Spellen 5 vwo.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Overige spellingregels
Herhaling van hoofdstuk
Waarom stierf Jezus aan het kruis?
Mijn gegevens op het web!?
Gemaakt door Mylene rodenburg
Hoe heb jij overleefd .?.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Thuis leren en studeren. Tip Oktober © Have Tip November Tip December Tip Januari Tip Februari Tip Maart Tip April.
Wat weet je nog uit het vijfde leerjaar?
Sinterklaas is verdwenen nergens te vinden nergens te zien Nam hij de benen, is hij hem geknepen, weggewaaid misschien?
Thema 1 Het landje is van ons.
Zinsdelen zijn net puzzelstukken!
Dit is mijn boekbespreking
Ruimtevaartquiz De Maan De.
Bezittelijk voornaamwoord
Het hele werkwoord.
Grammatica Nederlands
Spelling college 4.
Oefenen>>> Nieuwe spelling 2005 Oefenen>>>
HERHALING ZINSLEER.
Studeren in de cel Opmerkingen bij schrijfopdrachten
Vier broers verlieten het ouderlijk huis om te gaan studeren.. Alle vier werden succesvolle, welgestelde dokters en advocaten..
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
14 november 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 9 19 Want hoewel ik vrij sta tegenover allen, heb ik mij allen dienstbaar gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen;
Brugklas Werkwoordspelling.
Vandaag gaan we werken aan spelling.
QUIZ hoofdstuk 1.
2. Grammatica en spelling
Onze school, Albeda colege Schiedam Nieuwland.
Wat gaan we doen vandaag?
Overige spellingsregels
Hoofdstuk 4 Grammatica woordsoorten
Koppelteken en weglatingsstreepje
Overige spellingsregels
Hoofdstuk 1 Spelling Verkleinwoorden
Madagaskar is een eiland in de Indische Oceaan, 430 km van Mozambique. Zo’n 2000 jaar geleden zetten de eerste bewoners ‘voet aan wal’ op dit eiland.
samenstellingen, aan elkaar of los, trema
Piet Mondriaan Jeugd en opleiding.
Verstoppertje spelen in het bos
Oic even weken..
Spelling Blok 1 t/m Kader 3.
DAG VAN HET LEREN Hoe komt zo'n taal eigenlijk in je hoofd? door Henk Wolf.
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
Werkwoordspelling -d of –t?
Samengestelde zin + Tussenletters in samenstellingen.
Hoofdstuk 7 Een sterk kasteel. Luister naar een verhaal over de jongen die geen ridder wilde worden.
KOPPELTEKEN TREMA EN APOSTROF NA-APEN REÜNIE `S AVONDS,
HOTTENTOTTENTENTENTENTOONSTELLING Aan elkaar of los?
SPELLING BLOK Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4.
SPELLING 1.3 *ALLE OF ALLEN? SOMMIGE OF SOMMIGEN? *ACCENTTEKENS.
Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4
Koppelteken en weglatingsstreepje
Spellingregels G1.
Taalverzorging Voorbereiding toets.
Taalverzorging Voorbereiding toets.
Regels en uitzonderingen
Spelling Klinkers en medeklinkers
De tussenklank in samenstellingen
Vier broers verlieten het ouderlijk huis om te gaan studeren
Hoofdstuk 5 Grammatica en spelling
Spelling Niveau 4.
Grammatica en spelling 4.3 en 4.4
Spelling Niveau 4.
Aflevering 3: Het koppelteken‘-’.
Spelling.
Hoofdstuk 4 Taalverzorging
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
Transcript van de presentatie:

Spellen 5 vwo

Meervoud Woorden op a, e, i, o, u of y krijgen bij uitspreekproblemen een ‘s in het meervoud: piano-piano’s hyena – hyena’s hobby – hobby’s jury – jury’s drama – drama’s Maar: gewoonte – gewoontes/gewoonten etalage – etalages coupé – coupés bureau – bureaus paté – patés felicitatie – felicitaties Als er een klinker voor de y staat, volgt er ook geen ‘s. essay – essays playboy – playboys

Meervoud Als een woord op ie of ee eindigt en de klemtoon valt op de laatste lettergreep, dan komt er een e met trema bij: binnenzee – binnenzeeën melodie – melodieën genie – genieën Maar: bacterie – bacteriën porie – poriën

Meervoud Bij woorden met een onbeklemtoonde slotlettergreep verdubbelen we de medeklinker niet: lobbes – lobbesen stommerik – stommeriken Bij woorden die we uit het Frans geleend hebben, verandert in het meervoud de f niet in een v: antroposoof – antroposofen fotograaf – fotografen

Meervoud Woorden uit het Latijn hebben een bijzonder meervoud: basis – bases chemicus – chemici crematorium – crematoria casus – casi matrix – matrices decennium – decennia En: esdoornblad - esdoornbladeren.

Samenstellingen Als je in de samenstelling een –s hoort, schrijf je een –s: geslacht + ziekte = geslachtsziekte acteur + school = acteursschool geloof + strijd = geloofsstrijd publiciteit + stunt = publiciteitsstunt voetganger + straat = voetgangersstraat liefde + scene = liefdesscene

Samenstellingen Standaardregel: als het eerste deel van de samenstelling een meervoud heeft op –en, krijgt het dat ook in de samenstelling: hond + leven = hondenleven bol + kweker = bollenkweker rug + graat = ruggengraat boer + bedrog = boerenbedrog dove + instituut = doveninstituut berk + boom = berkenboom pruim + jam = pruimenjam bes + jenever = bessenjenever ruitjes + schrift = ruitjesschrift blinde + school = blindenschool spin + web = spinnenweb kat + tentoonstelling = kattententoonstelling

Samenstellingen Als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft, krijgt het –e in de samenstelling: rijst + bloem = rijstebloem nicotine + geur = nicotinegeur hel + vuur = hellevuur komijn + kaas = komijnekaas Als er van het eerste deel van de samenstelling maar een is, krijgt het –e in de samenstelling: zon + scherm = zonnescherm koningin + dag = Koninginnedag

Samenstellingen Als het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud op –s heeft, krijgt het –e in de samenstelling: asperge + soep = aspergesoep Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op –s en –n heeft, krijgt het –e in de samenstelling: groente + zaak = groentezaak gilde + huis = gildehuis geboorte + cijfer = geboortecijfer gedaante + verwisseling = gedaanteverwisseling

Samenstellingen Als het eerste deel van de samenstelling een werkwoord is, krijgt het in de samenstelling een –e: spin + wiel = spinnewiel wieg + lied = wiegelied Als het eerste deel van de samenstelling een bijvoeglijk naamwoord is, krijgt het in de samenstelling een –e: reus + gezellig = reuzegezellig arm + lui = armelui blind + man = blindeman

Samenstellingen Als we het woord niet meer als samenstelling herkennen, krijgt het eerste deel een –e: dwing + land = dwingeland droom + land = dromeland doof + netel = dovenetel zin + beeld = zinnebeeld (symbool) zot + klap = zotteklap (gekkenpraat) En: kastanje + blad = kastanjeblad

Verkleinwoorden Als het woord eindigt op a, é, o en u wordt de klinker verdubbeld: café – cafeetje paraplu – parapluutje radio – radiootje opa – opaatje chocola – chocolaatje i wordt ie: kolibri – kolibrietje y krijgt een apostrof: tray – tray’tje rally – rally’tje

Verkleinwoorden Afkortingen en letters krijgen een apostrof: tv – tv’tje mms – mms’je A4 – A4’tje gsm – gsm’etje

Verkleinwoorden rijm – rijmpje borrelglas – borrelglaasje brug – bruggetje pad – padje/paadje cognac – cognacje woning – woninkje geeuw – geeuwtje bodem – bodempje milkshake – milkshakeje weg – weggetje pop – poppetje vlam – vlammetje colbert – colbertje asperge – aspergetje aspirine – aspirientje dejeuner – dejeunertje ding – dingetje buiging – buiginkje

Aaneenschrijven Standaardregel: schrijf in het Nederlands zo veel mogelijk aan elkaar. tegemoetkoming (tegemoet komen) maximumsnelheid openhaardhout koolzuurhoudende dranken hogesnelheidstrein zwaargebouwde mannen meerkeuzetoets pas gebouwde kantoren gevangenneming (gevangen nemen) onroerendgoedmarkt langeafstandloper

Aaneenschrijven fout parkeren vioolspelen (gitaar spelen) heteluchtverwarming breedgeschouderde portiers waterbesparende maatregel tweedekansonderwijs fout schrijven

Aaneenschrijven Voornaamwoordelijke bijwoorden schrijven we aaneen: vooruit kijken (bezwaar maken) eronderdoor kruipen eronderuit komen Getallen tot honderd en samenstellingen met –honderd en –duizend schrijven we aaneen: dertien miljoen vijftien miljard veertigduizend

Liggend streepje Bij uitspreekproblemen: Maar: televisie + uitzending = televisie-uitzending ski + jack = ski-jack stage + uren = stage-uren lente + uitjes = lente-uitje keuze + element = keuze-element café + eigenaar = café-eigenaar gummi + jas = gummi-jas adrenaline + injectie = adrenaline-injectie netto +opbrengst = netto-opbrengst Maar: massa + ontslag = massaontslag video + apparaat = videoapparaat vanille + yoghurt = vanilleyoghurt Insuline + opname = insulineopname

Liggend streepje Tussen gelijkwaardige delen: politie + ambtenaar = politie-ambtenaar Samenstelling met letters, cijfers, andere tekens en Sint of St: vwo + leerling = vwo-leerling (havoleerling) ‘s-Hertogenbosch top + 10 + plaat = top 10-plaat 8 + uur + journaal = 8 uur-journaal Samenstellingen met eigen namen: het kabinet + Balkenende = het kabinet-Balkenende Samenstellingen met oud-, ex-, non-, niet- en anti-, als daarna een hoofdletter volgt: oud + minister = oud-minister anti + aanbak + laag = antiaanbaklaag Sommige samenstellingen hebben meer streepjes: glas + in + lood + raam = glas-in-loodraam kat + en + muis + spelletje = kat-en-muisspelletje nek + aan + nek + race = nek-aan-nekrace

Weglatingsstreepje Het weglatingsstreepje gebruik je bij het weglaten van een woorddeel: twee- en drieledige samenstellingen (-ledige wordt weggelaten en samenstellingen wordt weggelaten maar dat is geen woorddeel) land- en tuinbouw (-bouw wordt weggelaten) staats- en particuliere bedrijven (-bedrijven wordt weggelaten) lager en kleuteronderwijs (onderwijs wordt weggelaten, maar dat is geen woorddeel) Friese en Groningse deelnemers (deelnemers wordt weggelaten, maar dat is geen woorddeel) de legkippen- en de slachtkippenindustrie (-industrie wordt weggelaten) primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden (arbeidsvoorwaarden wordt weggelaten, maar dat is geen woorddeel) hbo-werk- en hbo-denkniveau (- niveau wordt weggelaten) benzine- en dieselmotoren (-motoren wordt weggelaten) stadscafés en –disco’s (stads- wordt weggelaten)

Weglatingsstreepje in binnen- en buitenland huiskamerconcerten en –voorstellingen nevenactiviteiten en –inkomsten voor- en tegenspoed melkkoeien- en vleeskoeienbedrijven hoofd- en kleine letters brood- en banketbakker literaire en kunstkritiek bergbewoners en –beklimmers havoscholen en –opleidingen en vwo-scholen en –opleidingen

Afbreken Je kunt alleen aan het einde van een lettergreep afbreken: han – gen (niet: hang – en) ho – ger – op ge – as – si – mi – leerd glooi- ing na – jaars – con – cert ro – che – len vreemd – ste Ko – nin – gin ir – ree – el (trema verdwijnt) te – gen – stan – ders

Afbreken amb – te – naar koor – den in – dus – tri – eel ge – ir – ri – teerd la – ge – lo – nen – lan – den kraai – en e – ve – ne – men – ten toe – kom – sti – ge ver – lan – gen (niet: ver – lang – en) loo – che – nen

Trema Een trema plaats je bij niet-samenstellingen. (Samenstellingen schrijf je z.v.m. aan elkaar en anders met een koppelteken.) Je gebruikt het trema om leesproblemen te voorkomen en plaatst het waar een nieuwe lettergreep begint. heroïsme cafeïne Israël tweeëntwintig (samenstelling van cijfers maar toch trema) geïnviteerd kanoën geïdealiseerd amfibieën heroïne geürineerd

Trema Maar (geen uitspreekproblemen): geërgerd koloniën irreëel hygiëne echoën geïnteresseerd meniën België mozaïek smeuïg Maar (geen uitspreekproblemen): meteoor beantwoorden virtuele geordend evacueren

Trema Bij –iee- of –ii- is een trema overbodig. beschoeiing financieel verfraaiing Bij woorden uit een andere taal is een trema ook overbodig: mecanicien mausoleum uitzondering: conciërge

Apostrof Als een woord eindigt op a, i, o, u en y gebruik je bij het meervoud bij uitspreekproblemen een apostrof: sirtaki – sirtaki’s (maar: lelies, ruïnes, hippies) Bij het meervoud van afkortingen schrijf je een apostrof: lp – lp’s Bij verkleinwoorden van woorden die op een y eindigen, schrijf je een apostrof: baby – baby’tje Behalve als er een klinker voor de y staat: display – displaytje En: amfibie – amfibietje etuis – etuitjes

Apostrof Voor een achtervoegsel staat een apostrof: WAO’er hbo’er 65+’er Als een woord eindigt op a, i, o, u en y krijgt het bij uitspreekproblemen bij bezitsrelaties een apostrof: Hanna’s huis Maar: Hermans pupillen Jeannes zus sms’t graag. ‘s Morgens lust ik tantes koffie niet. En als het woord eindigt op een sisklank, krijgt het bij bezitsrelaties alleen een apostrof: Hans’ top 1775 past op twee cd’s.

Apostrof Als we letters weglaten, gebruiken we ook een apostrof: Het zal kou zijn in het water als het vriest  ‘t Zal koud zijn in ‘t water als ‘t vriest. Des morgens lust ik tantes koffie niet.  ‘s Morgens lust ik tantes koffie niet. Het is hier fantastisch!  ‘t Is hier fantastisch! Des Gravenhage  ‘s-Gravenhage

Getallen Getallen tot en met twintig schrijf je uit. De boer had 23 geiten en 82 schapen. Ze zeggen dat een op de drie vrouwen wel eens depressief is. De schapenbout die we kochten, woog wel vijf kilo. Namen van feestdagen en beroemde gebeurtenissen schrijf je voluit en met hoofdletters. Waarom eten veel mensen op Tweede Kerstdag kalkoen? De Tweede Wereldoorlog duurde korter dan de Tachtigjarige Oorlog. Data, adressen en bankrekeningnummers schrijf je gewoon in getallen (maanden voluit). Op 8 december viert Maria Onbevlekte Ontvangenis. Mijn gironummer is: 4569873 Als er ‘honderd’, ‘duizend’, ‘miljoen’ et cetera in het getal voorkomt, dan schrijf je dat uit. Heeft Jan werkelijk twee miljoen euro verdiend aan een cd? Tientallen (en afkortingen!) schrijf je ook uit. Dit boek kost 23 euro en vijftig cent.

Getallen ‘Wie van de drie?’ was vroeger een populair tv-spelletje. Ik denk dat een derde van alle Nederlanders niets om politiek geeft. Van Sint Maarten (11 november) tot Aswoensdag zijn katholieken met carnaval bezig. Verdien jij op de markt vijftig euro op een zaterdag? Zijn jullie vrij op Tweede Pinksterdag? In deze bundel staan de beste honderd sonnetten van het jaar 2000. Woont Inge nog steeds op Hertogstraat 32? Op 14 december 1992 vierde ik voor het eerst Valentijnsdag. 45 procent van de werkenden meldt zich wel eens ten onrechte ziek. Van de 32 sollicitanten hadden er maar 15 een foutloze brief geschreven.

‘sommige’ of ‘sommigen’ Je schrijft ‘sommige’ zonder –n, als het bijvoeglijk gebruikt wordt: Het staat voor een zelfstandig naamwoord: Sommige leerlingen hadden hun huiswerk gemaakt. Je kunt er een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin achter zetten: Sommige leerlingen hadden hun huiswerk gemaakt, maar vele (leerlingen) niet. Je schrijft ‘sommige’ ook zonder –n, als het op dieren of dingen slaat: Van de bevrijde aapjes waren er sommige ondervoed, maar de meeste waren gezond. Als ‘sommige’ zelfstandig gebruikt wordt en op mensen slaat, schrijf je wel een –n: Onder de aanwezigen op de party waren diverse criminelen, van wie er ook sommige uit Italië kwamen.

‘sommige’ of ‘sommigen’ Er komen steeds meer drugsverslaafden in ons land. Veel spelers waren met de auto en slechts enkele waren met de fiets. De volwassenen kregen een alcoholisch drankje aangeboden. Van de bevrijde aapjes waren er enkele ondervoed, maar de meeste waren gezond. Allen die willen te kaap’ren varen, moeten mannen met baarden zijn. Ik kijk altijd naar het journaal voor doven en slechthorenden. De groten der aarde bekommeren zich te weinig om de armen en de behoeftigen. Van de leerlingen hadden alleen de ijverigste hun huiswerk gemaakt.

‘sommige’ of ‘sommigen’ Van de docenten waren alleen de populairste op het bovenbouwfeest gekomen. Kies Demon als provider: van de beste de goedkoopste. Blinden en slechtzienden dragen vaak een witte stok met rode strepen. We telden de lopers die de finish haalden en Gianni was echt een van de eersten/eerste. Onder de aanwezigen op de party waren diverse criminelen, van wie er ook enige uit Italië kwamen. Alleen degenen die aan sport doen, mochten meedoen aan de hardloopwedstrijd. De belangrijksten onder de gasten werden aan de koning voorgesteld. Van die scanners vind ik dit de mooiste, maar dat is dan ook een van de duurste.