H12 Kostencalculaties
Voorbeeld Een fabriek produceert alleen HIV-remmers met bijbehorende kosten: Afschrijvingskosten van de machine € 100.000/10 = € 10.000,- per jaar Huur van de fabriek € 5.000,- per jaar Verzekeringen en elektriciteit € 1.000,- per jaar Deze € 16.000 aan kosten zijn constant/vast. Loonkosten € 1,- per stuk Grondstoffen € 2,- per stuk We veronderstellen dat deze kosten variabel zijn. Ook het loon is op stuk basis. Als je niet produceert heb je deze kosten niet. Deze kosten zijn rechtevenredig variabel. De gemiddelde productie en afzet over de afgelopen 5 jaar bedroeg 16.000 stuks per jaar en wordt als normaal gezien (N) Dit jaar verwachten ze een productie en afzet van 15.000 stuks (W).
12.1 Integrale kostprijs Absorbtion Costing/full costing: (AC) = integrale kostprijs: Alle kosten worden doorberekend Bij 1 soort product: Kostprijsformule: delingscalculatie Fabricage kostprijs: Kp voor het maken Commerciele kostprijs: Kp voor het maken en verkopen
Kostprijs mbv kostprijsformule Kostprijs = Variabele kosten p.st + Bijdrage p.st voor constante kosten Kp f= Totale variable kosten (V) + Constante kosten (C) werkelijke productie (W) Normale productie (N) Kp f= V C W + N 15.000 x € 3 € 16.000 15.000 st + 16.000 st = € 3 pst + € 1 pst = € 4,- pst Nadeel van deze methode is dat de bijdrage voor constante Kosten achteraf pas exact uitgerekend kan worden.
Bezettingsresultaat Stel dat ze achteraf inderdaad 15.000 stuks gemaakt hebben , de normale productie blijft ook gelijk. Doorberekend voor constante kosten:(15.000 x 1)= (W x C/N) € 15.000 Constante kosten: (16.000 x 1) = (N x C/N) € 16.000 Verschil nadelig (W-N x C/N)- € 1.000 Het teveel of te weinig doorberekend hebben van deze kosten heet bezettingsresultaat. Dit verschil is een extra winst of verlies achteraf. Overigens kun je van te voren ook een bezettingsresultaat schatten (voorcalculatie)
Brutoverkoopresultaat , Stel dat de verkoopprijs € 5,- per stuk bedroeg. Het brutoverkoopresultaat (transactieresultaat) bedroeg dan: Afzet x (Vp- Kp) = 15.000 x (€ 5 – €4) = €15.000,-. Dit is de winst die je dacht te halen. Achteraf blijkt dat de kostprijs niet helemaal juist was en de constante kosten eigenlijk door 15.000 stuks gedeeld moest worden. De echte goede kostprijs zou dan nog hoger worden met als gevolg dat de afzet waarschijnlijk nog verder daalt. Bovendien maak je de constante kosten niet voor een jaar en moet je ze uitsmeren over een aantal jaren normale productie.
Nettowinst (voorcalculatie) De echte nettowinst is dan ook: Brutoverkoopresultaat + bezettingsresultaat (voorcalculatie) € 15.000 + - € 1.000 = € 14.000,- Of: Omzet - alle kosten 15.000 x € 5 - (€ 16.000+ € 45.000) € 75.000 - € 61.000 = € 14.000,- N.B. Je mag voor de kosten niet de afzet x de kostprijs nemen, omdat de kostprijs een schatting is van de kosten.
NettoWinst (AC): nacalculatie Afzet: 14.000 st Productie: 15.000 st Normale productie: 16.000 st 1. Verkoopresultaat + bezettingsresultaat 14.000 x (5-4) + (15.000 – 16.000)1 14.000 - 1.000 = €13.000 2. Omzet – Kosten: 14.000 x 5 – (16.000 – 15.000 x 3 + 1.000 x 4) (- kosten voorraadtoename!) 70.000 – (16.000 – 45.000 + 1.000 x 4) = € 13.000
12.2 Direct costing/variabele kostenanalyse DC: Variabele kosten: korte termijn beïnvloedbaar Constante kosten: korte termijn niet beïnvloedbaar Dan deze kosten rechtstreek naar resultaten/verlies en winstrekening Kostprijs uit voorbeeld: € 3 pst (alleen variabele kosten) Winst: Omzet - Totale variabele kosten = dekkingsbijdrage/contribution margin) - constante kosten = nettowinst
Winst Direct Costing (nacalculatie) Winst DC: Dekkingsbijdrage – Constante kosten: 14.000 x (5 –3) - 16.000 = 12.000 AC: Kp = C/N + V/W DC: Kp: = V/W Productie = afzet-> winst AC = Winst DC Productie > afzet-> winst AC > Winst DC Productie < afzet-> winst AC < Winst DC
12.3 Kosten als grondslag voor beslissingen Knelpunt calculatie: Differentiële kosten: extra kosten per eenheid (vaak variabele kosten)