Steden monniken, ridders, steden & staten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

Afbeelding: Vorstendom (Rijnland-Palts)
Samenleving en cultuur
Ontstaan van steden.
Beelden storm.
Middeleeuwse steden H5 par. 5.3.
Karel en grote problemen
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Een nieuwe tijd begint (ongeveer van ).
Tijdvak: Steden en Staten
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Klik telkens met de linkermuisknop om verder te gaan.
Anne-Frank.
Burgers regelen het zelf
Joods-christelijk wereldbeeld
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
4.1 De Pruikentijd.
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
De opkomst van het christendom
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Les 5 - Groei van de Steden
Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel
Les 6 – De Bevolking.
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 1 - Groei van de Steden.
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 15 - Groei van de Steden.
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Macht van de steden.
Hoofdstuk 2.
Europa wordt christelijk
6.2 Zelfstandige burgers.
De opkomst van de middeleeuwse stad
Machtige heren, halfvrije boeren
DE MIDDELEEUWSE STAD.
Jezus, Mohammed, Mozes en Boeddha
Republiek versus Frankrijk
Absolutisme vs Regenten
Goed voorbereid naar de Pabo!
Middeleeuwen De antwoorden in deze powerpoint komen van (naam en klas invullen a.u.b.)
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Hoofdstuk 3.
De late middeleeuwen, 900 – 1600.
Baas boven baas.
Een Christelijke samenleving
Joods-christelijk wereldbeeld
Wat is een Hanze?.
Paragraaf 2 Er komen weer steden.
DE IJVERIGE GROEP Mohamed, Mohamed, Haydar, Rashmita en Nisrine.
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Leven in een middeleeuwse stad
Les 3 De keizer en andere goden Gemaakt door: Nikki, Chanell, Cas, Tim en Roan.
H4.1 Steden komen tot bloei
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Thema 1 Geschiedenis als theater
OPKOMST VAN HET CHRISTENDOM
Onze geschiedenis.
Hoofdstuk 3: De Grieken Klas 1 KGT Lesweek 6
Joods-christelijk wereldbeeld
Rampen in de Middeleeuwen
Steden en kruistochten
Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 30 - Groei van de Steden.
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
§2.2 Werken en leven in het Romeinse rijk
Transcript van de presentatie:

Steden monniken, ridders, steden & staten Einde van de Middeleeuwen (500 – 1500) Steden monniken, ridders, steden & staten

De middeleeuwse steden Boek van de Tijd standen vrije onvrije lijfeigene horige edele geestelijke de adel de geestelijken het volk De vrijen waren mensen die over hun eigen persoon en bezittingen konden beschikken. 1e stand: vechten 2e stand: bidden 3e stand: werken Sommige mensen uit de derde stand waren niet vrij. Horigen (halfvrij) hoorden bij de grond waarop ze werkten. Lijfeigenen behoorden met lijf en goed toe aan hun heer.

De eerste steden (b.v. Nijmegen en Utrecht) in ons gebied ontstonden in de Romeinse tijd. Toen de Romeinen vertrokken bleef er weinig van over. Vanaf 1200 ontstonden er opnieuw steden. In de Middeleeuwen leefden de meeste mensen op het platteland. Ze leefden van de landbouw.

Van dorp tot stad stadsrecht burger poorter schout schepenen burgemeester rakkers Steden onstonden op verschillende manieren: door een goede ligging van water- of verkeersweg bij belangrijke kerken bij een handelsplaats bij een kasteel Mensen woonden graag bij: een riviermonding (water) kasteel (bescherming) hoger gelegen plaatsen Deventer, Tiel en Groningen zijn Middeleeuwse steden.

Als een stad stadsrechten kreeg, werd de stad zelfstanding. De muur om een stad is daarvan het zichtbare bewijs. Inwoners van een stad werden burgers (bij een burcht) of poorters (bij een stadspoort) genoemd. De orde in de stad werd bewaard door de schout en zijn rakkers. Nu noemen we ze ook wel de politieagenten. Burgemeesters en schepenen bestuurden de stad.

Een marktdag markt keurmeester belfort lakenhal waag Nederlanden Lage landen Iedere stad had verschillende markten. Dit kun je in oude steden nog steeds zien aan de straatnamen: Eiermarkt, Botermarkt, Vleesmarkt, Vismarkt en Beestenmarkt. De belangrijkste markt was de Grote Markt. Rond de Grote Markt werden gildehuizen en de waag gebouwd. De winkels van ambachtslieden moesten op een marktdag dicht. Bij de Grote Markt stond een lakenhal (gebouw waar laken stoffen werden gehandeld en gemeten) met een toren: het belfort. In de waag werd handelswaar gewogen.

De belangrijkste markt was de jaarmarkt. Overal kwamen kooplieden, artiesten, maar helaas ook bedelaars en zakkenrollers op de jaarmarkt af. De schout en zijn rakkers beschermden de mensen op de markt tegen dieven. Op marktdagen waren er strengere straffen om de veiligheid te garanderen. Keurmeesters gingen rond om de kwaliteit van de koopwaar te controleren. Kooplieden reisden in groepen naar de jaarmarkt, dat was veiliger. Omdat ze hun geld in kisten droegen, loerden er altijd struikrovers op hen. Wat nu Nederland en Belgie is, werd rond 1400 de Nederlanden of de Lage landen genoemd.

Gilden gilde gildenmeester leerling gezel meesterstuk Als je in de stad een beroep wilde hebben, moest je lid zijn van een gilde. Een gilde is een vereniging van mensen met hetzelfde beroep. Alleen meesters konden lid worden. Eerst werd je leerling bij een gildenmeester. Na verloop van tijd werd je gezel. Als je een meesterstuk had gemaakt, kon je zelf meester worden. De gilde was streng voor zijn leden, er waren strenge regels: waar je mocht wonen en of werken welk gereedschap/producten je mocht gebruiken de openingstijden van je winkel Je moest altijd in de etalage werken zorgen voor oude en zieke gildeleden Helpen bij problemen Zorgen voor een weduwe van een gestorven gildemeester

Vrouwen hielpen hun mannen meestal Vrouwen hielpen hun mannen meestal. Wanneer een man overleed nam de weduwe de zaak vaak over. Hertrouwde deze vrouw, werd de nieuwe man automatisch gildemeester. Ongetrouwde vrouwen waren diensters of winkeliers. Vrouwen werkten haast in ieder beroep, maar verdienden minder geld.

5. De pest pest geneesheer barbier chirurgijn kwakzalver zwarte dood De meest gevreesde ziekte in de Middeleeuwen was de pest. Later noemde men dit de zwarte dood. De eerste grote pestplaat kwam in 1347 via Italië naar Europa. De ziekte was te herkennen aan builen en grote puisten. De mensen dachten dat het een straf van god was. Maar in het echt kwam het van vlooien. Mensen deden van alles om de pest niet te krijgen: tussen 2 vuren zitten (hitte) feesten (optimisme kon je redden) vluchten uit de stad bidden

Chirurgijns verzorgden de wonden met pleisters en pappen. Aan operaties waagden ze zich niet. Barbiers (kapper) voerden aderlatingen uit. Kwakzalvers wilden zelf beter worden. Dacht hoofdpijn op te lossen door versteende spinnen te verwijderen Geneesheren schreven behandelingen en medicijnen voor en gaven advies. Bekeek de urine. Uiterlijk was belangrijker dan kennis. Ze droegen dure kleren. De beul had kennis over botten en breuken en was de beste zetter.