Fase 1 Ken de (detail)handel

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De marketingmixstrategie
Advertisements

Optimaliseren van het assortiment
MEXX Presentatie MIX Nationale DHZ Sessie NOOS
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Kopen en verkopen les 74.
Opdracht: ‘Tel uit je winst’
TLV - Logistiek Wat is logistiek?.
Verkoopresultaat Niveau 3 Kerntaak 5 Blz. 63.
Paragraaf 3+4. Hoe kan het dat je besluit een nieuwe telefoon te kopen?  De mening van vrienden en familie  De eigen smaak en leeftijd  De financiële.
VWO 4: Vraag & aanbod Hoofdstuk 2: De producent: het bedrijfsleven
ken de detailhandel paragraaf 1.3 de bedrijfskolom
Basisboek Bedrijfseconomie (De Boer, Brouwers)
Fase 1 Ken de (detail)handel
Fase 1 Ken de (detail)handel
Fase 2 Tijdelijke presentatie bouwen
Fase 1 Ken de (detail)handel
Commercieel beleid 2 H1 Assortimentbeleid Ondernemer detailhandel.
H.5 Winst en toegevoegde waarde
Fase 3 Controleren van de voorraad en bestellen
HS 3 Het verkoopgesprek.
HS 4 Aandachtspunten bij een verkoopgesprek
Logistiek proces H2 Logistieke prestaties Logistiek teamleider.
Commercieel beleid 2 H2 Inkoopbeleid Ondernemer detailhandel.
Goederenstroom H1 Logistiek proces Logistiek supervisor.
functies detailhandel
Detailhandel algemeen
Basisboek Marketing Hoofdstuk 9 Prijs.
Basisboek Marketing Hoofdstuk 4 Handel.
Basisboek Marketing Hoofdstuk 5 De bedrijfskolom.
Periode 1 Detail en marketing Kerntaak: optimaliseren verkoop en assortiment Hoofdstuk: Visual merchandising Par: 2.2 Blz. 562 t/m 567.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Inventarisatie: Productiefactoren Afschrijving Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
Hoofdstuk 4 Distributie (plaats)
Voor het besturen van organisaties Bedrijfseconomie Bedrijfseconomie voor besturen ORG (Heezen) Hoofdstuk 1 Betekenis van de bedrijfseconomie Vijfde druk.
Voor het besturen van organisaties Bedrijfseconomie Voorstellen: Maurice Straatmans 2e graads Economie (AE/BE), Nijmegen (1993) 1e graads Bedrijfseconomie,
Plaats- en Promotiemix Alleen zitten op neergeklapte stoelen Ron Weijens.
Ron Weijens.  Lijst Lijst  20 minuten voor doornemen te leren stof  Daarna SO.
Fase 3 Controleren van de voorraad en bestellen
Periode 3 Controleren van de voorraad en bestellen Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Controleren van de voorraad en bestellen.
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Hoofdstuk 6 Productie.
Periode 1 Detail en marketing Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Bouwen en verzorgen van artikelpresentaties Par:
De productiestructuur
Fase 3 Controleren van de voorraad en bestellen Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Controleren van de voorraad en bestellen.
Verkoop Hoofdstuk 6 Service en klachten. Inhoud 1 Klaar voor de verkoop 2 Klanten ontvangen en benaderen 3 Verkoopgesprekken 4 De verkoopafhandeling 5.
Marketing Alle inspanningen die we doen om tegemoet te komen aan wensen en behoeften van een klant.
Ontvangst en opslag Hoofdstuk 1 De logistieke sector.
Presentatie en marketing Hoofdstuk 3 Handel en distributie.
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
3.1 PRODUCTIE.
Succesfactoren voor werk Motivatie, kennis en vaardigheden
Paragraaf 2.3 Wat willen zij dat je koopt?.
13 oktober Hoofdstuk 2 Meer over logistiek en groothandel Teamleiders.
Vmbo 2 economie Goede producten?
Hoofdstuk 5 Les 2: Markten.
Distributiebeleid.
BTW Wat is dat? Hoe werkt dat?.
Vmbo 2 economie Goede producten?
Verkoopt en handelt verkoop af
Economie en ondernemen
Hoofdstuk 2 Inkoopbeleid
Presentatie en marketing
Goederenstroom Hoofdstuk 4 Derving.
Hoofdstuk 1 De logistieke sector
Werken in een arbeidsorganisatie
Hoofdstuk 7 Verbetering aanbod en winkelpresentatie
Wat doet de groothandel?
Ontvangt en verwerkt goederen
Nederland en de rest van de wereld
Hoofdstuk 1 De logistieke sector
Transcript van de presentatie:

Fase 1 Ken de (detail)handel Kerntaak: verkopen, adviseren en service verlenen Hoofdstuk: Ken de detailhandel Par: 1.1, 1.2 en 1.3

1.1: het ontstaan van de detailhandel

Detailhandel De detailhandel verkoopt aan de consument! Een consument is een persoon die een artikel koopt en/of ver-/gebruikt (= consumeert) om zijn behoeften te bevredigen (gemis ervaart)

Handel 2 Soorten Groothandel Kleinhandel (detailhandel) het kopen en verkopen van goederen met als doel winst te maken! 2 Soorten Groothandel Kleinhandel (detailhandel)

Groothandel een ondernemer koopt goederen en verkoopt die door aan een andere ondernemer Is een vorm van tussenhandel

Groothandel Schakel tussen de producent en consument! Functies: Collectieve functie (verzamelen van grote hoeveelheden) Distributieve functie (verspreiden van kleine

Taken van de groothandel: Inkopen van goederen Verkopen van goederen Aanhouden van voorraden

Producent of fabrikant: Een bedrijf dat producten maakt (produceert) en verkoopt. Groothandel: is een vorm van handel waarbij grote hoeveelheden producten worden ingekocht bij een of meer producten of andere leveranciers. Vervolgens worden ze in kleinere hoeveelheden doorverkocht. Detailhandel: vorm van handel waarbij de producten rechtstreeks aan de consument worden verkocht

De detailhandel / kleinhandel een winkelier verkoopt artikelen aan klanten die deze ook echt gaan gebruiken of verbruiken (opmaken) kleinhandel koopt in grotere aantallen bij de groothandel is handel tussen ondernemers en consumenten is de distribuerende handel die de goederen koopt van de groothandel en/of fabrikant en deze weer verkoopt aan de uiteindelijke gebruiker of verbruiker (consument)

1.2 detailhandelsfuncties Betrokkenen: Boer en/of fabrikant Groothandelaar Winkelier Deze noem je marktpartijen

Functies van de detailhandel Het overbruggen van verschillen in: Plaats Tijd Hoeveelheid Service Informatie

Functies van de detailhandel Overbruggen van verschillen De detailhandel vormt een soort brug tussen de producent en de klant. De detailhandel maakt het mogelijk dat je: Niet al te ver hoeft te reizen voor een product (plaats) De benodigde hoeveelheden van het product kunt kopen (hoeveelheid) Informatie over nieuwe producten kunt krijgen (informatie) Op elk moment van het jaar de producten kunnen kopen die je wilt, ondanks de seizoenen (tijd) Dat je keuze hebt uit verschillende soorten (Service)

Verschil in plaats

Het verschil in hoeveelheid

Verschil in informatie

Verschil in tijd

Verschil in service

Commerciële functies keuze verschaffen service bieden informatie verstrekken koopgenot verschaffen

Om winst te maken Kan je je zelf (de winkelier) de volgende vragen stellen…. wat wil de consument kopen? welke prijs wil de consument ervoor betalen? hoeveel artikelen moeten er in “voorraad” gehouden worden?

Antwoorden zijn belangrijk voor: welke goederen de winkelier moet inkopen of de winkelier de klant keuze uit artikelen gaat bieden welke service de winkelier moet gaan bieden welke informatie de winkelier moet kunnen geven

1.3: Bedrijfskolom Bestaat uit de ondernemingen die er samen voor zorgen dat een consument uiteindelijk in het bezit kan komen van een bepaald artikel (consument hoort hier niet bij, voegt niets toe) Bedrijfskolom Fruitsap

Bedrijfskolom De weg van oerproducent naar eindgebruiker

Voorbeeld bedrijfskolom voor brood - Oerproducent - Is iemand die al het graan uit de omgeving opkoopt (groothandel) - Koopt graan van verschillende opkopers - Koopt meel in bij verschillende meel fabrieken en verkoopt zijn meel aan verschillende bakkerijen (producent van meel) - Maakt brood van het meel en verkoopt het aan de klant (producent van brood) De bakker is detailist. De klant die het brood koopt Toegevoegdewaarde

Functies van de schakels productieschakels en handelsschakel (oerproducenten en fabrikanten) verzamelende of collecterende handel (groothandel) verdelende of distribuerende handel (kleinhandel/detailhandel)

Bedrijfstak is een schakel in de bedrijfskolom, die in het voortstuwen van de goederenstroom dezelfde functie heeft

detailhandel groothandel fabrikant consument

Beweging in de bedrijfskolom Vericaal Horizontaal Verticaal Horizontaal Integratie * Specialisatie Differentiatie * Parallellisatie

Verticale bewegingen Integratie er valt een schakel weg en de bedrijfskolom wordt korter Een beweging in de bedrijfskolom, waarbij een bepaalde schakel de taken van één of meerdere boven- of ondergelegen schakels overneemt Differentiatie de bedrijfskolom wordt langer doordat er een schakel bijkomt

Integratie Bij integratie wordt de bedrijfskolom korter. Bijvoorbeeld: Als de groenteman besluit om zelf zijn groente in kassen te gaan verbouwen, dan is er sprake van integratie. Of de opkoper wordt ook exporteur (zie je boek blz. 7)

Integratie vóór ná detailhandel groothandel fabrikant oerproducent

Integratie leidt tot: door samenwerking/fusies worden de detailhandelsondernemingen steeds groter de detailhandelsondernemingen nemen steeds vaker zelf de grossiersfunctie over (integratie)

Differentiatie Bij differentiatie wordt de bedrijfskolom langer. Bijvoorbeeld: Stoot de groenteboer de kassen weer af en gaat hij zijn groente bij een tuinder bestellen, dan is er sprake van differentiatie. Of er komt een tussenpersoon bij zoals een groothandel.

Horizontale bewegingen specialisatie artikelgroepen afstoten en specialiseren in de overgebleven artikelgroepen is het afstoten van activiteiten binnen dezelfde schakel van de bedrijfskolom, die tot op dat moment door de winkelier worden verricht parallellisatie artikelgroepen opnemen uit een andere bedrijfskolom is het uitvoeren van activiteiten die tot op dat moment niet binnen die branche worden verricht

Specialisatie Wanneer een winkel artikelen uit 1 branche verkoopt (en voorheen 2 of meer branches) dan spreek je van specialisatie

Parallellisatie Wanneer je artikelen uit verschillende branches verkoopt maar deze artikelen horen wel een beetje bij elkaar.

Branchevervaging Wanneer je artikelen verkoopt uit meer dan 2 branches en deze horen helemaal niet bij elkaar Bij sommige winkels is dus het oorspronkelijke assortiment niet meer herkenbaar. De winkelier is dan steeds meer artikelgroepen uit andere branches gaan opnemen.