Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) Onderzoeksvraag; Hoe groot was de macht van de paus in de Tijd van steden en staten? De tweezwaardenleer; De wereld is verdeeld in twee machtssferen: een geestelijke (de paus als plaatsvervanger van god op aarde was de leider van de christenen) en een wereldlijke (de macht van vorsten over het gewone volk, dit gaat over bestuur en rechtspraak) . De pausen meenden dat zij de hoogste macht hadden (de ziel is belangrijker dan het lichaam) en hierdoor ontstonden conflicten.
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) In de middeleeuwen streefden de pausen naar het hoogste macht en hierdoor ontstonden conflicten. (VOGGP) verschijnsel = macht Het Oosters Schisma De investituurstrijd Conflict
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) Het Oosters Schisma (1054 n. Chr.): (schisma is Grieks voor splitsen/afscheuren) Sinds 395 (verdeling Oost-West Romeinse rijk). Uit Oost-Romeinse rijk ontstond het Byzantijnse rijk. De geestelijk leider van de christenen in het Byzantijnse rijk kwam in conflict met de paus. Na meningsverschillen over de verering van beelden, de juiste gebeden, het kerkelijk recht, de heilige drie-eenheid en de macht van de paus in Rome ‘scheurde’ de christelijk kerk uiteen. Vanaf toen heette de oostelijke christelijke kerk de Grieks-Orthodoxe kerk.
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’)
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) Hoewel het Oosters Schisma nog steeds bestaat zijn er de laatste jaren wel weer toenaderingen tussen de kerk van Rome en de Grieks-Orthodoxen.
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) Onderzoeksvraag; Hoe groot was de macht van de paus in de Tijd van steden en staten? In de middeleeuwen streefden de pausen naar het hoogste gezag en hierdoor ontstonden conflicten. Het oosters Schisma De investituurstrijd (= strijd tussen paus en keizer om het recht de bisschoppen te mogen benoemen). In de praktijk ontving een bisschop bij de ambtsaanvaarding van de Duitse keizer de investituur (bekleding met waardigheid), die bestond uit een mijter, een ring en een kromstaf.
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) Onderzoeksvraag; Hoe groot was de macht van de paus in de Tijd van steden en staten? In het feodale stelsel waren koningen en keizers namelijk zelf bisschoppen gaan benoemen, om die als leenman te kunnen aanstellen. Dat was gunstig omdat bisschoppen geen erfgenamen hebben. (VOGGP) ontwikkeling Pausen die streefden naar het primaat wilde geen bemoeienis van een wereldlijk leider bij de benoeming van bisschoppen. (VOGGP) gedachte Tijdens de regering van de Duitse koning Hendrik IV en paus Gregorius VII liep dit conflict uit de hand. (VOGGP) persoon Conflict
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) Onderzoeksvraag; Hoe groot was de macht van de paus in de Tijd van steden en staten? Hendrik IV bleef bisschoppen benoemen en werd door Gregorius in de kerkelijke ban (uitstoting uit de kerkelijke gemeenschap) gedaan. De leenmannen en onderdanen hoefden hem van de paus niet meer te gehoorzamen. In 1077 vroeg Hendrik IV de paus daarom vergiffenis in Canossa. (VOGGP) gebeurtenis Uitdrukking; ‘Naar Canossa gaan’= 'het hoofd in de schoot leggen, zich onderwerpen, openlijk schuld bekennen'
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) Een paar jaar later in 1084 kwam Hendrik IV met een leger naar Rome en zette paus Gregorius af en liet zich door een door hemzelf benoemde paus tot keizer kronen
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) De investituurstrijd eindigde in 1122 met het concordaat van Worms: In het concordaat werd vastgelegd dat nieuwe bisschoppen vanaf dat moment hun geestelijke gezag direct van de paus ontvingen. Het bleef echter mogelijk om wereldlijke taken, bijvoorbeeld de taak van landsheer, van de koning toegewezen te krijgen. Op deze manier ontstond er een scheiding tussen kerk en staat.
Tijd van steden en staten (1000-1500 n. Chr.) 4.3 De macht van de paus Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. (primaat = ‘wie op de eerste plaats komt’) Vaak worden symbolen gebruikt om te laten zien of iemand wereldlijke of geestelijke macht heeft. 1. Symbolen van wereldlijke macht zijn: de troon, de kroon, de wereldbol of een scepter in de hand van een vorst. 2. Symbolen van geestelijke macht zijn: de kaalgeschoren kruinen, de bisschopsstaf (kromstaf), de mijter