Gelijkwaardige formules

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Samenvatting Verbanden.
Advertisements

Cirkels…omtrek en oppervlakte
Gelijkmatige toename en afname
Sterkte van een lens De sterkte van een lens hangt af van de mate waarin het licht gebroken wordt. Als de sterkte van een lens groot is dan breekt het.
vergelijkingen oplossen
Laat deze roos eerst draaien, zoals de klepel van een klok maar dan
Dynamische tijdbalk Een dynamische tijdbalk geeft een uitvergroot deel van de algemene tijdbalk weer. Hij heet dynamisch omdat hij er voor elke periode.
Hoofdstuk 8 Regels Ontdekken Sebnem YAPAR.
Een manier om problemen aan te pakken
Dichtheid Dit hoofdstuk gaat over dichtheid. Dichtheid is een eigenschap van een stof, en is voor iedere stof anders.
Vergroting.
Tangens In een rechthoekige driehoek kun je met tangens werken.
3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
Wie is wanneer het snelst?
Balansmethode.
Op de koffie bij de kabouters
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 9
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 13
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 14
Regels voor het vermenigvuldigen
Lineaire vergelijkingen
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
Vraag 28 Verzamel eerst de gegevens: P = 80 W t = 8,5 minuut = 8,5 x 60 = 470 seconden m = 200 gram water c = 4,2 J/g.°C ∆T = 37 – 7 = 30 °C Maak eventueel.
Kun je complexe problemen oplossen.
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Van meting naar diagram
Antwoorden oefening krachten A1
44 Doosjes (1) Lengte, breedte, hoogte meten Inhoud berekenen
1x5= 2x5= 3x5= 4x5= 5x5= Om te controleren: Ga met je muiswijzer over de som tot het een handje wordt. Klik dan en je ziet het goede antwoord! 6x5= 7x5=
Mechanische druk  .
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Paragraaf 1.5 Volume & inhoud.
Natuurkunde Paragraaf 3.4 & 3.5
Hoofdstuk 6 Grafieken en formules
Lineaire formules Voorbeelden “non”-voorbeelden.
Voorbeeld Bereken de diepte van het water. Aanpak
Opgave 47 a opp beeld = 8 · opp origineel dus k = √8. lengte vergroting = √8 · 15 ≈ 42,4 cm breedte vergroting = √8 · 10 ≈ 28,3 cm b opp beeld = 12 · opp.
Goniometrie Als je deze uitleg stap voor stap volgt, kun je na afloop alle hoeken berekenen van een rechthoekige driehoek. Elke keer als je klaar bent.
Oppervlakte Oppervlakte = op het vlak Dit is 1 cm²
Presentatie vergelijkingen oplossen.
Vergelijkingen oplossen
Omgekeerd evenredig Het inhuren van een band voor een schoolfeest kost € 600. Hoe meer leerlingen er komen, hoe minder je per leerling betaalt. a: aantal.
Verbanden JTC’07.
Cv = F u  F = Cvu  F = Cv(el - bl) u = (el - bl)
Samenvatting De volgende stof hoort bij de volgende theorie:
Oppervlakte en inhoud.
Exponentiele verbanden En wat opdrachten uit het huiswerk.
Oppervlakte Reghoek, vierkant en driehoek. Wat is oppervlakte?  Oppervlakte is die hoeveelheid 2D ruimte wat deur ‘n vorm ingeneem/beset word.  Die.
Bewegen Vaardigheid: Hoe je een probleem oplost. Wat GFIBAC betekend. © Ing W.T.N.G. Tomassen.
Blok 1A Quiz week 1. 1 Welk getal hoort tussen 101 – 200? AB CD Waar horen de andere getallen?
Les 3 omtrek oppervlakte inhoud
8.4 Oppervlakte bij vergroten Van vergrotingsfactor naar oppervlakte
Exponentiele verbanden
Grafiek van lineaire formule
Bereken de inhoud van de kubus en balk
Les 5 Vermenigvuldigen en delen
2.1 Oplossen met grafieken Snijpunt grafieken
2.4 Uitgebreide balansmethode Vergelijkingen oplossen VMBO-GT
Grafiek van lineaire formule
E 2, ….
G9 2 Formules omvormen is vergelijkingen oplossen M A R T X I
Meten en meetkunde les 3: omtrek, oppervlakte en inhoud
2 vmbo-t/havo Samenvatting Hoofdstuk 1 (vmbo-T)
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 17 Breuken basis. Hoofdstuk 17 Breuken basis.
Rekenen periode 4: Verbanden
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
Kwadrateren ..is een getal vermenigvuldigen met zichzelf. Dus ⨯ zichzelf. Je kunt en mag ook zeggen: een getal tot de tweede macht. Of : tot de macht.
Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen. Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen.
Transcript van de presentatie:

Gelijkwaardige formules De formule prijs = 15 + 2 × aantal komt op hetzelfde neer als de formule aantal = Dat controleer je zo: Neem bijvoorbeeld aantal = 5 en bereken de prijs. Je krijgt prijs = 15 + 2 × 5 = 25. Neem prijs = 25 in de andere formule. Je krijgt aantal = = 5. Bij beide formules hoort bij aantal = 5 de prijs = 25. Controleer dat met nog een getallenpaar. Klopt het weer? Dan horen de formules bij hetzelfde verband. We noemen de formules gelijkwaardige formules. prijs – 15 2 25 – 15 2

Voorbeeld breedte stof = 1,5 × lengte rail + 20 lengte rail = Zijn de formules gelijkwaardig? Aanpak Kies een getal voor lengte rail en vul dat in de eerste formule in. Vul de uitkomst in de tweede formule in op de plaats van breedte stof. Om het zeker te weten vul je nog een keer een ander getal in. Klopt het weer dan zijn de formules gelijkwaardig. Uitwerking lengte rail 200 cm  breedte stof = 1,5 × 200 + 20 = 320 cm breedte stof 320 cm  lengte rail = = 200 cm Het klopt. breedte stof – 20 1,5 320 – 20 1,5

Voorbeeld breedte stof = 1,5 × lengte rail + 20 lengte rail = Zijn de formules gelijkwaardig? Aanpak Kies een getal voor lengte rail en vul dat in de eerste formule in. Vul de uitkomst in de tweede formule in op de plaats van breedte stof. Om het zeker te weten vul je nog een keer een ander getal in. Klopt het weer dan zijn de formules gelijkwaardig. Uitwerking lengte rail 300 cm  breedte stof = 1,5 × 300 + 20 = 470 cm breedte stof 470 cm  lengte rail = = 300 cm Het klopt twee keer, de formules zijn gelijkwaardig. prijs – 15 2 470 – 20 1,5