Les 3: Verkeer TOETS.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Klik hier voor de uitleg van de quiz
Advertisements

Praktisch verkeersexamen
VOORRANG: NIET ZO EENVOUDIG
Doublet deel 1 – de basis.
Verkeerstraining! voor fietsers
De nieuwste uitspraken
Fietsproef Berlaar (2012) Start van de proef..
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
“ff Anders”.  Het thema van dit jaar is “ff Anders” 2.
Route Oost Inventarisatie door Paulette en Theo
Examenroute Zoetermeer
verkeerskrant gemaakt door:
1.Er wordt als groep gereden, dus: Samen uit, samen thuis! 2.Cycletime is een toerfietsvereniging, de tochten zijn geen wedstrijd 3.ledereen houdt zich.
Lopen. de benen de fiets de kar de bel/ bellen/tring.
Veilig Internet Geef antwoord op de vragen en ontdek of jij veilig gebruik maakt van het internet!
Op het trottoir mogen kinderen met een kinderfiets rijden als ze jonger zijn dan: a) 8 jaar b) 9 jaar c) 10 jaar.
Knelpunt 3 : kruispunt E. Blangeoisstraat - Paalstraat.
Te volgen richting : naar Hombeeksesteenweg
Verkeers- stellingenspel
 Deel 1: Introductie / presentatie  DVD  Presentatie enquête  Ervaringen gemeente  Pauze  Deel 2 Discussie in kleinere groepen  Discussies in lokalen.
Fietsroute Verkeersexamen
Praktijk verkeersexamen basisschool St. Aloysius 2014
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
digitale verkeerskrant van Rilland
In het verkeer.
Verkeer Maandag 10 januari 2011.
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe HenkHenk™ Navigatiesysteem. De route wordt berekend…
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
ALLES EN NOG VEEL MEER OVER HET VERKEER !
Route van thuis naar school
De verkeersborden.
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
Fietsexamen 6° leerjaren te Sint-Katelijne-Waver
Klik op ‘start’ om te beginnen.
Praktische verkeersproef
We werken veilig of we werken niet
Copyright © 2005 Borealis A/S Tips Voor Veilig Fietsen.
Toets 1 Examen Reinder Reen.
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Praktijk verkeersexamen basisschool St. Aloysius 2014.
ZijActief Koningslust
Les 1: Verkeer.
22 maart 2015 Zoetermeer 1. terugblik...  de relatie van Christus & de ekklesia wordt ten voorbeeld gesteld aan man & vrouw;  Hoofdschap = voorop gaan,
B 1 voorrang verlenen B 3 verkeersbord dat het verkeersbord B 1 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand.
Het praktisch verkeersexamen start vanaf de Dolderweg in Steenwijk
Het praktisch verkeersexamen start vanaf
FIETSEXAMEN 2015 Vertrek en aankomst in het Vrijbroekpark Te volgen richting : naar Hombeeksesteenweg.
Verkeerssituatie rond onze school
Verkeerssituatie rond onze school Knelpunten volgens ouders en kinderen.
De grote verkeersquiz Hoeveel ken jij over de verkeersborden?
OKRA verkeerdt Test je kennis. De vragen Hier volgen tien verkeersvragen. Er zijn telkens drie antwoordmogelijkheden. Slechts één antwoord is correct.
Fietsexamen Boxbergheide Praktisch fietsexamen: op de openbare weg.
Praktijk verkeersexamen basisschool St. Aloysius 2016.
Het praktisch verkeersexamen start vanaf de Dolderweg in Steenwijk
Te volgen richting : naar Hombeeksesteenweg
Het praktisch verkeersexamen start vanaf
Voorleesverhaal Joep op de stoep.
Verkeersborden.
VERO Fietsroute
Welkom bij onze PowerPoint presentatie
VERTREKPLAATS.
Het grote voetgangersexamen
FIETSEXAMEN OOSTENDE.
Communiceren in het verkeer
Transcript van de presentatie:

Les 3: Verkeer TOETS

Je krijgt 30 vragen. Op de antwoordblad moet je het goede antwoord aankruisen Je mag tijdens de toets niet praten Je mag tijdens de toets geen vragen stellen Als de toets klaar is ga je hem zelf nakijken

Vraag 1 Aan welke verkeersregel moet de voetganger zich hier houden? a. Hij mag doorlopen b. Hij moet stoppen

Vraag 2 Aan welke verkeersregel moet de voetganger zich hier houden? a. Hij mag niet doorlopen, hij moet wachten op groen b. Hij mag deze straat nooit inlopen

Vraag 3 Aan welke verkeersregel moet de voetganger zich hier houden? a. Hij mag doorlopen. Die auto moet maar remmen b. Hij moet eerst de auto voorbij laten gaan

Vraag 4 Wat betekent dit verkeersbord? a. Deze straat mag je niet inlopen b. Voertuigen mogen deze weg in deze richting niet inrijden.

Vraag 5 Wat betekent dit verkeersbord? a. Verboden voor auto’s b. Voertuigen mogen deze weg in geen van beide richting in rijden c. Hier mag je niet voetballen

Vraag 6 Wat betekent dit verkeersbord? a. Hier mag je je fiets niet parkeren b. Fietsers mogen deze weg niet in

Vraag 7 Wat betekent dit verkeersbord? a. Bromfietsers mogen deze weg niet in. b. Hier moet je langzaam rijden met de je brommer

Vraag 8 Wat betekent dit verkeersbord? a. Bromfietsers en fietsers mogen deze weg niet in. b. Verboden parkeren voor brommers en fietsers

Vraag 9 Wat betekent dit verkeersbord? a. Pas op voor verdachte personen b. Voetgangers mogen deze weg niet in. c. Voetgangers moeten hier hun arm uitsteken

Vraag 10 Wat betekent dit verkeersbord? a. Voetpad, alleen bestemd voor moeders met kinderen b. Voetpad, alleen bestemd voor voetgangers. c. Kinderen moeten hier hun moeder een handje geven

Vraag 11 Wat betekent dit verkeersbord? a. Einde voetpad. b. Kinderen mogen hier niet komen c. Hier mag je helemaal niet lopen

Vraag 12 Wat betekent dit verkeersbord? a. Er is een fietsenmaker in de buurt b. Verplicht fietspad, je mag dus niet op de weg c. Verplicht parkeren voor fietsers

Vraag 13 Wat betekent dit verkeersbord? a. Hier moet je fietsen b. Je mag hier fietsen, maar het hoeft niet.

Vraag 14 Wat betekent dit verkeersbord? a. Hier moet je voorrang verlenen aan voetgangers b. Als je dit bord tegenkomt moet je voorrang te verlenen aan al het andere verkeer (van links en/of rechts). c. Hier mag je gewoon zomaar doorrijden.

Vraag 15 Wat betekent dit verkeersbord? a. Verboden in te rijden b. Als je dit bord tegenkomt moet je altijd helemaal stoppen en voorrang te verlenen aan al het andere verkeer (van links en/of rechts).

Vraag 16 Als je deze ‘haaientanden’ op de weg ziet, wat moet je dan doen? a. Heel goed uitkijken en iedereen voorrang geven b. Je krijgt van iedereen voorrang, dus je kan veilig verder rijden

Vraag 17 Mogen de fietsers hier naast elkaar rijden? a. Ja, maar het is wel gevaarlijk omdat de weg zo smal is b. Nee, fietsers mogen nooit naast elkaar rijden

Vraag 18 Joeri rijdt op de fiets op de weg. Elsa loopt op het voetpad. Van rechts komt een grijze auto. Wie heeft voorrang? a. Joeri b. Joeri en Elsa c. De grijze auto

Vraag 19 Sil komt bij het zebrapad. Joeri, Elsa en José willen daar oversteken. Welke zin is waar? a.Sil hoeft niemand voor te laten gaan, want alleen auto's moeten stoppen voor het zebrapad. b.Sil moet de drie voetgangers voor laten gaan. c. Sil moet alleen Joeri en Elsa voor laten gaan.

Vraag 20 Sil en Joeri krijgen te maken met een stilstaande auto. Wat is het goede zinnetje bij deze foto? a. De jongens moeten stoppen en achter de stilstaande auto wachten tot er geen verkeer meer tegemoet komt rijden. b Als de jongens achter elkaar gaan rijden, kunnen ze de stilstaande auto veilig voorbij rijden. Ze hebben dan geen last van het tegemoet-komende verkeer. c De jongens kunnen over de stoep verder rijden. Want daar loopt niemand.

Vraag 21 Elsa krijgt op dit kruispunt te maken met een auto die achteruit de bocht om komt rijden. Moet Elsa stoppen voor de auto? a. Nee, die auto is gewoon fout b. Ja !! Elsa moet stoppen

Vraag 22 Welke voorrangsafspraak geldt hier voor Elsa? a. Elsa moet voorrang geven aan bestuurders van links en rechts. b Elsa moet voorrang krijgen van bestuurders van links en rechts. c Elsa moet voorrang geven aan bestuurders en voetgangers van links en rechts.

Vraag 23 Sil moet oversteken. Hij krijgt te maken met de witte auto. Welk zinnetje is goed? a Er staan blokken op het wegdek. Het is dus een oversteek-plaats voor fietsers. Daarom mag Sil voorgaan. b Sil moet wachten. Als je oversteekt, moet je bestuurders van links en rechts altijd voor laten gaan. c Er staan haaientanden op het fietspad. Daaraan ziet Sil dat hij voorrang moet geven aan de auto.

Vraag 24 Shane wil bij het kruispunt links afslaan.Hij krijgt te maken met een tegemoetkomende auto. Moet Shane de auto voor laten gaan? a. Ja, de auto gaat rechtuit en heeft dus voorrang b. Nee, Shane heeft zijn hand uitgestoken en mag dus voorgaan

Vraag 25 Rennen, denken Bart en Shane, dan kunnen we nog net oversteken. Is dat zo? a Ja, de jongens mogen nu nog oversteken, want het tweede voetgangerslicht is nog groen. b Nee, de jongens mogen nu niet meer oversteken, want het eerste voetgangerslicht is al rood. c De jongens mogen nu alleen nog oversteken als er niemand van links komt rijden.

Vraag 26 Laura loopt met de fiets aan de hand. Loopt zij op de goede plaats? a. Ja, want ze heeft een fiets bij zich b. Nee, want Laura doet bijna altijd alles fout c. Nee, ze moet op het voetpad lopen

Vraag 27 Sil, Paul en Wanda steken hun hand uit. Ze gaan linksaf. Mogen ze hier zo doorrijden? a, Ja, want ze hebben keurig hun hand uitgestoken. b. Nee, want er staat een stopbord. Dan moet je altijd stoppen c. Ja, want de juf links op de foto zegt dat ze door mogen rijden

Vraag 28 Mag je met deze fiets in het donker fietsen? a. Ja, want het is een racefiets, daar heb je geen lamp op nodig b. Ja, maar je moet wel losse lampjes bevestigen. c. Nee, in het donker mag je nooit hard fietsen

Vraag 29 Welk verplicht onderdeel ontbreekt er op het stuur van deze fiets? a. Een boodschappenmandje b. Een fietscomputer c. Een bel

Vraag 30 Wat doen deze twee fietsers verkeerd? a. Ze hebben een helm op b. Ze fietsen naast elkaar waardoor de auto er niet langs kan c. Ze praten met elkaar tijdens het fietsen. Dat is gevaarlijk

Antwoorden a b a c b