© W. Geerts 2004 presents… voor 2 L b
Tota fere Asiā potitus est. Hij heeft bijna heel Azië veroverd. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.a 1.
Virtute non caruit. Aan moed had hij geen gebrek. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.a 2.
Cives, omni periculo liberati, incolumes redierunt. Van alle gevaar bevrijd, keerden de burgers ongedeerd terug. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.a 3.
Turris loco moveri non potest. De aanvalstoren kan niet van zijn plaats bewogen worden. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.a 4.
In campum aridum atque arboribus nudum pervenit. Hij kwam aan in een dorre en boomloze vlakte. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.a 5.
Alexander in quodam proelio galea (=helm) uti noluit. Alexander wilde in een bepaald gevecht zijn helm niet gebruiken. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.b 1.
Clitus autem, suo scuto regem tegens, eum periculo liberavit. (scutum=schild) Maar Clitus bevrijdde de koning uit het gevaar door hem met zijn eigen schild te beschermen. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.b 2.
Gladio usus, manum ejus abscidit. (abscidere: afhakken) Hij gebruikte zijn zwaard en hakte zijn hand af. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.b 3.
Clitum, vitā excessum, per multos dies flebat. Nadat Clitus gestorven was (=uit het leven gegaan was), beweende hij hem gedurende vele dagen. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.b 4.
Alexander multis oppidis potitus est. Alexander veroverde vele steden. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.b 5.
Cives, domo ejecti, per omnes partes fugerunt. De burgers, die uit hun huis verjaagd waren, vluchtten langs alle kanten bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.b 6.
Alexandri milites, suis carentes, longius sequi recusaverunt. De soldaten van A. weigerden hem nog langer te volgen, omdat ze hun familie misten. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.b 7.
Consilio eius opus erat. Hij had raad nodig. bij wwd: middel - wijze - tijdstip - oorzaak - handelend vwp - scheiding - vaste bij adj.: oorzaak - scheiding - vergelijking 8.4.b 8. Hoezo, abl. scheiding?! als je “raad” nodig hebt, ben je ervan “gescheiden”: je hebt hem nog niet!