1 17 juli 2014 Rijnsburg 17 juli 2014 Rijnsburg
2 terugblik 4-11: beproeving van het geloof (> verdrukkingen = diciplinering ('tuchtiging') 12-15: jagen naar heiliging = niet verachtere van de genade Gods 16,17: het voorbeeld van Ezau = hij verachtte het eerstgeboorterecht
3 introductie: 12:18-29 een tussenzin in een tussenzin twee bergen worden tegenover elkaar gesteld: Sinaï en Sion (vergl. Gal.4:24-28) beide bergen representeren resp. wet & genade, oude verbond & nieuwe verbond
4 Hebreeën Want gij zijt niet genaderd tot een tastbaar en brandend vuur, tot donkerheid, duisternis en stormwind, 4:16: toegaan tot de troon der genade 7:25: door Hem tot God gaan 10:22: toetreden in het heiligdom
5 Hebreeën Want gij zijt niet genaderd tot een tastbaar en brandend vuur, tot donkerheid, duisternis en stormwind, Exodus 19:12-19
6 Hebreeën Want gij zijt niet genaderd tot een tastbaar en brandend vuur, tot donkerheid, duisternis en stormwind, Deuteronomium 4:11
7 Hebreeën tot het geklank van een bazuin en tot het geluid van een stem (lett. uitspraken), bij het horen waarvan zij verzochten, dat niet verder tot hen gesproken werd; Exodus 19:16-19
8 Hebreeën tot het geklank van een bazuin en tot het geluid van een stem, bij het horen waarvan zij verzochten, dat niet verder tot hen gesproken werd; Exodus 20:18,19
9 Hebreeën want zij konden dit bevel niet dragen: Zelfs als een dier de berg aanraakt, zal het worden gestenigd. typerend: niet kunnen dragen...
10 Hebreeën want zij konden dit bevel niet dragen: Zelfs als een dier de berg aanraakt, zal het worden gestenigd. oude verbond: embleem van veroordeling en dood (2Kor.3)
11 Hebreeën En zo ontzaglijk was het verschijnsel, dat Mozes zeide: Ik ben enkel vreze en beving.
12 Hebreeën En zo ontzaglijk was het verschijnsel, dat Mozes zeide: Ik ben enkel vreze en beving. vreze > fobie beving > trauma
13 Hebreeën Maar gij zijt genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen van engelen, naam is verbonden met een: nieuw koningshuis (David) en een nieuw priesterhuis (Zadok > Eleazar)
14 Hebreeën Maar gij zijt genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen van engelen, = God die levendmaakt (1Tim.6:13) vs. doodt (12:20)
15 Hebreeën Maar gij zijt genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen van engelen, zie ook Hebr.11:10,16; 13:14 & Gal.4:26
16 Hebreeën Maar gij zijt genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen van engelen, lett. myriaden van engelen Openb.5:11: myriaden van myriaden
17 Hebreeën en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten der rechtvaardigen, die de voleinding bereikt hebben, lett. tot een universele-bijeenroeping en tot-ekklesia van-eerstgeborenen
18 Hebreeën en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten der rechtvaardigen, die de voleinding bereikt hebben, i.t.t. een registratie op aarde
19 Hebreeën en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten der rechtvaardigen, die de voleinding bereikt hebben, vergl. Gen.18:25 "... zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?"
20 Hebreeën en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten der rechtvaardigen, die de voleinding bereikt hebben, nl. in "de toekomende eeuw" als de bijeenroeping compleet is (11:40)
21 Hebreeën en tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der besprenging, dat krachtiger spreekt dan Abel. lett. fris (jong) in 8:8,13; 9:15: nieuw (i.t.t. oud)
22 Hebreeën en tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der besprenging, dat krachtiger spreekt dan Abel. > Hebr.9:21, 10:22: het geslachte lam 10:20: "pas-geslachte en levende weg"
23 Hebreeën en tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der besprenging, dat krachtiger spreekt dan Abel. bloed dat riep (Gen.4:10) > Abel vermoord door Kaïn vanwege eigendunkelijke godsdienst daarna een zwerver op aarde...
24 genaderd tot (12:18-24): 1.berg Sion, 2.stad van levende God, 3.hemels Jeruzalem 4.myriaden van engelen 5.universele bijeenroeping 6.ekklesia van eerstgeborenen 7.God, Richter van allen 8.geesten van rechtvaardigen 9.Jezus, middelaar van een vers verbond 10.bloed dat beter spreekt dan van Abel
25 Hebreeën Ziet dan toe, dat gij Hem, die spreekt, niet afwijst. Want als genen niet ontkomen zijn, toen zij Hem afwezen, die zijn godsspraak op aarde deed horen, hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem, die uit de hemelen spreekt. = Hebreeën, Israël
26 Hebreeën Ziet dan toe, dat gij Hem, die spreekt, niet afwijst. Want als genen niet ontkomen zijn, toen zij Hem afwezen, die zijn godsspraak op aarde deed horen, hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem, die uit de hemelen spreekt. = Israël onder het oude verbond
27 Hebreeën Ziet dan toe, dat gij Hem, die spreekt, niet afwijst. Want als genen niet ontkomen zijn, toen zij Hem afwezen, die zijn godsspraak op aarde deed horen, hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem, die uit de hemelen spreekt. = Hem die in het hemels heiligdom is
28 Hebreeën Toen heeft zijn stem de aarde doen wankelen, doch thans heeft Hij een belofte gegeven, zeggende: Nog eenmaal zal Ik niet slechts de aarde, maar ook de hemel doen beven. Ex.19:18
29 Hebreeën Toen heeft zijn stem de aarde doen wankelen, doch thans heeft Hij een belofte gegeven, zeggende: Nog eenmaal zal Ik niet slechts de aarde, maar ook de hemel doen beven. Hagaï 2:7 (vergl. vers 6: uittocht uit Egypte)
30 Hebreeën Toen heeft zijn stem de aarde doen wankelen, doch thans heeft Hij een belofte gegeven, zeggende: Nog eenmaal zal Ik niet slechts de aarde, maar ook de hemel doen beven.
31 Hebreeën Dit: "nog eenmaal", doelt op een verandering der wankele dingen als van iets, dat slechts geschapen is, opdat blijve, wat niet wankel is.
32 Hebreeën Dit: nog eenmaal, doelt op een verandering der wankele dingen als van iets, dat slechts geschapen is, opdat blijve, wat niet wankel is. lett. verplaatsing > vervanging
33 Hebreeën Dit: nog eenmaal, doelt op een verandering der wankele dingen als van iets, dat slechts geschapen is, opdat blijve, wat niet wankel is.
34 Hebreeën Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en ontzag, lett. "genade moge hebben" (vergl.12:15 "genade Gods")
35 Hebreeën Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en ontzag,
36 Hebreeën Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en ontzag, vergl. Hebr.11:6
37 Hebreeën want onze God is een verterend vuur. vergl. Hebr.10:27 > de verwoesting in 70 AD (= hardhandig einde van het oude verbond)