zwakke base dus evenwicht! zuur base H2O CH3COOH NH3 CH3COOH (aq) + NH3 (aq)  CH3COO- (aq) + NH4+ (aq)

Vergelijkingen oefenen Geef de vergelijking tussen Overmaat HCl opl en Na3PO4 (s) NH3 opl en HF opl HIO3 opl en NaOH (s) 3H3O+ + Na3PO4(s)  NaH3PO4 + 3Na+(aq) + 3H2O NH3(aq) + HF (aq)  F-(aq) + NH4+(aq) HlO3+ NaOH (s) Na+(aq) + IO3-(aq) + H2O

Koolzuur evenwicht Koolstofdioxide lost slecht op in water CO2(g) + H2O(l)  H2CO3 (aq) (1) Koolzuur is zwak zuur H2CO3(aq) + H2O(l)  H3O+(aq) + HCO3- (aq) (2) HCO3- (aq) + H2O(l)  H3O+(aq) + CO32- (aq) (3) Stel; We voegen OH- opl toe In (3) neemt H3O+(aq) af. Dus evenwicht naar recht. Minder HCO3- (aq) in (2) betekent ook ev in (2) naar rechts. Dus minder H2CO3 in (1) dus ev naar rechts. Conclusie: pH omhoog  minder [CO2(g)] We voegen H3O+ opl toe; Conclusie: pH omlaag  [CO2(aq)] stijgt

Koolzuur evenwicht

Koolzuur evenwicht Exp 16.2 Maken opgave tot en met 19