Optimale voeding en conditieverbetering bij longziekten Juni 2013
Vraag aan u Heeft u wel eens met uw arts gesproken over voeding? Wie is er wel eens bij een diëtist geweest? Heeft u zelf ooit eens iets opgezocht op internet over voeding? Wie vindt dat er wel een paar kilo’s af mogen? Wie zou willen aankomen ? Wie heeft er wel eens drinkvoeding gebruikt?
Wat is goede voeding? Aanbevolen hoeveelheden Mannen 51-70 jaar 71 jaar e.o. Groente 4 opscheplepels 3 opscheplepels Fruit 2 stuks Brood 6 sneetjes 5 sneetjes Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten 4 aardappelen/ opscheplepels 3 - 4 aardappelen/ opscheplepels Melk(producten) 500 ml 650 ml Kaas 1 ½ plak 1 plak Vlees(waren), vis,kip, eieren, vleesvervangers 100 - 125 g Margarine met maximaal 40% vet 5 g/sneetje Bak-, braad- en frituurproducten, olie 15 g of 1 eetlepel Dranken (inclusief melk) 1 ½ -2 liter Dit zijn de gemiddeld aanbevolen hoeveelheden basisvoedingsmiddelen voor gezonde volwassenen mannen. De aanbevolen hoeveelheden geven aan hoeveel een man gemiddeld per dag nodig heeft om voldoende eiwitten, vitamines en mineralen binnen te krijgen. Dit geldt voor patiënten met COPD of Astma of een combinatie. De meeste COPD pt zijn ouder dan 50 jaar. Voor jongere patiënten wordt o.a. meer brood geadviseerd. Vrouwen in deze leeftijd adviseert het Voedingscentrum dezelfde hoeveelheden voor groenten, fruit, kaas, vlees, bereidingsvetten en dranken. Voor de andere categorieën (brood, aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten, melk en margarine) wordt voor vrouwen iets minder geadviseerd. De 5 regels Van de Schijf van Vijf Eet gevarieerd Eet niet teveel en beweeg Eet minder verzadigd vet Eet veel groente, fruit en brood Eet veilig Meer info: http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijf-van-vijf/schijf.aspx Eventueel interactie met publiek: Hoe zijn uw ervaringen? Neemt u deze hoeveelheden zelf? Denkt u dat degene om u heen en deze leeftijd hebben (bijv COPD-patiënten) dit innemen? Deze aanbevolen hoeveelheden leveren ongeveer 1900 kcal. Er is ruimte voor tussendoortjes om aan de totale energie behoefte te voldoen. (Gemiddeld heeft een gezonde persoon van 50 jaar en 75 kg bij geringe activiteit 2150 kcal per dag) Voor COPD geldt: Een ondervoede COPD-patiënt heeft naast de normale aanbevelingen een verhoogde behoefte aan voedingsstoffen. Bron: Voedingscentrum Richtlijnen Voedselkeuze, 2013
Bescherming van de longen door: 1 à 2 keer per week (vette) vis 2 stuks (200 gram) fruit per dag 200 gram groente per dag
Goede voedingstoestand Lichaam beschikt over voldoende energie, eiwitten, vitamines en mineralen Goed gewicht (Body Mass Index ofwel BMI) Voorwaarde voor gezondheid Juist bij ziekte (COPD) is goede voedingstoestand voorwaarde voor goede conditie Het lichaam is in een goede voedingstoestand als het elk moment over voldoende energie, eiwitten, vitamines en mineralen kan beschikken. Bij een goede voedingstoestand heeft een persoon een goed gewicht. Niet te veel en niet te weinig. Daarnaast is er een goede balans tussen inname en gebruik BMI staat voor Body Mass Index. De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De BMI geeft een schatting van het gezondheidsrisico van het lichaamsgewicht. Overgewicht betekent dat je meer weegt voor je lengte dan goed is voor je gezondheid. Er zijn 2 soorten overgewicht: matig overgewicht (BMI tussen 25 en 30) en ernstig overgewicht of obesitas (BMI boven de 30). Mensen met overgewicht en obesitas hebben meer kans op ernstige ziekten zoals suikerziekte, hoge bloeddruk, galstenen, hart- en vaatziekten, rug- en gewrichtsklachten en bepaalde soorten kanker. Je kunt bepalen of je overgewicht hebt door je Body Mass Index (BMI) en je middelomtrek te bepalen. Bron: http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-gewicht/Overgewicht.aspx Een goede voedingstoestand is een voorwaarde om gezond te blijven. Bij ziekte (kanker) is een goede voedingstoestand een voorwaarde om zo goed mogelijk in conditie te blijven. Een goede voedingstoestand kan worden bereikt als de voeding elke dag voldoende noodzakelijke voedingstoffen bevat Deze presentatie richt zich op ondervoeding bij COPD Aangezien dit vaker voorkomt dan gedacht, een negatieve invloed heeft op de gezondheid en kwaliteit van leven en goed te behandelen valt verdient het extra aandacht.
Overgewicht, meten en behandeling Overgewicht: Verhoogd risico op ernstige ziekten Bereken Body Mass Index (BMI) = gewicht (kg) / lengte (m)2 BMI tussen 25 en 30 : matig overgewicht BMI boven de 30: ernstig overgewicht of obesitas Middelomtrek Behandeling: Energie beperkte voeding en beweging Mensen met overgewicht en obesitas hebben meer kans op ernstige ziekten zoals suikerziekte, hoge bloeddruk, galstenen, hart- en vaatziekten, rug- en gewrichtsklachten en bepaalde soorten kanker. Er zijn 2 soorten overgewicht: matig overgewicht (BMI tussen 25 en 30) en ernstig overgewicht of obesitas (BMI boven de 30). Je kunt bepalen of je overgewicht hebt door je Body Mass Index (BMI) gewicht (kg) / lengte (m)2en je middelomtrek te bepalen. Bron: http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-gewicht/Overgewicht.aspx BMI: Lichaamsgewicht beoordelen ahv BMI = gewicht (kg) / lengte (m)2, de (hoeveelheid gewicht in kg per vierkante meter lichaamsoppervlakte. BMI is hetzelfde als “Quetelet Index”) Hoe meet je je middelomtrek? 1. Pak een meetlint. 2. Meet op het smalste deel van je middel. Dus tussen de bovenkant van je bekken en de onderkant van je onderste rib. Onderstaande indeling geldt voor volwassenen van 18 tot ongeveer 60 jaar. Is de middelomtrek bij mannen kleiner dan 79 cm, dan is sprake van ondergewicht. Bij vrouwen is dat het geval bij een middelomtrek kleiner dan 68 cm. Deze waarden corresponderen met een BMI van <18,5.
Bereiken van gezond gewicht Aanleren van gezond eetpatroon in plaats van lijnen (langzaam afvallen) Goede motivatie is onmisbaar Lichaamsbeweging / trainen (behoud spiermassa) Drie hoofdmaaltijden, sla geen maaltijden over Zuinig met vet, toegevoegde suikers en alcohol Dranken zonder suiker
Criteria ondervoeding bij COPD Laag lichaamsgewicht BMI ≤ 21 21< BMI ≤ 25 in combinatie met: Gewichtsverlies ≥ 5% binnen 1 maand of ≥ 10% binnen 6 maanden Lage vetvrije massa-index mannen ≤ 16 vrouwen ≤ 15 Wanneer spreek je van ondervoeding? 3 gemakkelijk meetbare criteria. Laag lichaamsgewicht: Lichaamsgewicht beoordelen ahv BMI = gewicht (kg) / lengte (m)2, de (hoeveelheid gewicht in kg per vierkante meter lichaamsoppervlakte. BMI is hetzelfde als “Quetelet Index”) Over het algemeen ligt het afkappunt voor BMI op ≤ 19 Een COPD-patiënt is dus ‘’eerder’’ ondervoed dan een niet COPD-patiënt. Ongewenst gewichtsverlies, te hoog als het ≥ 5% binnen 1 maand of ≥10% binnen 6 maanden. Vergeet hierbij niet het ongewenste gewichtsverlies bij COPD-patiënten met een normale BMI (dit is niet met de klinische blik te constateren) Lage vetvrije massa-index Vetvrije massa = alles wat niet vetmassa is. Vetvrije massa bestaat voor het belangrijkste deel uit spiermassa. Dit wordt gemeten met de bio-impedantie meting, zie afbeelding. Hierover later meer. Door de vetvrije massa te bepalen en volgen krijg je inzicht in de spiermassa. Een tekort aan vetvrije massa is bij patiënten met COPD gedefinieerd als een vetvrije massa-index (VVMI) van < 16 kg/m2 bij mannen en bij vrouwen < 15 kg/m2. Er is dus sprake van ondervoeding bij één van de drie criteria. Screenen op ondervoeding is van essentieel belang NVALT Richtlijn Voeding en COPD, 2001
Welke patiënt is ondervoed? Wie voor A? B? C? B duidelijk te mager, A lijkt goed gewicht. C beweegt, heel goed. Maar voeding niet zichtbaar. Lijkt goed maar kan gewicht hebben verloren of tekort aan spiermassa. Nader onderzoek nodig. A B C
Criteria ondervoeding bij COPD Laag lichaamsgewicht BMI ≤ 21 21< BMI ≤ 25 in combinatie met: Gewichtsverlies ≥ 5% binnen 1 maand of ≥ 10% binnen 6 maanden Lage vetvrije massa-index mannen ≤ 16 vrouwen ≤15 Wanneer spreek je van ondervoeding? 3 gemakkelijk meetbare criteria. Laag lichaamsgewicht: Lichaamsgewicht beoordelen ahv BMI = gewicht (kg) / lengte (m)2, de (hoeveelheid gewicht in kg per vierkante meter lichaamsoppervlakte. BMI is hetzelfde als “Quetelet Index”) Over het algemeen ligt het afkappunt voor BMI op ≤ 19 Een COPD-patiënt is dus ‘’eerder’’ ondervoed dan een niet COPD-patiënt. Ongewenst gewichtsverlies, te hoog als het ≥ 5% binnen 1 maand of ≥10% binnen 6 maanden. Vergeet hierbij niet het ongewenste gewichtsverlies bij COPD-patiënten met een normale BMI (dit is niet met de klinische blik te constateren) Lage vetvrije massa-index Vetvrije massa = alles wat niet vetmassa is. Vetvrije massa bestaat voor het belangrijkste deel uit spiermassa. Dit wordt gemeten met de bio-impedantie meting, zie afbeelding. Hierover later meer. Door de vetvrije massa te bepalen en volgen krijg je inzicht in de spiermassa. Een tekort aan vetvrije massa is bij patiënten met COPD gedefinieerd als een vetvrije massa-index (VVMI) van < 16 kg/m2 bij mannen en bij vrouwen < 15 kg/m2. Er is dus sprake van ondervoeding bij één van de drie criteria. Screenen op ondervoeding is van essentieel belang NVALT Richtlijn Voeding en COPD, 2001
Waar staat BMI voor? Beter Meten Indicatie Best Medicine Institute Body Mass Index BMI = Body Mass Index = gewicht (kg) / lengte (m)2 De hoeveelheid gewicht in kg per vierkante meter lichaamsoppervlakte
COPD BMI schijf Formule voor het berekenen van BMI kg/m2 BMI = gewicht (kg) delen door lengte (m) x lengte (m) Of handig met de BMI schijf. Buitenste cirkel is gewicht, binnenste (witte) cirkel is lengte. Kleur accentueert de uitkomst. Bij het tonen van deze sheet, wordt aangeraden de BMI schijf mee te hebben gebracht om aan het publiek te demonstreren. Voor gezonde personen geldt BMI van 18,5. Voor COPD patiënten is 21 het afkappunt.
Criteria ondervoeding bij COPD Laag lichaamsgewicht BMI ≤ 21 21< BMI ≤ 25 in combinatie met: Gewichtsverlies ≥ 5% binnen 1 maand of ≥ 10% binnen 6 maanden Lage vetvrije massa-index mannen ≤ 16 vrouwen ≤ 15 U; Verplicht Wanneer spreek je van ondervoeding? 3 gemakkelijk meetbare criteria. Laag lichaamsgewicht: Lichaamsgewicht beoordelen ahv BMI = gewicht (kg) / lengte (m)2, de (hoeveelheid gewicht in kg per vierkante meter lichaamsoppervlakte. BMI is hetzelfde als “Quetelet Index”) Over het algemeen ligt het afkappunt voor BMI op ≤ 19 Een COPD-patiënt is dus ‘’eerder’’ ondervoed dan een niet COPD-patiënt. Ongewenst gewichtsverlies, te hoog als het ≥ 5% binnen 1 maand of ≥10% binnen 6 maanden. Vergeet hierbij niet het ongewenste gewichtsverlies bij COPD-patiënten met een normale BMI (dit is niet met de klinische blik te constateren) Lage vetvrije massa-index Vetvrije massa = alles wat niet vetmassa is. Vetvrije massa bestaat voor het belangrijkste deel uit spiermassa. Dit wordt gemeten met de bio-impedantie meting, zie afbeelding. Hierover later meer. Door de vetvrije massa te bepalen en volgen krijg je inzicht in de spiermassa. Een tekort aan vetvrije massa is bij patiënten met COPD gedefinieerd als een vetvrije massa-index (VVMI) van < 16 kg/m2 bij mannen en bij vrouwen < 15 kg/m2. Er is dus sprake van ondervoeding bij één van de drie criteria. Screenen op ondervoeding is van essentieel belang NVALT Richtlijn Voeding en COPD, 2001
Is drie kilo ongewild afvallen in 1 maand verontrustend? Ja, Het is verontrustend als iemand ongewild 5% (± 3 kg) in 1 maand afvalt of 10% (± 6 kg) in 6 maanden afvalt Interactiemoment Een belangrijk en makkelijk meetbaar criterium voor ondervoeding is ongewenst gewichtsverlies. Voor een gemiddeld persoon komt 5% overeen met ongeveer 3 kg. Voor een licht persoon is 3 kg in verhouding ernstiger dan voor een zwaarder persoon. Toelichting waarom gewichtsverlies verontrustend is: Een verminderde voedingstoestand bij patienten met matig, ernstig en zeer ernstig COPD is negatief geassicieerd met kwaliteit van leven, algemeen functioneren en geeft een verhoogd risico op heropname voor COPD. Bij ernstig COPD is er een statistisch significant licht verhoogde kans op sterte. Bij personen met minder ernstig COPD is deze relatie niet aangetoond. Verlies van gewicht (>3 eenheden BMI) is geassocieerd met een verhoogde kans op overlijden bij zowel personen met als zonder COPD. Shoup R, Dalsky G, Warner S, Davies M, Connors M, Khan M et al. Body composition and health-related quality of life in patients with obstructive airways disease. European Respiratory Journal 1997; 10:1575-80. Mostert R, Goris A, Weling-Scheepers C, Wouters EFM, Schols AMWJ. Tissue depletion and health related quality of life in patients with chronic obstructive pulmonary disease. Respiratory Medicine 2000; 94: 859-67. Nishimura Y, Tsutsumi M, Nakata H, Tsunenari T, Maeda H, Yokoyama M. Relationship between respiratory muscle strength and lean body mass in men with COPD. Chest 1995; 107: 1232-6. Engelen MP, Schols AMWJ, Baken WC, Wesseling GJ, Wouters EFM. Nutritional depletion in relation to respiratory and peripheral skeletal muscle function in out-patients with COPD. European Respiratory Journal 1994; 7: 1793-7. Hamilton AL, Killian KJ, Summers E, Jones NL. Muscle strength, symptom intensity, and exercise capacity in patients with cardiorespiratory disorders. American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine 1995; 152: 2021-31. Gosselink R, Troosters T, Decramer M. Peripheral muscle weakness contributes to exercise limitation in COPD. American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine 1996; 153: 976-80. Palange P, Forte S, Feli A, Galassetti P, Serra P, Carlone S. Nutritional state and exercise tolerance in patients with COPD. Chest 1995; 107: 1206-12. Pouw EM, Velde GP ten, Croonen BH, Kester AD, Schols AMWJ, Wouters EFM. Early non elective readmission for chronic obstructive pulmonary disease is associated with weight loss. Clinical Nutrition 2000; 19: 95-9. Gray Donald K, Gibbons L, Shapiro SH, Macklem PT, Martin JG. Nutritional status and mortality in chronic obstructive pulmonary disease. American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine 1996; 153: 961-6. Landbo C, Prescott E, Lange P, Vestbo J, Almdal TP. Prognostic value of nutritional status in chronic obstructive pulmonary disease. American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine 1999; 160: 1856-61. Prescott E, Almdal T, Mikkelsen KL, Tofteng CL, Vestbo J, Lange P. Prognostic value of weight change in chronic obstructive pulmonary disease: results from the Copenhagen City Heart Study. European Respiratory Journal 2002; 20: 539-44. Vandenbergh E, Woestijne KP vd, Gyselen A. Weight changes in the terminal stages of chronic obstructive pulmonary disease. American Review Of Respiratory Disease 1967; 95: 556-66. Wilson DO, Rogers RM, Sanders MH, Pennock BE, Reilly JJ. Nutritional intervention in malnourished patients with emphysema. American Review Of Respiratory Disease 1986; 134: 672-7. Schols AMWJ, Slangen J, Volovics L, Wouters EFM. Weight loss is a reversible factor in the prognosis of chronic obstructive pulmonary disease. American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine 1998; 157:1791-7.
Criteria ondervoeding bij COPD Laag lichaamsgewicht BMI ≤ 21 21< BMI ≤ 25 in combinatie met: Gewichtsverlies ≥ 5% binnen 1 maand of ≥ 10% binnen 6 maanden Lage vetvrije massa-index (ofwel spiermassa) mannen ≤ 16 vrouwen ≤ 15 Wanneer spreek je van ondervoeding? 3 gemakkelijk meetbare criteria. Laag lichaamsgewicht: Lichaamsgewicht beoordelen ahv BMI = gewicht (kg) / lengte (m)2, de (hoeveelheid gewicht in kg per vierkante meter lichaamsoppervlakte. BMI is hetzelfde als “Quetelet Index”) Over het algemeen ligt het afkappunt voor BMI op ≤ 19 Een COPD-patiënt is dus ‘’eerder’’ ondervoed dan een niet COPD-patiënt. Ongewenst gewichtsverlies, te hoog als het ≥ 5% binnen 1 maand of ≥10% binnen 6 maanden. Vergeet hierbij niet het ongewenste gewichtsverlies bij COPD-patiënten met een normale BMI (dit is niet met de klinische blik te constateren) Lage vetvrije massa-index Vetvrije massa = alles wat niet vetmassa is. Vetvrije massa bestaat voor het belangrijkste deel uit spiermassa. Dit wordt gemeten met de bio-impedantie meting, zie afbeelding. Door de vetvrije massa te bepalen en volgen krijg je inzicht in de spiermassa. Een tekort aan vetvrije massa is bij patiënten met COPD gedefinieerd als een vetvrije massa-index (VVMI) van < 16 kg/m2 bij mannen en bij vrouwen < 15 kg/m2. Er is dus sprake van ondervoeding bij één van de drie criteria. Screenen op ondervoeding is van essentieel belang NVALT Richtlijn Voeding en COPD, 2001
Bepalen van spiermassa met bio-impedantie meter Lichaam bestaat uit vetmassa en vetvrije massa Vetvrije massa = met name spiermassa Hoeveelheid spiermassa inschatten mbv bio-impedantie meter Weerstand in lichaam basis voor berekening Doel Bio-elektriche impedantie meting Bepalen van vetvrije massa Vestbo 2006 heeft een verband gelegd tussen de VVM-i en mortabliteit. Het onderzoek benadrukt dat een laag lichaamsgewicht door een afname van de vetvrije massa, een voorspellende factor is voor de prognose van COPD. In dit onderzoek zijn gegevens gebruikt van 1898 patiënten met COPD, waarbij de VVM werd gemeten met de bio-impedantiemeter. De patiënten werden 7 jaar gevolgd in het onderzoek om de BMI, VVM-i en mortaliteit te onderzoeken. Vestbo J., Prescott E., Almdal T., Dahl M., Nordestgaard B.G., Andersen T., Sørensen T.I.A., Lange P. Body Mass, Fat-Free Body Mass, and Prognosis in Patients with Chronic Obstructive Pulmonary Disease from a Random Population Sample; Findings from the Copenhagen City Heart Study. (2006) American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine vol. 173 pp. 79-83
Lichamelijke effecten: - Spierkracht ↓ - Uithoudingsvermogen ↓ - Kortademig↑ - Algehele fitheid↓ Sociale effecten: - Sociale contacten - Angst en depressie - Neg impact op Kwaliteit van leven Psychische effecten: - Vertrouwen in verandering lichaam - Omgaan met pijn en stress - Impact op kwaliteit van leven
Voedingstherapie en training bij ondervoede COPD patiënten Voordelen: Gewicht Spiermassa en -kracht Inspanningstolerantie Kwaliteit van leven (Her)opnames Voedingstherapie met medische voeding (Respifor) (voor COPD-patiënten die in aanmerking komen voor voedingstherapie) is als onderdeel van een multidisciplinaire COPD-behandeling bewezen effectief, ook bij matige COPD patiënten (GOLD 2) Gunstige resultaten van voedingstherapie in combinatie met training: Toename van gewicht (Broekhuizen 2005) en spiermassa (Broekhuizen 2005, Wetering 2009) meer spierkracht (Van Wetering 2010) beter uithoudingsvermogen (Steiner 2004) en stabiele inspanningscapaciteit (Van Wetering 2010) Significante toename ademhalingsspierkracht (Schols 1995). Verbeterde kwaliteit van leven (Wetering 2009, Creutzberg 2000). Hogere BMI verkleint kans op ongeplande heropname (Pouw 2000). minder ziekenhuisopnames (Wetering 2010) Voordelen van het gebruik Respifor voor de patiënt en behandelaar: Goede en snelle resultaten van behandeling Gunstig verloop ziektebeeld Minder intensieve en complexe zorg Kwaliteit van de zorg - Belang van prestatie indicatoren (zoals preventie en behandelingsprotocol op instellingsniveau of risico en handelingen overleg op afdelingsniveau) Prestatie indicatoren zijn meetbare aspecten van de zorg die de kwaliteit, de veiligheid en de doelmatigheid van de zorg inzichtelijk maken. Bron afbeelding: http://www.atriummc.nl/Prestatie-indicatoren.4070.0.html Mogelijk kent het publiek zelf ook andere voordelen. Broekhuizen R. Br. J. Nutr. 2005; 93: 965-971. Creutzberg E.C. 2000; Anabolic management in patients with COPD. Proefschrift. Universiteit van Maastricht. Pouw E.M. 2000; Clin. Nutr. 19: 95-99. Steiner MC. Thorax. 2003; 58: 745-751. Wetering van, 2009; Thorax 65(1): 7-13. Wetering CR van. JAMDA 2010; 11: 179-187.
Extra energiebehoefte bij ondervoeding 600 kcal Dieetvoeding voor medisch gebruik of Een ondervoede COPD-patiënt heeft meer calorieën nodig omdat o.a. het ademhalen, bewegen en de chronische ontsteking in het lichaam meer energie kosten. Daarom heeft een ondervoede COPD-patiënt gemiddeld nog eens extra 600 kilocalorieën nodig naast de gewone voeding om afvallen te voorkomen. Een voorbeeld 600 kilocalorieën in gewone voedingsmiddelen. In de praktijk blijkt deze extra energiebehoefte moeilijk haalbaar te zijn: het kost in het algemeen al veel moeite om de normale dagelijkse hoeveelheid voedingsstoffen binnen te krijgen (zie vorige pagina). Dit heeft te maken met eerder genoemde zaken als kortademigheid en een verminderde eetlust (vol gevoel).
Waarom Medische Voeding: specifiek voor COPD Hoge koolhydraten/ lage vet verhouding lichtverteerbaar Hoog eiwit – t.b.v. spierbehoud en spieropbouw in combinatie met training Klein volume – 125 ml Geen verhoogd gevoel van kortademigheid
Aanbevolen dosering Volg advies van arts of diëtist. Bijv. 3x per dag 1 flesje Gedurende minimaal 12 weken Aanvullend op de normale voeding E2, verplicht Aanbevolen dosering
Wanneer aan de bel trekken? Bij te hoog lichaamsgewicht Bij te laag lichaamsgewicht Bij afvallen Bij vermoeden of vragen Evt. verwijzing naar diëtist voor individueel voedingsadvies Aan de bel trekken bij arts of diëtist
Klopt het dat ik slijmvorming van melkproducten krijg? Nee, sommige voedingsmiddelen geven een plakkerig gevoel in uw mond. Dit slijm is niet hetzelfde slijm als wordt geproduceerd door de luchtwegen. U kunt het volgende doen aan deze slijmvorming: • Spoel uw mond na het eten of neem onder het eten geregeld een slokje (bij voorkeur iets ‘zuurs’ zoals sinaasappelsap of citroenthee). • Geef de voorkeur aan zure melkproducten: karnemelk, yoghurt, zure room. Let op dat u de melkproducten niet weglaat uit uw dagelijkse voeding
Voeding en training geeft beste resultaat Bewegen nodig voor opbouw spiermassa en conditie.
Verbetering spierkracht na 4 maanden voeding en training Significante verbetering in spierkracht Uitkomst (allen significant behalve ns= niet sign.) verschil tussen INTERCOM en Standaard zorg na 4 maanden verschil tussen INTERCOM en Standaard zorg na 24 maanden VVMi (kg/m2) vetvrije masa index 0,9 ns BMI (kg/m2) body mass index 1,0 Pi max (kPa) maximum inspiratoire monddruk 1,4 1,7 QAP (Watt) quadriceps (bovenbeen)gemiddelde kracht 13,1 19 (6MWD 27m), 6 minuten loopafstand 27,2 57 CET (seconden) Cycle Endurance Time/ fiets uithoudingsvermogentijd 525 485 Wmax (Watt). piek inspanningscapaciteit maximale inspanningscapaciteit uitgedrukt in vermogen (Watt) 12 INTERCOM resultaat op spierkracht 39 patiënten in de totale studiegroep van 199 waren ondervoed volgens de bekende criteria Laag lichaamsgewicht BMI < 21 21< BMI ≤25 in combinatie met: Gewichtsverlies > 5% binnen 1 maand of > 10% binnen 6 maanden Lage vetvrije massa-index mannen < 16 vrouwen < 15 Voor het gemak zijn de patiënten die ondervoed waren ‘spierdepleet’ genoemd. Deze zijn nader onderzocht. 23 patiënten van deze 39 ondervoede patiënten zaten in de INTERCOM groep en 16 patiënten in de standaard groep. De ondervoede patiënten in de INTERCOM groep kregen dieetinterventie met Respifor (3 flesjes per dag, 4 maanden lang). De ondervoede patiënten in de standaard groep kregen van de longarts het advies om meer te eten. Bovenste lijn (donkerblauw) = ondervoed + Respifor (INTERCOM behandeling) Onderste lijn (lichtblauw) = ondervoed + standaard zorg Dit plaatje toont het effect van voeding, in combinatie met training en leefstijladviezen op de bovenbeenspierkracht.(Quadriceps 19 Watt) X-as: Tijdsduur 4 maanden intensieve behandeling en tot 2 jaar onderhoudstherapie Y-as: Bovenbeenspierkracht Patienten die geen multidischiplinaire behandeling krijgen gaan na 4 maanden en na totaal 2 jaar achteruit. Met de INTERCOM aanpak is er significante verbetering (p= 0,005). Bron: Wetering van, C. R., M. Hoogendoorn, et al. (2009). "Short- and long-term efficacy of a community-based COPD management programme in less advanced COPD: a randomised controlled trial." Thorax 65(1): 7-13. Wetering C. van., H. M., Broekhuizen R., Geraerts-Keeris G., De Munck E.R.A.J., Rutten-van Molken M., Schols A.M.W.J. (2009). "Efficacy and cost of nutritional rehabilitation in patients with COPD in a community-ased setting." JAMDA 11: 179-187. van Wetering et al. 2009
Materialen BMI schijf specifiek voor COPD Placemat met instructie voor inname en oefeningen Patiënten brochure Respifor met info over voeding en enkele oefeningen Materialen aan te vragen via Nutricia Of Longfonds.
Placemat (voorzijde) RM uitleggen wat erop staat Respifor optimaal resultaat bij combinatie met training.
Respifor Placemat (achterzijde) RM uitleggen wat erop staat en dat deze in de PEP box zitten. Oefeningen door in COPD gespecialiseerde fysio therapeut ontwikkeld om door COP Pt zelf thuis uit te voeren.
Vragen? Dank voor uw aandacht! Vragen? Wat neemt u mee uit deze lezing? Stel iedereen deze 3 vragen, kost even tijd maar je weet wel wat er is geland en wat je hebt bereikt. Dank voor uw aandacht!
Belangrijke telefoonnummers/sites Nutricia Medische Voedingsservice : 0800-022 33 22 www.nutriciamedischevoeding.nl www.voedingscentrum.nl http://copd.startpagina.nl/ Longfonds Advieslijn: 0900 227 25 96 www.longfonds.nl www.malnucare.nl Nutricia Medische Voedingsservice Voor meer informatie of een persoonlijk advies kunt u contact opnemen met de Nutricia Medische Voedingsservice op telefoonnummer 0800-022 33 22 (gratis) of via www.nutriciamedischevoeding.nl 0900 227 25 96