Effectief rekenonderwijs
Doelen Bijeenkomst 1 (Nader) kennismaken met de achtergronden van ‘Coöperatieve leerstrategieën’en leren kennen van de basisprincipes. Leren kennen van een aantal didactische structuren en weten op welke wijze deze ingezet kunnen worden binnen de eigen rekenles.
We leren: 10 % van wat we lezen 20 % van wat we horen 30 % van wat we zien 50 % van wat we zien en horen 70 % van wat we discussiëren met anderen 80 % van wat we persoonlijk ervaren 95 % van wat we aan een ander uitleggen
Leerkracht A Leerkracht stelt een vraag Leerling steekt vinger op Leerkracht geeft beurt Eén leerling antwoordt Leerkracht reageert
Leerkracht B Leerkracht stelt een vraag Leerkracht geeft een opdracht voor de groep Leerkracht structureert de opdracht niet
Leerkracht C Leerkracht stelt een vraag Leerkracht geeft DenkTijd Leerkracht organiseert een gestructureerde interactie tussen leerlingen (GIPS)
G I P S Gelijke deelname Hoe gelijk is de deelname? Individuele aansprakelijkheid Moet er een openlijke individuele prestatie geleverd worden? I Positieve wederzijdse afhankelijkheid Is mijn effect, jouw effect? Is hulp nodig? P Simultane interactie Hoeveel % is tegelijkertijd waarneembaar actief? S
Stilteteken Hand omhoog - stop met praten - stop met doen 2. Waarschuw anderen Kijk Luister
Kenmerken Klasbouwers Weg van je stoel Beweging Met je klasgenoten
Denktijd Minimaal 5 – 10 seconden, mag langer Geeft rust Geeft verdieping Iedereen is nu klaar om te beginnen
Klassenmanagement Routines: Stilteteken Tweetalopstelling: oogmaatje en schoudermaatje Stemvolume Genummerde plaatsen
Inhoud Didactische Structuur + Leeractiviteit
Kenmerk effectief rekenonderwijs Start elke rekenles met een automatiseringsoefening van 5 – 10 minuten (bron: iedereen kan leren rekenen, PO-raad, Projectbureau kwaliteit, zie ook www.rekenpilots.nl)
Mix & Koppel De leraar verdeelt de kaartjes onder de leerlingen Mix. De leerlingen lopen door het lokaal en ruilen zonder overleg hun kaartjes Stopsignaal. De leerlingen bevriezen en ruilen geen kaartjes meer DenkTijd Koppel. De leerlingen zoeken één of twee medeleerlingen met een bijpassend kaartje Stappen 2 t/m 5 worden herhaald
Doe Mee en Vertel Teams staan met één blad waarop hun oplossingen of ideeën staan Degene op plaatsnummer 1 van team 1 noemt 1 oplossing of idee en geeft het blad aan degene op plaatsnummer 2 De andere teams vinken af of schrijven de oplossing of het idee erbij Nu is degene op plaatsnummer 1 van team 2 aan de beurt Geen nieuwe oplossingen of ideeën meer? Het team gaat zitten en noteert alle oplossingen en ideeën van de andere teams erbij op het eigen blad Zo doorgaan tot alle teams zitten
Kenmerk effectief rekenonderwijs Laat kinderen regelmatig verhalen bedenken bij de sommen (bron: kwaliteitskaart ‘groep 4, rekenen tot 100’, zie ook www.rekenpilots.nl)
Denk-Tweetal-Vertel De leraar introduceert het (reken)probleem Demonstratie In tweetallen aan de slag: - leerling A praat, leerling B luistert - leerling B praat, leerling A luistert Door discussie tot overeenstemming De leraar kiest enkele willekeurige leerlingen die plenair hun oplossing toelichten
TweeGesprek Op Tijd Leraar geeft opdracht en tijd DenkTijd A vertelt, B luistert B vat samen of geeft een positieve reactie B vertelt, A luistert A vat samen of geeft een positieve reactie
Kenmerk effectief rekenonderwijs Ruime aandacht besteden aan het oriënteren in de telrij tot 100 en 1000 (bron: iedereen kan leren rekenen, PO-raad, Projectbureau kwaliteit, zie ook www.rekenpilots.nl)
Zoek De Valse De leraar geeft opdracht Groepsoverleg Twee goed, één fout Wie begint? Leerling A gaat staan en presenteert 3 beweringen DenkTijd Teamdiscussie leerling B, C en D De groep raadt ‘De Valse’ Wie feliciteert wie? Herhaling stappen 4 t/m 9
Denker-Schrijver Werk in tweetallen aan een opdracht A start met de eerste opdracht door hardop de denkstappen te verwoorden B B luistert, checkt en noteert op aanwijzing van A, coacht als nodig en bevestigt totdat één opgave af is Partners prijzen elkaar en wisselen van rol B verwoordt en A checkt en noteert, coacht en bevestigt Zo doorgaan totdat het tijd is of de opgaves gemaakt zijn
RondPraat Leraar geeft onderwerp of open vraag met verschillende antwoorden Leerlingen geven om de beurt mondeling antwoord Iedere leerling krijgt evenveel tijd