10. 6 Betekenis VAN DE TIJDSTAMMEN
Welke oefening gaan we maken ? even opfrissen... van de verbaalstam vb. komid- maak je: presensstam vb. komiz- aoriststam vb. komis- Welke oefening gaan we maken ?
Maak oef. a p. 21: Klik telkens om de oplossing te krijgen. a. 1. Zeus strafte de mensen, omdat ze hem bedrogen hadden. 2. Vele jaren hadden ze dus geen vuur en zagen ze erg af. 3. Dagelijks vroegen ze de goden om vergiffenis, maar dezen gaven dit niet.
4. Uiteindelijk besloot Prometheus de mensen te helpen. 5. Toen Zeus met de andere onsterfelijken aan het eten was, stal Prometheus een klein beetje vuur. 6. Daarom strafte Zeus hem en de mensen. 7. Dit verhaal maakt duidelijk dat het past voor de mensen de beslissingen van de goden te verdragen.
Maak oef. b p. 21: Klik telkens om de oplossing te krijgen. b. 1. eijcon: imperfectum 2. h/jtou:nto: imperf. 3. ejdeivpnei: imperf. 4. aorist 5. aorist het gebeurt na "hij besliste"
6. b: op dit ene moment helpt hij 7. a: dit is de moraal van het verhaal: de mensen leren dat ze zich best altijd neerleggen bij de wil van de goden LEES de theorie in kader p. 22
ASPECT, geen tijdswaarde de aoriststam: H + A handeling + afloop: eenmalig feit presensstam: HIV handeling in verloop langdurig, herhaald, gewoonte,...
Oef. g 1. Prometheus heeft ooit Zeus zelf bedrogen. ejxhpavthsen aorist: H+A ejx-hpavth-s-e-n verbaalstam + temp. augment prefix
Oef. g 1. Prometheus heeft ooit Zeus zelf bedrogen. ejxhpavthsen aorist: H+A ejx-hpavth-s-e-n n ephelkustikon bindklinker kenletter
2. Zeus nu strafte hem en de mensen zeer wreed. ejtimwrhvsato: aor.: H+A 3. De mensen zaten eerst lange tijd in de put. jhjpovroun: imperf. : HIV
4. Daarna deed Prometheus het volgende. ejpoihvsen: aor.: H+A 5. Hij verborg het vuur en bracht het naar de aarde. ejvkruye + ejkovmisen: aor. : H+A
d) zelfde opgave 1. De Atheners en de Spartanen leerden hun kinderen altijd hun plicht te doen. ej-divdask-o-n: imperf.: HIV
2. De Spartanen bewonderden de dappere kinderen het meest. ej-qauvmaz-o-n: imperf.: HIV
3. Ze bevalen de kinderen van de Spartanen te stelen 3. Ze bevalen de kinderen van de Spartanen te stelen. >>De kinderen van de Sp. kregen gewoonlijk de opdracht te stelen. ej-kevleu-o-n: imperf.: HIV
4. Als iemand tijdens het stelen betrapt werd, straften ze hem op de volgende wijze. = gewoonte ej-timwre-o-n: imperf.: HIV
5. Ze sloten hem op op een eenzame plaats. kata-ej-klei-o-n: imperf.: HIV dus.... effe herhalen:
ASPECT, geen tijdswaarde de aoriststam: H + A handeling + afloop: eenmalig feit presensstam: HIV handeling in verloop langdurig, herhaald, gewoonte,...
GESNOPEN?
GOED ZO!
En dan nu... de infinitief... Lees p. 23 !!
zelfde principe: aspectwaarde infinitief aorist heeft geen augment, dus geen verleden tijdswaarde. Gewoon vertalen als een inf. pres. dus ! inf. pres.: HIV inf. aor.: H+A
bij verba sentiendi + declarandi zeggen menen, vernemen wel relatieve tijdswaarde: inf. presens gelijktijdig met hoofdwerkwoord inf. aorist voortijdig (vroeger) t.o.v. het hoofdwerkwoord
sentiendi en declarandi? huh? sentiendi: oij:da ajkouein aijsqavnesqai nomivzein declarandi levgein favnai
Hz Bz vb. jEnovmizon tou;V polemivouV pavnta paraskeuavzein pro;V to;n povlemon. 1. regerend werkwoord ? jEnovmizon = verl. 2. inf. ? paraskeuavzein = presens = GT 3. Dus: vertalen: gelijktijdig (GT) met verleden hoofdwerkwoord 4. Ze meenden dat de vijand alles aan het klaarmaken was voor de oorlog.
Bz Hz vb. jvEfasan to;n Promhqeva klevyai ojlivgon purovV. 1. regerend werkwoord ? jvEfasan = verleden 2. inf. ? klevyai = aorist = VT 3. Dus: vertalen: voortijdig (VT) t.o.v. verl. hoofdwerkwoord 4. Ze beweerden dat Prometheus een beetje vuur gestolen had.
1. De Grieken meenden dat Prometheus het vuur van de goden ... Oef. e p. 24 1. De Grieken meenden dat Prometheus het vuur van de goden ... gestolen had. ejnovmizon : v. sent.: rel. tijdsw., klevyai: inf. aor.: VT
2. Ze vertelden dat hij Zeus bedrogen had en de mensen geleerd had hetzelfde te doen. ejfasan : v. decl.: rel. tijdsw., ejxapath:sai+ didavxai inf. aor.: VT poiei:n: inf. praes.: GT
3. Zeus beval Hephaistos een zeer mooie vrouw te maken ejkevleuse : v. volendi: dus inf. geen tijdsw., poihsai: inf. aor.: H+A
4. Hij zond deze vrouw naar de aarde. ejpemye : ind. aor.: absol. tijdsw. (door het augment), H+A
5. Zij viel erg in de smaak bij Epimetheus. hjresen : ind. aor.: H+A, absol. tijdsw.: verleden